Keukentafel

Filip Speybrouck

Tijdrijders! Kerels met een latent erotische relatie, tot de stopwatch. Mystieken eenzaten, de lonely wolves van het peloton. Types die tijdens de Middeleeuwen tientallen jaren, eenzaam en verlaten in een vochtige grot huisde, op zoek naar de diepere betekenis van het goddelijke woord. Of beter gezegd, naar zich zelf. Een garantie om door het Vaticaan, tot heilige uitgeroepen te worden. En nét als je denkt dat je de zielenroersel van een tijdrijder begrijpt, is daar ook nog eens de recordman, de overtreffende trap van bezetenheid, want neurotisch op zoek naar erkenning, in de vorm van één of ander nietszeggend record.

De recordman, met maar één heilige missie: zijn plekje veilig te stellen in het Guines Book of Records, dé bestseller van het gekkenhuis. Ik ken ze persoonlijk, de jongens van de chrono. En eerlijk is eerlijk, stuk voor stuk aardige, sympathieke kerels, die blijven fascineren. Want de opofferingen waartoe ze bereid zijn, gaan de grenzen van de fantasie vér voorbij, waarbij niets te gek is.

Zoals die ene recordrakker, een dwangmatige jachtrijder ‘op leeftijd’, die, als voorbereiding op een recordaanval, wekenlang de nachten door bracht in een zelf geknutselde hogedruktent, gemaakt onder z’n keukentafel en dicht gemaakt met plastic. Of één van de bijbehorende trainingskampen, hoog in de Zuid-Amerikaanse Andes. Waar met een rugzak vol keien, – op meer dan tweeduizend meter hoogte, én in een vliegende sneeuwstorm, –  tegen bergen op werd gerend. De foto’s dáárvan, behoren inmiddels tot dé klassiekers op horrorsportgebied. Van zulke verhalen, mogen ze mij wakker voor maken, maar dat terzijde.

Ach, het zijn niet alleen de Obree’s de Tiemen Groens en de Roger Riviere’s, om een paar excentrieke adepten van de stopwatch te benoemen. Sinds kort heeft zich een nieuwe ster gemeld aan  het hardrijfront, ene Filip Speybrouck een zesenveertigjarige Vlaming. Op de magische wonderpiste van Mexico-Stad, raasde Filip onlangs, naar een werelduurrecord van 50.732 kilometer. Een prestatie die niet genoeg te roemen valt.  Aan Filip’s voorbereidingen, moeten we maar niet denken. Die valt  ongetwijfeld te rangschikken, in het betere horrorsegment.

En voor de sceptici onder ons: Filip was dus ruim een kilometer sneller, dan het legendarische record van Eddy Merckx uit 1972. Ik bedoel maar…

Sterven zonder dood te gaan

vanbeeklapazEind januari hoopt Maas van Beek, 59 jaar, het werelduurrecord aan te vallen. De voorbereiding daarvoor vindt plaats in de bergen rondom La Paz, Bolivia. Zes weken harde en meedogenloze trainingen zitten erop. Wat de locals niet is ontgaan. De Monnik van de Veluwe is in La Paz geen onbekende verschijning.  

