‘Het is één grote bende’

Vijftien keer leidde hij een stayer naar de nationale titel, en werd één keer Europees kampioen. Op de gangmaakmotor is Willem Fack een autoriteit. Een zestiende titel er niet in. Voor het  komende stayerskampioenschap, dinsdag gehouden in het Alkmaarse Sportpaleis, bedankt Fack voor de eer.

‘Ik had wel willen rijden,’ opent Fack het gesprek, ‘Als er een goede renner beschikbaar  was. Maar die is er niet. Ik pas er voor om met een renner te koersen, waarvan ik van te voren weet dat die weg gereden wordt. De laatste jaren reed ik met Ocko Geserick, (foto links) maar die is er mee gestopt. Die jongen werkt inmiddels hele dagen, en voelt er weinig voor om ’s  avonds laat op de baan van Alkmaar, een uurtje te trainen, als er vrijwel geen koersen meer zijn. En groot gelijk heeft hij’.  

Volgens Fack is de stayerssport vrijwel dood, waarbij hij de beschuldigende vinger ondermeer priemt richting wielerbond.  ‘De KNWU is de slechtste sportbond van Nederland’, fulmineert  Fack. ‘Voor de stayerij is geen beleid, en al helemaal  geen geld. Een goede renner gaat niet meer stayeren. Die verdiend z’n geld wel op de weg. Het is toch een schande dat er inmiddels drie overdekte banen zijn, waar geen plaats is voor  stayers- of dernykoersen. Goede renners komen nooit meer achter de motor. Er is momenteel maar één koers per jaar, en dat is het nationale kampioenschap. Ook in Duitsland legt de sport op z’n kont. Neem de Grote Kerstprijs van Dortmund, een traditionele koers van vér voor de oorlog, die wordt al tien jaar niet meer gehouden.  Het is één grote bende’.  

Willem Fack, inmiddels achtenzestig jaar, en meer dan veertig jaar gangmaker, weet waar de kneep nog meer zit. Volgens hem zijn ook de baandirecties, én  de vroegere gangmakers schuldig aan de teloorgang van de sport. ‘Wij hadden een keer een koers op Alkmaar. Komt die Walrave, inmiddels al tien jaar met pensioen, naar de op het middenterrein zittende gangmakers. Hoor ik hem, met een verwijtende klank in z’n stem roepen, dat wij de boel op gang moeten trekken. Een mooie die dat riep. Dat was dus de vroegere topgangmaker Walrave, de man die altijd de koers ‘regelde,’ die er altijd voor zorgde dat vrijwel iedere stayerskoers van een ‘briefje gereden’ werd, (van een briefje rijden, is in de stayerij een eufemisme van  een te voren afgesproken uitslag). Hoezo moeten wij de boel op gang trekken? Hij was de man, die de boel juist afgebroken had.’

In het stayeren van oudsher bekend als onbetrouwbaar, staat Fack bekend als iemand die altijd ‘rechtdoor rijdt’,  en wars is van afspraken. ‘Al die vroegere gangmakers zijn dood. Ook in Duitsland. Dat waren mannen die altijd de boel flikte. En wat gebeurd er nu? Precies het zelfde. Die jonge Duitse gangmakers, laten hun oren hangen naar de baandirecties. Dan moet er van zo’n baandirecteur weer één of ander lokale kneus winnen, alsof het publiek dat niet door heeft. En de gangmaker die daar maling aan heeft, kan het voor ééns en altijd vergeten. Die komt nooit meer aan de bak’.  

Ook over het naderende nationale kampioenschap, is Willem Fack somber gestemd. ‘Dinsdag komen twee goed getrainde profs aan de start, opgevuld met vier matige stayers. Renners die de hele dag werken, en in de avond een paar uurtjes trainen. Die jongens fungeren als kanonnenvoer’.

