Follies Bergère

Twee zwarte jongens. Aangespoeld in het vrijgevochten Parijs van 1908. Afkomstig uit Amerika, waar de rook van de Burgeroorlog amper was opgetrokken. Een duo,getormenteerd door racisme. Vrij in naam én wet. Maar ze moesten nou ook weer niet hun kop té ver boven het blanke maaiveld uitsteken.
Marshall ‘Mayor’ Taylor en Sam McVea, wielrenner en bokser. Gefotografeerd begin juni 1908 op de Buffalowielerbaan in Parijs. Bloedbroeders. Al was het alleen maar door hun lotsbestemming.
Over Taylor, een toenmalig fenomeen op de sprint, is inmiddels genoeg gepubliceerd, en daardoor een legende geworden.
McVea is de grote onbekende. Nog steeds. Ten onrechte. Sla de sportbladen uit die tijd open en foto’s van Sam spatten je regelmatig tegemoet. Tijdens de Belle Epoque behoorde McVea tot de beste vechters van zijn generatie.
McVea, zwaargewicht uit Texas, zoon van vroegere slaven. Kwam voor een serie contracten in 1907 naar Parijs. En bleef vier jaar in de Lichtstad, met ‘uitstapjes’ naar de rest van Frankrijk, dat staat voor vijfendertig gevechten. Bokspartijen georganiseerd door en voor de Franse happyfiew. Sam won dertig keer. Achtentwintig tegenstanders werden wakker op het canvas.
Dat Sam ook ‘vocht’ in het toen redelijk verdorven Follies Bergère is ter duiding. Maar Sams partij tegen Joe Jeanette, afkomstig uit New York, ging voor eeuwig de geschiedenis in als het langste ooit.
Jeanette versus McVea gehouden in Cirque de Paris, negenenveertig ronden,  drie uur lang, met voor McVea dramatische afloop. Enfin, Stuyfssportverhalen had daar al eerder over geschreven.
Terug naar de Buffalo-wielerbaan. Waar Taylor als voormalige wereldkampioen een van de sprintvedettes was. Hoe, en waarom McVea daar was? Niét meer te achterhalen. Wél dat een aanwezige fotograaf van het sportblad La Vie au Grande Air de jongens, tijdens een onderonsje op de foto ving.
Sam McVea sloot in 1921 op zevenendertigjarige leeftijd voor eeuwig zijn ogen. Ondanks zijn succesvolle bokscarrière, had de man geen rooie cent op de bank staan. Voor de voormalige champ wachtte een naamloos graf. Het was zijn collega Jack Johnson die niet alleen zijn begrafenis betaalde maar ook Sams  eeuwige graf.
Sam McVea rust nog steeds op Mount Olivert Cemetery in New York.
Bron: onder meer La Vie au Grande Air jaargang 1908.

Lees ook: https://stuyfssportverhalen.com/2009/02/12/parijs-1909-en-het-langste-gevecht-ooit/

Verkocht?

De wegen waren middeleeuws. Het materiaal abominabel. Regen en kou. Evengoed was de gemiddelde snelheid meer dan achtendertig kilometer per uur. Voor de goede orde: gerealiseerd tijdens Bordeaux-Parijs, de meest helse, epische, en verschrikkelijkste koers ooit. Want zeshonderd kilometer lang, waarvan bijna vierhonderd achter een voortjakkerende derny. Superlatieven genoeg. Het verslag in Le Miroir des Sports, van september 1953, leest dan ook als een Grieks heldenepos. Met Wim van Est en Ferdinand Kubler in de hoofdrollen.
Ondanks dát klopt het niet. De uitslag van deze Bordeaux-Parijs schuurt en schrijnt namelijk. Want zo’n koers, over zo’n monsterafstand behoort niet beslist te worden in een sprint voor twee renners.  Aan de prestatie van Van Est doet het niets af. Van Est, een groots renner, een gegeven dat behoort tot de algemene sportontwikkeling. Dat de man  een oermens was weten we onderhand wel. Dat kwam ook uit het koersverslag in de Miroir naar voren.
Het was Van Est die, met een meedogenloos tempo, heerste op de wegen tussen Bordeaux en Parijs. Waar maar één renner kon volgen: Ferdinand Kubler. Volgens de verslaggever was het een bijna vijftien uur durend adembenemend duel. Helemaal toen Kubler, bij het verlaten van Orleans lek reed. Voor Van Est het sein om er met zestig per uur vandoor te gaan. Kubler had zich vervolgens twintig kilometer lang helemaal krom gereden. Hoe krom, ‘krom’ is? Bekijk de bijgevoegde foto van een uitgemergeld, lijdend mens, hangend op een racefiets, amper de derny volgend. Die op de kasseien, in de buurt van Angerville, eindelijk de aansluiting bij Van Est vond. Om kort te gaan, vijftig kilometer voor Parijs, in de heuvels van de Chevreuse was het duidelijk. Van Est kon Kubler er niet af rijden
Of bij winst Van Ests marktwaarde, omhoog ging? Nee. De man had Bordeaux-Parijs in 1950 én 1952 al gewonnen. Kubler nooit. Dat er vervolgens íets’ geregeld was, is dan ook niet denkbeeldig. Enfin, de finale was simpel in eenvoud. Het duo stormde gezamenlijk de wielerbaan van het Parc des  Princes op, waar Van Est op de streep geklopt werd.
Een man als Kubler, winnaar van de Tour 1950, siert de eeuwige uitslagenlijst van  Bordeaux-Parijs. Dan rest nog de vraag of zo’n monsterkoers een aanslag was op het fysieke gestel. Ferdinand Kubler overleed in 2016 op zevenennegentigjarige leeftijd. Wim van Est tikte de acht kruisjes aan.

Bron: Les Miroir des Sports september 1953.

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: