‘Niet hierom, maar daarom’

Vierentwintig lange uren, jakkeren achter een dernymotor. Dat is  een garantie voor een plekje  reserveren op de hartbewaking. Een aanslag op de gezondheid. Helemáál voor een man van vierenzestig jaar. Waar ga je aan beginnen? Maar wat kan  Maas van Beek dat  allemaal schelen. Ondanks alle waarschuwingen doet die toch waar hij zin in heeft. Of dat wél zo verstandig is…?

Waar zijn leeftijdgenoten op de poorten van het Rijk van Koning Geriatrus staan te kloppen of ze binnen mogen, daar slooft Van Beek zich dagelijks uit op de wielerbanen van Sloten en Apeldoorn. Waar met een aan dwangmatigheid grenzende ijver, de latten uit de baan wordt gereden. Van Beek heeft dan ook een doldriest plan. In maart wil hij in  één etmaal duizend kilometer af  leggen. Gegangmaakt door een  derny, wel te verstaan.
Voor het persoonlijke, geldelijke gewin doet hij dat niet. De man, een succesvol uitvinder is met de opbrengst van zijn patenten redelijk ‘gevuld’.  Van Beek wil met zijn krankzinnige aanval  geld inzamelen voor het KWF-Kankerfonds.  Met  een feilloos gevoel voor publiciteit, maakte hij dat afgelopen weekend, tijdens een persconferentie  bekend.
Het is niet ‘hierom, maar daarom’, want Van Beek, – zelf een genezen kankerpatiënt, én werelduurrecordhouder achter die zelfde rotderny, –  kan men, met één cent per kilometer sponsoren. Eén cent dus, het moet niet te gek worden,  per slot van rekening zijn en blijven wij wél een volk van dominees en kruideniers…  
Voor zijn komende aanval wordt de oude Van Beek geassisteerd door een rits gangmakers. Met als bijkomstigheid dat  op het middenterrein de boel opgeleukt wordt door DJ Jean, en meer grappige zaken. Want zeg nou zelf, om urenlang een mannetje fietsend achter een derny, voorbij te zien komen, is net zo spannend als het kijken naar copulerende schildpadden.
Overigens, Maas’ aanval op dat etmaalrecord is niet uniek. Wel nee! In 1906 werd dat al eens geflikt. Om precies te zijn in het Parijse Velodrome d’ Hiver. Waar op twaalf maart van dat jaar, het startschot viel voor een stayerskoers over een vierentwintig uur. Deelnemers, Henry Contenet, Emile Bouhours en Thuur Vanderstuyft. Winnaar werd de toen als stokoud beschouwde,  zesendertigjarige Bouhours.
En je raad nooit hoeveel kilometers die ouwe Bouhours bij elkaar sprokkelde:  dertienhonderdentwaalf kilometer en zeshonderdzestig meter (1312 kilometer en 666 meter!!). Een afstand waar die  Barnevelder alleen maar van kan dromen! Alhoewel…met die rare Van Beek kun je alles verwachten.

Info/donatieswww.1000kmin24uur.nl

Fotobijschrift: De gangmakers van Bouhours, Contenet, en Vanderstuyft op het middenterrein van het Velodrome d’ Hiver.

Op de affiches Hein, altijd fijn.

Die éne godvergeten dag in augustus 1926. De dag waarop   Heinrich ter hemel trok. In Hein’s eigen stijl.  Heinrich Wronker, gangmaker én adrenalinerukker, in die volgorde, sinds 1908 actief op de wielerbanen waar hij     een zekere reputatie had opgebouwd.  Heinrich op de affiches? Garantie voor reuring. Ook op de Amsterdamse wielerbaan Zeeburg. Zoals in juni 1915. Stayerstweekamp tussen de Belg Leon Vanderstuyft en lokale favoriet Jan van Gendt. De laatste gaf zijn tegenstander tijdens de race, een muilpeer. Vanderstuyft ´getrokken´ door Heinrich, maakte een doodsmakkerd. Bij  Hein sloegen de stoppen door.  Op zijn zware Brennabormotor werd jacht gemaakt op Van Gendt. Die hij tot twee keer toe van de fiets probeert te rijden. De aanwezige sportverslaggever van de Telegraaf wist daar wel raad mee. Een dag later werd het  incident met veel smaak opgediend. Waarbij volgens de allerbeste Telegraafmores de Vlaming Vanderstuyft de schuld kreeg.
Heinrich Wronker, afkomstig uit Keulen, maakte in 1914 Cor Blekemolen wereldkampioen. Maar was nét niet goed genoeg voor de top. Van de Keulenaar,  voornamelijk actief met renners uit de B-klasse, is maar één foto bekend:  samen met renner Walter Ebert. De laatste een treurige kerel waarvan de tegenslag aan zijn kont was vastgeplakt, koerste meer dan twintig jaar achter de motor. Misschien daarom dat de man het niet zó nauw nam met het begrip ‘veiligheid’. Als  oorlogsveteraan vechtend aan het Russische front, had Ebert wel ergere dingen  meegemaakt. ´Het kan wel´, moet hij daarom gedacht hebben. Nadat Walter in de onderste balhoofdlug van zijn stayersfiets een breuk ontdekte, soldeerde hij dat zelf. Het kon dus niét. Enkele dagen later het Gouden Wiel van Maagdenburg, gehouden op 1 juni 1924. Stayerskoers over drie manches. Waar Walter, tijdens tweede manche, boven het motorgeraas uit een rare ´krakkk´ hoorde. Met een gebroken frame waarvan het soldeer nog warm was, sloeg hij sloeg twee keer over de kop.
Walter 41 jaar, die voor zijn Kaiser drie jaar met zijn poten in het ijswater van de loopgraven stond en de luizen van zijn lijf moest schrapen, stierf twee dagen later. Bij lijkschouwing oogde zijn schedel als een jigsawpuzzel: van die details dus.
In de Grote Stayershemel werd er ongetwijfeld op schouders geklopt.  Want twee jaar later, augustus 1926 op de Keulse wielerbaan. Race tussen gangmakers onderling. Altijd leuk pauzenummer. Heinrich Wronker zorgde voor de broodnodige sensatie.  De Keulse gangmaker kon nog maar nét een gevallen collega ontwijken. En vloog daarbij de tribunes in,  waar hij tussen de houten banken de geest gaf.

Foto 1:  Heinrich Wronker met Walter Eberts. Foto 2: de val van Eberts in de Kleine Herftsprijs van Essen 11 september 1910.

Bron: Radwelt  jaargang 1910, 1914, 1924. Illustrierter Radrenn-Sport jaargang 1926.

Koninklijke begrafenis én een smartlap

Copy of karelverbistgraf 010Begin november komt er aan. Tijd voor Allerzielen. Een dag om even stil te staan bij de doden. Gedenk het sterven, en bezoek het graf van een geliefde.   En voor de vergeten overledenen?  Stuyfssportverhalen bezocht daarom het graf van Karel Verbist, rustend op de dodenakker van zijn woonplaats Wijnegem, België.
 

De beklemming slaat je direct om de strot. Tragedie is niet ver weg.  Op een kruispunt van twee paden staat een in steen gevangen vrouwenfiguur te snikken. Het is de gebeeldhouwde, troosteloze immense verdriet van een moeder. Met handen voor haar ogen geslagen, leunend tegen een graf. Aan haar voeten een fietswiel. Op de afsluitsteen een lauwerkrans. Naast de moeder een mooie vrouw die liefdevol naar een portret van een jonge man kijkt. Het graf van Karel Verbist, bevindend op een prominente plek van de begraafplaats, is één brok versteend drama. Karel, zesentwintig jaar jong. De trots en toeverlaat van zijn moeder, maar ook een talentvol stayer. Verbist begon de uitslagenlijsten te bestormen. De eerste grote contracten op de Duitse wielerbanen waren getekend.  In 1908 won Karel tien grote koersen waaronder de prestigieuze Grote Prijs van Duitsland. Karel Verbist, zoon van een straatarme moeder verdiende met zijn sport meer dan honderddertigduizend goudmark. Geld waar hij zijn moeder ruimhartig in liet meedelen.Copy of karelvebisthelm
De definitieve doorbraak naar de top was een kwestie van tijd. En dát laatste werd Karel niet gegund. 21 juli 1909, Belgisch nationale feestdag. Opgeleukt met een stayerskoers op de Karrenveld-wielerbaan in Brussel. Een uitverkocht huis, met Karel Verbist, populair bij het volk als dé grote publiekstrekker. Tegenstanders waren Vanderstuyft, Schipke en Samson. Een koers over een uur. En daar ging het helemaal mis. Een scenarioschrijver had er zijn lippen bij afgelikt. Karels dood en begrafenis, die daarop volgde, waren dan ook groots, meeslepend, dramatisch en schokten heel Vlaanderen en ver daar buiten. Met nog één minuut te gaan, in winnende positie, kreeg zijn gangmaakmotor een klapband.  Verbist,  gelanceerd tegen de omheining schoof in de bocht van de baan naar beneden. Werd vervolgens vol geschept door de aanstormende motor van Schipke, en kwam stervend op de wielerbaan terecht.
Copy of karelpad5De stayer afkomstig uit Wijnegem, ten noorden van Antwerpen,  kreeg een  koninklijke begrafenis, waar heel Vlaanderen voor uitliep. Karel Verbist, eenvoudige jongen, werd na zijn hemelgang nóg populairder. Zijn naam zong decennia lang voort. Weliswaar in een smartlap, maar toch.  ‘Kareltje, Kareltje Verbist, had ge niet gereden op d’n pist, dan had ge niet gelegen in Uw kist’, galmde het in de staminees. Een dubieuze eer voor weinig renners weggelegd. De kleine maar grote stayer,  begraven in een graf met eeuwigdurend recht kreeg in 1935 gezelschap van zijn moeder.
De heldendaden van Karel Verbist, zijn ze in Wijnegem nooit vergeten. In 2009 besloot het gemeentebestuur van Wijnegem een fietspad naar hun illustere plaatsgenoot te vernoemen.
Bron: Radwelt 1907, 1908 en 1909. Een woord van dank aan Wilfried Vanden Eynden, gemeenteambtenaar van Wijnegem.

error: Inhoud is beschermd!
%d