Willem Fack meer dan veertig jaar gangmaker, weet precies het antwoord op wie zijn beste renner was: Patrick Kops met wie hij zes nationale titels veroverde. Waar bij hij tevens Patrick Kos roemt   met wie hij de Europese titel pakte, en een kwartet nationale  kampioenstitels.

‘Ach het is allemaal afgelopen’, verzucht Willem Fack. Mijn tijd zit erop. Ik heb het wel bekeken’. Of dat laatste zo is maar de vraag, want niets zo veranderlijk als de mens, laat staan een gangmaker.

Dinsdag 28 februari Kampioenschap van Nederland stayeren, gehouden in het Sportpaleis van Alkmaar. Aanvang finale 20.00 uur, toegang gratis.

Reactie:

Hai André en jammer van je negatieve verhaal over de stayerssport. De woorden van Willem Fack klinken mij heel bekend. Zo praat hij sinds ik hem ken, inmiddels dertig jaar. Willem is een aardige vent, maar altijd negatief, ondanks dat hij voor mij, als gangmaker een voorbeeld is. Het klopt ook niet helemaal. Wij rijden komende dinsdag met zeven koppels en nog nooit  liggen de kwaliteiten zo dicht bij elkaar als dit jaar.

Afgelopen dinsdag hadden wij de laatste training afgewerkt, waarbij volle bak werd gereden. Vier koppels waaronder Reinier Honig reden de hele training in dezelfde ronde. Ik reed daarbij zelf een paar ronden tegen de tachtig kilometer per uur, al zal komende dinsdag uiteindelijk de ervaring belangrijker zijn dan de benen. Honig is dan zeker te kloppen, maar zijn ervaring kan de doorslag geven.

Dit jaar drie nieuwe stayers, waarvan twee jonger dan 25 jaar. Vorig jaar maakte ook twee ‘neo’s’hun debuut achter de motor.  Alleen doordat wielervereniging Alcmaria Victrix geen nationaal kampioenschap wilde organiseren, hadden wij een eigen organisatie opgezet, in samen werking met de Wielerronde van Ouddorp. Daardoor is komende kampioenschap redelijk laat in het seizoen, waardoor een aantal stayers niet mee kunnen doen, vanwege verplichtingen aan het wegseizoen.

Wij zetten samen de schouders eronder om deze mooie baandiscipline niet te laten vergaan! Er is genoeg animo en interesse, maar we moeten af en toe wat in de goede richting duwen. Het Nederlands Kampioenschap stayeren wordt altijd beter bezocht dan anderen baankampioenschappen.

Richard Konijn, gangmaker.

Tourvedetten sponsoren stayerskampioen

Van dat pokkenweer, waarin je geen hond buiten laat. Regen, gemengd met een kille, harde wind. Je moet wel bezeten van de sport zijn, als je daarin uren gaat trainen. Reinier Honig, inmiddels 36 jaar zit daar niet mee. Drijfnat thuis gekomen, klinkt de hij positief zoals altijd.  Waarom iemand van die leeftijd  daar nog trek in heeft?  Simpel, hij vindt het leuk. De man heeft nog steeds courage, en geniet iedere dag weer van zijn sport.   En wie zijn wij dan wel om daar iets over te zeggen..?
Honig vorige maand nog actief in het Midden-Amerikaanse  Costa Rica waar hij op de deelnemerslijst stond van de ronde van Costa Rica.  Een etappekoers over tien dagen met beklimmingen tot drieduizend meter. Volgens Honig, professional met dertien dienstjaren, was het de leukste koers waar hij ooit van start ging. Met winst in de tweede etappe en vierde in het eindklassement was de Noord-Hollander geen meerijder. Reinier Honig bekijkt het ieder jaar, en zolang zijn lijf goed blijft, plakt hij weer een seizoen aan vast. Goed gaat het nog steeds. Vooral met stayeren, zijn belangrijkste stiel.

