Traditie

Of het ver gezocht is? Ach, wat maakt dat uit. Inderdaad, de man is een eeuw geleden, dramatisch gestorven. En totaal uit het collectieve geheugen verdwenen. Moet je dan nog jaarlijks op zijn sterfdag daar bij stil staan?  Ja! Dáárom legt Stuyfssportverhalen, jaarlijks op de sterfdag van Piet van Nek een bloemetje op diens graf. Kleine eerbetoon aan een vergeten sportheld. Per slot van rekening ben je pas dood als je vergeten bent.
Piet van Nek dus, stayer tijdens de Belle Epoque. Had een eigen, indertijd beruchte supportersclub, bestaande uit havenarbeiders en scheepswerkers, jongens van de gestampte pot en afkomstig uit de volksbuurten van de Amsterdamse Oostelijke Eilanden. Piet van Nek was één van hen, want was voor zijn stayerscarrière elektricien bij de Amsterdamse Droogdok Maatschappij. Van Neks  supporters, drank in het lijf,  áltijd luidruchtig aanwezig.  Wat een enkele keer flink uit de hand liep. Zoals op de Scheveningse wielerbaan, waar  Van Nek een kunstje geflikt werd. Voor Piets supporters een rede om een flinke knokpartij te beginnen, met onder meer de Haagse politie.
Deze blog had al vaker gepubliceerd over Van Nek.  En voor degene die dat ontgaan waren: Van Nek, stayer achter grote motoren. Een moeilijke jongen, maar talentvol rolrijder. Brak in het seizoen 1913 in Duitsland eindelijk door. Wat beloond werd met een serie goedbetaalde contracten voor koersen op de Duitse wielerbanen. En daar ging het helemaal mis. Tijdens Van Neks eerste grote koers, gehouden op 13 april 1914 op de wielerbaan van Leipzig, kwam Van Nek zwaar ten val. Een dag later stierf hij aan de gevolgen van een schedelbreuk. In Amsterdam kreeg Van Nek een begrafenis, die groots en meeslepend was, bijgewoond  door meer dan tachtigduizend Amsterdammers.
Ook Duitsland, van oudsher dwepend, met gesneuvelden op het slachtveld,  besteedde  aandacht aan de tragische dood van de Amsterdammer. Van Nek werd herdacht door middel van een sinister aandoende ansichtkaart, voorzien van twee doodsengelen en gedrukt in duizelingwekkende oplages: altijd fijn om zoiets te ontvangen op je verjaardag.
De  rauwe en ruwe  supportersclub schonk  Van Nek een koninklijk aandoend praalgraf, op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam. Een graf dat inmiddels een monumentenstatus heeft, en  door Monumentenzorg goed onderhouden wordt. Afgelopen winter werd het graf grondig gerestaureerd, gezandstraald, en voorzien van nieuwe sierkettingen. Voor de komende eeuw ligt Piet er weer mooi bij.

Dat was 2018

Verwacht geen hoogdravende, lyrische beschouwing van 2018. Toch staat deze blog even stil bij het afgelopen jaar, want  die blijft geëtst als een jaar vol drama, en afscheid nemen. Zoals  van bokser Jan Huppen, links op de foto, een jeugdidool, en net als schrijver dezes, afkomstig uit de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt.  Jantje,  zoals hij liefkozend werd  genoemd,  trainend in de gym van Dick Groothuis gevestigd  in de Warmoesstraat,  held van de buurt, mocht twee keer de eer van zijn land verdedigen op de Olympische Spelen van Tokio én Mexico.
Hoewel Jan nooit verder kwam dan de tweede ronde schreef hij tóch geschiedenis.

Al was het alleen maar tijdens de historische judofinale in Tokio1964. Nadat Anton Geesink het goud won was het Jan Huppen, als toeschouwer aanwezig, die, onder het oog van televisie- én filmcamera´s, juichend de judomat opstormde. Dat hij direct door  Geesink werd weg gestuurd maakt niks uit, want Jan, op het celluloid gevangen, blijft op de film voor eeuwig die jongen afkomstig uit de Molensteeg.  Afgelopen oktober overleed Jan Huppen op de leeftijd van negenenzeventig jaar.
Ook in de persoonlijke sfeer was het een memorabele jaar. Half juli overleed, vólkomen onverwachts, mijn schoonzoon, de vader van m’n kleinzoons en dertig jaar deel uitmakend van  de familie. Zijn overlijden was, en is nog steeds, één groot, traumatisch, drama. Nog in shock, diepe rouw met de bijbehorende emoties, volgde twee weken later de genadeklap: het overlijden van Henny Marinus, een dierbare en lieve kameraad. Over Henny Marinus, (foto hieronder), én diens wielercarrière is op deze blog al genoeg gepubliceerd. Henny’s overlijden kwam keihard binnen.
Na het laatste, definitieve  afscheid van mijn schoonzoon, was die van Henny emotioneel té zwaar om daar bij te zijn. 
Dan was er ook nog het stoppen van de Wielersport.Slogblog.nl, dé wielerblog, ruim tien jaar gerund en volgeschreven door Fred van Slogteren. De Slogblog behoorde tot het dagelijkse ritme, want na het ontbijt en koffie, eerst even kijken wat daar op stond.
Behalve de columns en verhalen, was één van de hoogtepunten van deze blog, de soms oplaaiende polemiek tussen Van Slogteren en Han Gruiter.
De laatste,  sportjournalist in ruste, beschikkend over een vileine, scherpe, geestige pen, plaatste regelmatig, sarrende  reacties, waar  Van Slogteren op reageerde: smúllen voor de meelezende, buitenstaander.
Vorige week tikte Van Slogteren de acht kruisjes aan. Voor Fred, auteur van meer dan dertien wielerboeken, een leeftijd om het rustiger aan te doen. Waarmee definitief een punt werd gezet achter zijn prachtige blog. Enfin, de ochtenden worden nooit meer zoals het was.

En dan het volgende: na vijf jaar van lobbyen, brieven én mails sturen, tot het aanspreken van wijlen burgemeester Van der Laan, kreeg stayerslegende Piet Dickentman, eindelijk zijn lang verdiende erkenning: begin dit jaar werd de Piet Dickentmanbrug, op het Amsterdamse Zeeburgereiland, geopend.
Dat was het jaar 2018, die goddank tóch positief afsloot met de geboorte van Felix. Mijn allereerste achterkleinzoon.
André Stuyfersant

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: