Pronte meiden én fietskoeriers…

Het blijft wennen, de nationale baankampioenschappen tussen de feestdagen in. Maar zet je daar over heen en je krijgt drie dagen lang topsport in het sportpaleis van Alkmaar. Met op het middenterrein de klassieke dwangneurotische rituelen van wielrenners vlak voor een titelrace wat staat voor ritmisch geraas van dansende fietsen op rollenbanken, gapende renners lurkend uit bidons of hangend op een bankje: slaafse ouders in de schaduw.
De tijdrit over vijfhonderd meter voor vrouwen neemt een aanvang en dat betekent twee rondjes razen over het hout. Aan de start pronte, stevige meiden, met volle derrières. Een holle stem roept  renster Willy Kanis (foto) aan het vertrek.
Trainingsjack gaat uit, de muts achteloos opzij gegooid, de spacy helm  op, en de armen liggend op het ossenkopstuur. Van kop tot aan haar tenen is Kanis gemotiveerd. Ze is kwaad, zeg maar gerust razend. Ze voelt zich namelijk door de wielerbond genaaid, gepasseerd, in de steek gelaten.
Maandenlang had ze van de KNWU niets vernomen, moest ze het helemaal alleen uitzoeken. Voor de goede orde: Kanis is één van de weinige medaillekanshebbers bij de volgende wereldkampioenschappen. Razernij én gebrek aan waardering is de beste dope voor een wielrenner, daar kan geen pil, spuit of wat voor preparaat tegen op.
Met imposante én gespannen dijen gaat ze van start. Twee ronden rammen, het hart tot angstaanjagende hoogte jagen, de verzuring door de spieren voelen kolken. De rondebel klingelt en een kaalhoofdig  jurylid met gekwelde blik slaat het rondebord om, alsof de renster in kwestie niet tot twee kan tellen…
Als  Willy Kanis bezig is het baanrecord te verpulveren, wat weer goed is voor een nationale titel, verschijnt op het middenterrein Amsterdams aller-snelste fietskoerier: Levi Heimans, heeft zijn entree gemaakt…
Heimans zien is, altijd, bij jezelf de vraag stellen of hij niet op de verkeerde sportlocatie is beland. Met zijn baard van een week oud, op zijn rug een fietskoerierstas oogt hij meer als een skateboarder die zichzelf vertwijfeld afvraagt in wat voor rare halfpipe hij nou is beland. In plaats van een board hangt er aan zijn hand een ‘tijdritmachine’.
Levie Heimans, student, fietskoerier, tijdrijder, én de machinist van de nationale achtervolgingsploeg, kijkt rond, knikt, maakt een praatje, schudt een hand, en loopt met dromerige oogopslag, uiterst relaxt naar een bankje: als een panter die klaar is voor de beslissende, dodelijke  sprong.
Nadat Willy Kanis haar zoveelste kampioenstrui op het schavotje aangereikt kreeg, worden rollenbanken ingeklapt, fietsen gedemonteerd, tassen ingepakt. Na twee rondjes fietsen verlaten de meiden het sportpaleis en is het wisseling van de wacht. Heimans en zijn collega’s maken hun opwachting voor de kilometer-tijdrit.
Dat waren dus de nationale fietskampioenschappen tussen kerst en oud en nieuw in. En nu maar hopen dat het een traditie wordt…

Foto: bf-one.com

error: Inhoud is beschermd!