Koersen achter de motor is en blijft zijn hoofddoel. Honig behoort tot de stayerstop. Afgelopen zomer werd hij Europees stayerskampioen. De verse kampioen is  geen veelvraat, en is met weinig te tevreden. Met minimale sponsorondersteuning wist hij het ieder seizoen uit te zingen. Met zijn   Europese titel diende ook spontaan, een schaar sponsors zich aan.
Vooral uit z’n vriendenkring, zoals  Laurens ten Dam, Niki Terpstra en Woutje Poels, die hem financieel ondersteunen. Zoals het bij een kampioenschap hoort zijn daar ook de contracten. Met het Europese kampioenshirt aan, reed de Noord-Hollander meer dan twintig stayerskoersen vooral in Duitsland.
Samen met gangmaker René Kos richting Duitse wielerbanen. Waar Honig, zestig kilometer voor de plaats van bestemming, uit de auto stapt, om vervolgens op  z’n wegfiets richting stadion, zich warm te rijden.

Dan is het komende dinsdag 21 januari, het nationale stayerskampioenschap. Gehouden in het Alkmaars Sportpaleis, en inmiddels een vaste traditie. Een kampioenschap waar Reinier Honig dé favoriet is. Of het voor de Europese kampioen een kwestie is van even een nieuwe kampioenstrui ophalen? Dat valt nog te bezien. Voor het publiek te hopen dat het komende kampioenschap het zelfde scenario krijgt als in 2017, De laatste was van begin tot eind bloedspannend. Zie filmpje..

Nationaal stayerskampioenschap. Dinsdag 21 januari, aanvang voorprogramma 19.30 uur. Toegang 3 euro.  Locatie Sportpaleis van Alkmaar.

Gebutst en geschaafd naar het zilver

almaarvalgroenNee, geen trauma. Ook is hij niet bang geworden. De man is namelijk stressbestendig. En keihard voor zich zelf. Wat moet er eigenlijk gebeuren om Dex Groen uit balans te krijgen? Daar moeten we maar niet aan denken. Afgelopen zondag, tijdens het nationale stayerskampioenschap maakte hij een ware doodssmak. Met als extraatje een zware 450 cc gangmaakmotor boven op zijn lijf. En schoof vervolgens onder de motor meters door op de houten wielerbaan. Waarbij de poorten van de hel héél even open ging. Met apocalyptisch geraas van brullende motoren, brekend en splinterend hout, en een collectieve schreeuw van afschuw afkomstig van de volle tribune. Als de stofwolk is opgetrokken zijn er drie  slachtoffers:  gangmaker Uwe Smit en de renners Marc Oostendorp en Dex Groen. Vooral de laatste. Die bleef roerloos op de baan liggen. Heel even maar. Groen stond op. Een wonder. Shirt helemaal aan flarden. Rug, armen en benen onder de brandplekken en schaafwonden.  Voor stayers die bang zijn is maar één remedie: de fiets pakken en opstappen. Groen deed dat gewoon. In het Sportpaleis gaf geen zinnig mens één eurocent  voor hem en zijn titelaspiraties. En te bedenken dat Groen tot het moment suprême bezig was om Patrick Kos, de kanshebber, met een mooie en harde koers het zo moeilijk mogelijk te maken.dexmooij
Gebutst, gekneusd en gewond, ging de Noord-Hollander opnieuw van start. Groen, gegangmaakt door Sam Mooij, startte rustig. Bungelend op de vijfde plaats, draaide Sam Mooij rustig aan de gashendel. Mooij en Groen stoomden langzaam, ronde voor ronde op. De eerste plaats was al vergeven aan de ongenaakbare Patrick Kos. Wat restte was het gevecht om het zilver. Waar Groen met pijn in zijn hele lijf op een bewonderwaardige manier naar toe knokte. Wat niet gemakkelijk was. De oude en taaie Raymond Rol hield nog het langst stand. Om in de laatste vijf ronden het hoofd te buigen.
Tijd om een feestje te vieren, laat staan te herstellen was er niet. Dex Groen, zilveren medaille, vertrok een dag later richting Spanje voor een  trainingskamp. Waar hij laat weten zich lichamelijk niet zó goed te voelen. Hij is stijf, voelt zich koortsig en heeft pijn in zijn hele ‘lijer’. Slapen of zitten in een stoel is heel lastig. Maar ondanks dát traint hij dagelijks. Weliswaar op een klein programma, maar toch. Dex Groen wil in de voorjaarsklassiekers er ‘staan’. Ook als stayer blijft hij actief . Wat mooie tijden belooft in het Alkmaarse sportpaleis.

Pronte meiden én fietskoeriers…

Het blijft wennen, de nationale baankampioenschappen tussen de feestdagen in. Maar zet je daar over heen en je krijgt drie dagen lang topsport in het sportpaleis van Alkmaar. Met op het middenterrein de klassieke dwangneurotische rituelen van wielrenners vlak voor een titelrace wat staat voor ritmisch geraas van dansende fietsen op rollenbanken, gapende renners lurkend uit bidons of hangend op een bankje: slaafse ouders in de schaduw.
De tijdrit over vijfhonderd meter voor vrouwen neemt een aanvang en dat betekent twee rondjes razen over het hout. Aan de start pronte, stevige meiden, met volle derrières. Een holle stem roept  renster Willy Kanis (foto) aan het vertrek.
Trainingsjack gaat uit, de muts achteloos opzij gegooid, de spacy helm  op, en de armen liggend op het ossenkopstuur. Van kop tot aan haar tenen is Kanis gemotiveerd. Ze is kwaad, zeg maar gerust razend. Ze voelt zich namelijk door de wielerbond genaaid, gepasseerd, in de steek gelaten.
Maandenlang had ze van de KNWU niets vernomen, moest ze het helemaal alleen uitzoeken. Voor de goede orde: Kanis is één van de weinige medaillekanshebbers bij de volgende wereldkampioenschappen. Razernij én gebrek aan waardering is de beste dope voor een wielrenner, daar kan geen pil, spuit of wat voor preparaat tegen op.
Met imposante én gespannen dijen gaat ze van start. Twee ronden rammen, het hart tot angstaanjagende hoogte jagen, de verzuring door de spieren voelen kolken. De rondebel klingelt en een kaalhoofdig  jurylid met gekwelde blik slaat het rondebord om, alsof de renster in kwestie niet tot twee kan tellen…
Als  Willy Kanis bezig is het baanrecord te verpulveren, wat weer goed is voor een nationale titel, verschijnt op het middenterrein Amsterdams aller-snelste fietskoerier: Levi Heimans, heeft zijn entree gemaakt…
Heimans zien is, altijd, bij jezelf de vraag stellen of hij niet op de verkeerde sportlocatie is beland. Met zijn baard van een week oud, op zijn rug een fietskoerierstas oogt hij meer als een skateboarder die zichzelf vertwijfeld afvraagt in wat voor rare halfpipe hij nou is beland. In plaats van een board hangt er aan zijn hand een ‘tijdritmachine’.
Levie Heimans, student, fietskoerier, tijdrijder, én de machinist van de nationale achtervolgingsploeg, kijkt rond, knikt, maakt een praatje, schudt een hand, en loopt met dromerige oogopslag, uiterst relaxt naar een bankje: als een panter die klaar is voor de beslissende, dodelijke  sprong.
Nadat Willy Kanis haar zoveelste kampioenstrui op het schavotje aangereikt kreeg, worden rollenbanken ingeklapt, fietsen gedemonteerd, tassen ingepakt. Na twee rondjes fietsen verlaten de meiden het sportpaleis en is het wisseling van de wacht. Heimans en zijn collega’s maken hun opwachting voor de kilometer-tijdrit.
Dat waren dus de nationale fietskampioenschappen tussen kerst en oud en nieuw in. En nu maar hopen dat het een traditie wordt…

Foto: bf-one.com

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: