‘Kareltje, Kareltje, Verbist, had ge niet gereden op d’n pist, dan had ge nu niet gelegen in Uwe kist’. Een regel uit een nogal macaber liedje, massaal gezongen in de Vlaamse staminees. Karel was dus wél actief op de piste. Karel was stayer achter zware motoren. Een levensgevaarlijke stiel, waarbij hij ongetwijfeld, de risico’s tegen elkaar had afgewogen. Het gewicht van de vele goudmarken liet de weegschaal doorslaan.
Karel, zoon van een arme moeder. Maakte in 1907 zijn debuut op de gevaarlijke Duitse wielerbanen. Won een jaar later tien grote koersen, waaronder het prestigieuze Grote Prijs van Duitsland. In 1909 stond er honderddertigduizend goudmark op Karels rekening, waarin hij zijn moeder ruihartig in liet delen. En dan, dan is er geen koffie maar 21 juli 1909. Belgische nationale feestdag. Op geleukt met een stayerskoers gehouden op de Karreveldwielerbaan in Brussel. Karel als publiekstrekker op de affiches. Uitverkocht huis, voor een stayerskoers over een uur.
Met nog maar één minuut te gaan, ligt Karel in gewonnen positie. De Grote Hemelse Regisseur had een fijn gevoel voor een dramatische finale. Karel krijgt een klapband. Acht dagen later krijgt Verbist zijn postume hulde, met een begrafenis die groots, meeslepend en dramatisch was, waarbij zo’n beetje heel Antwerpen afscheid van hem nam. Met als grote finale Karels monumentale graf, nog steeds bevindend op de gemeentelijke begraafplaats in Wijnegem, vlakbij Antwerpen.
Karel Verbist, allang vergeten in het collectieve geheugen. Behalve in Wijnegem, zijn geboorteplek, waar een pad naar Karel is vernoemd.
Als je denkt alles van Karel Verbist te weten duiken, er weer van die onbekende foto’s op. Zoals bovenstaande van Verbist’s begrafenis.


Godsamme, wát een foto! Zo één waar het drama nog steeds vanaf spat. Meer dan een eeuw oud en genomen na afloop van de Grosser Jubiläumpreis gehouden op de Keulse wielerbaan anno mei 1909. Een stayerskoers over honderd kilometer, gewonnen door Karel Verbist afkomstig uit Wijnegem ten noorden van Antwerpen. Karel, de bange hoop van heel Vlaanderen. Opkomende ster. De man die het de stayerende mof moeilijk ging maken. Won tot juni 1909 op de Duitse wielerbanen – de premier league van het toenmalige stayeren – vijf grote koersen. Waaronder de genoemde Grosser Jubiläumpreis. Schreef daarbij 17.100 goudmark bij op zijn bankrekening. Waarmee Karel aan het eind van dat jaar, op de geldranglijst, gepubliceerd door Radwelt, op de vijfde plaats stond.
Ach gut, arme Karel volksjongen uit Wijnegem, flauw lachje om de lippen, en onwennig met zijn stayersfietsje aan de hand, omringd door het op de voorgrond dringende Keulse rapaille, want lokale hotemetoten en ander schavuitvolk. Kijk ze staan, die zichzelf belangrijk vindende patjepeeërs, met hun gouden horlogekettingen en zelfvoldane harsessen. Van die mannen die stiekem hun pijp plachten leeg te kloppen in de Keulse bordelen. Hadden ze dan niet in de gaten dat de dagen van Karel al geteld waren?