Ze noemen het zelf een ‘rondje’, wat een eufemisme is voor een helse duurloop. Waarbij longen in de fik staan, en het hart tekeergaat als een goedkoop Hema-wekkertje.  Ieder dag een uur rennen op een hoogte van ruim drie kilometer. Gevolgd door twee uur fietstraining.  Eén grote sollicitatie om de cardioloog een hand te geven. Topsport is ongezond. Voor een hoog  hemotrocietgehalte moet je soms wel je hoofd onder een heiblok liggen.  Waar anderen een beroep op een Epokuurtje doen, haalt Maas van Beek dat uit zijn trainingen hoog  in de Andes. Over een parkoers dat in ieder geval historische verantwoord is. Rennen over een eeuwenoud  trappenstelsels door de Inca’s aangelegd. Dwars door dorpen en stadjes naar een hoogte van tweeënveertighonderd meter. Omringd door eeuwig besneeuwde toppen. Maas van Beek en begeleider Chris Bongers doen dat niet in anonimiteit. Vanaf balkons, en platte daken klinkt  massaal het ‘olee, Maas’. In een vers gestorte cementen stoep staat zijn naam geschreven, met dank aan bouwvakkers.maasren
Maas van Beek mag de locals tot zijn supporters rekenen.  In La Paz, Bolivia is Van Beek populair. Zijn bijnaam the Monk zingt in het rond. In een land waar goden en heiligen nooit ver weg zijn, doet Van Beek ruimschoots een duit in het kerkzakje voor een heiligverklaring. Al was het alleen maar het acclimatiseringproces.Een lijdensstatie alleen bestemd voor een aspirant  heilige.
Met  stervenskoude nachten waarbij urenlang wakker naar zuurstof werd gehapt.  Het lijf van Van Beek, een man van uitersten, is inmiddels aan zuurstofarmte gewend. Volgende week vertrekt hij naar een trainingskamp op 5600 meter hoogte. Naar het rijk van de Grijze Beer en de Condor. Het zijn de laatste weken.  Weken van pijn, afzien, ascetisch leven met de handen boven de dekens en dat voor het uur U. Dat als een slingerende, scherp geslepen bijl nadert.  Op 28 januari is het zover. De Monnik van de Veluwe valt dan het werelduurrecord aan. En niet op de beoogde baan in La Paz.
Dat  laatste was één grote desillusie. Een wielerbaan vol kuilen, bobbels en butsen. Na een week trainen stond het bloed in Van Beeks koersbroek.
maaskidsDe kont van de komende recordaanvaller is één groot mijnenveld. De aanval op het record vindt dan ook plaats op de supersnelle baan van Mexico City, waar de Monnik op een versnelling van 80×14 met omwentelingen van tweeënzeventig per minuut hoopt naar zijn Nirvana te razen.
De Zuid-Amerikaanse blitzkrieg van Maas van Beek is niet ongemerkt. Van Greame Obree, die in de jaren negentig op een zelfgebouwde fiets van wasmachineonderdelen twee keer naar het record snelde, kreeg Van Beek een persoonlijke mail. Obree, nog zo’n kleurrijke vogel, hoopt vurig dat de missie van de Monnik slaagt. Al was het alleen maar om de lange neus die getrokken wordt naar het wieler-establishment.

Pa we zullen je missen

Copy of brecyfamilieCharles Brécy, een wielrenner op leeftijd. Had de met stayerskoersen zuur verdiende franken goed belegd in een bloemenzaak. Weg uit de linke mallenmolen van de  wielerbanen, bracht hij zijn dagen slijtend tussen potten begonia’s, viooltjes en ander siergewas. Brécy in de suffe wereld van het bloemschikken waar het grootste gevaar was zich zelf te prikken aan de doorns van de rozen was hard op weg een  droogstoppel met groene vingers te worden. Dan gebeurt er een vreemd proces wat nu bekend staat als een midlifecrisis. De man wilde zich zelf nog één keer bewijzen. Hoewel zijn lijf de beste dagen als wielrenner achter de rug had, ging Charles nog één keer voor de roem. Nog even die massale aandacht, nog één keer razen achter de rug van een gangmaker.laatstebrecy
De bloemist ging het werelduurrecord achter motoren aanvallen. Na weken van voor bereiding was het nog twee dagen te gaan voor het ‘Uur U’! Voor Le Echo des Sports een reden om bij de  toekomstige recordhouder even langs te gaan. 
Tussen de trainingen en voorbereidingen door vond Charles nog een gaatje in zijn agenda. Maar op één voorwaarde: het gezin én bloemenzaak moesten op de foto.
Copy of brecyy2De fotograaf en journalist van het sportblad kon  komen. Net thuis  van de training op de baan van het Parc des Princes, had Charles Brécy snel de rouwkransen mét linten in de etalage even geschikt. De bloemenvazen met rozen, lelies en tulpen mooi in het oog geplaatst. Gratis reclame in een sportblad met grote oplage is nooit weg, ook niet in 1905.
De familie Brécy was er klaar voor. Staand op de stoep voor zijn nering bekeek  Brécy zijn opgepoetste nakomelingen. In de winkelingang mevrouw Brécy bij wie de bezorgdheid van het gezicht droop. Voor naderend onheil hebben vrouwen een tweede zintuig. Ook de bedgenote van Charles. Twee dagen later raasde Charles achter de motor van gangmaker Bertin in de armen van De Dood. Door een breuk in de vork van de motor kwam de bloemschikker ten val. Bloedend uit vele wonden bleef hij op de wielerbaan liggen. Het gebutste lijf van Charles Brécy werd bijgezet op de begraafplaats van Montparnasse. Aan de rand van het vers gedolven graf zijn gezin. Op de langzaam zakkende kist een krans voorzien van lint de met tekst: ‘Pa we zullen je missen’. Grafkrans en lint uit zijn eigen winkel, dat dan weer wel. 

Records, en gebarsten schedels als rijpe meloenen

Stinson, Will (1)Willy Stinson flikte het toch maar. Terwijl ze in het Europa van rond 1900 nauwelijks vijftig kilometer in het uur haalde, jakkerde Willy, achter de motortandem, bemand met stuurman Harry Miles en gangmaker William Stafford  naar vierenzestig kilometer: tevens een  nieuw wereldrecord.  Willy’s record, gevestigd in Boston, was hét startsein voor een krankzinnige wedloop om dat aan te vallen. Het werelduurrecord achter de zware motor, krantenpersen werden daarvoor stop gezet, en als renner had je daarmee een ‘binnenkomer’.  Een prestigieuze aangelegenheid  dus waarvoor renners bereid waren  daar héél ver in te gaan. Maar er was wel dat ene vervelende probleem: de Europese motoren waren niet zó snel als de Amerikaanse. Piet Dickentman, handige knutselaar, loste dat uiterst creatief op. De Amsterdammer plaatste de buddyseat van de motor tot boven het achterwiel. Waarmee de renner optimaal in de zuiging van de motor zat. Had wél wat  vervelende  gevolgen. In volle snelheid begon het  voorwiel van de motor te zweven. Blokken lood, aan het stuur gehangen, moest dat voorkomen: het leven van renners, gangmakers én publiek was niet zóveel waard.  
Sommigen stayers wilden nog dichter tegen de motor zitten, en lieten een ultrakort fietsje bouwen. Zo één waarbij de pedalen naast het voorwiel kwamen. Spektakel in steile bochten als het  pedaal in het voorwieltje kwam. Een risico dat graag genomen werd, per slot van rekening moest je voor eeuwige roem, het geld en de bijbehorende lekkere meiden, wat voor over hebben. Binnen een aantal jaren werd Willy’s record meerdere keren uit de boeken gereden,  om in 1910 te eindigen bij honderdtien kilometer per uur.krantenkop
En Willy Stinson met zijn gabbers Stafford en Miles? Het trio ging hun record verzilveren en waren gecontracteerd voor de L.A.W. RaceMeet, een koers in Walham, Massachusetts. Nadat het startschot klonk, de renners waren weggeduwd,  ging het  meteen vreselijk mis.
Bij het uitkomen van de bocht raakten drie motoren in een slip en een catastrofe was een feit. De achteropkomende motortandem van Willy Stinson klapte er vol bovenop. Stuurman Harry Miles en gangmaker William Stafford werden letterlijk gelanceerd.  
Miles, die met zijn hoofd tegen een elektriciteitspaal kwam, werd zwaar gewond naar de rennersboxen gesleept en op een stretcher gelegd. Volgens de streekkrant The North Adams Evening Transcript, was Harry’s schedel gebarsten als een overrijpe meloen waarbij zijn hersens op de stretcher lagen. Binnen enkele minuten blies Harry, 25 jaar, zijn laatste adem uit.
tommyhall99Met gangmaker Stafford liep het ook niet fijn af. De journalist van dienst beschrijft tot in de meest gruwelijke details Williams laatste momenten op dit ondermaanse, want zijn schedel was verbrijzeld, zijn neus gebroken en door de val was zijn kunstgebit in zijn keel geschoten. Dat Stafford, 25 jaar, daaraan overleed was ter kennisgeving.
Voor het aanwezige publiek moet het ook een helse, traumatische en onvergetelijke avond zijn geweest! De op hol geslagen motortandem vloog over de balustrade en kwam middenin tussen de toeschouwers terecht. Dat daarbij geen doden vielen maar ‘slechts’ gebroken botten was een wonder.

Foto 1: Willy Stinson, foto 2: Tommy Hall, brak het record in 1903.
Bron: the Boston Globe, Radwelt jaargangen 1903 t/m 1910.

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: