
Willy Stinson flikte het toch maar. In het Boston van 1900 raasde Willy (foto), achter een motortandem, naar vierenzestig kilometer in het uur. Een wereldrecord. Wat tevens de aftrap was voor een krankzinnige wedloop om dat aan te vallen. Een ratrace die tot op de dag van vandaag duurt.
Willy Stinson met zijn gangmakers Stafford en Miles roken geld. Het trio ging hun record verzilveren en waren gecontracteerd voor de L.A.W. RaceMeet, een koers gehouden op de wielerbaan van Walham, Massachusetts. De koers was amper aan de gang toen het meteen vreselijk mis ging.
Bij het uitkomen van de bocht, raakten drie motoren in een slip. Een catastrofe was een feit. De achteropkomende motortandem van Willy Stinson, klapte er vol bovenop. Stuurman Harry Miles en gangmaker William Stafford werden letterlijk gelanceerd.
Miles, met zijn hoofd tegen een elektriciteitspaal, werd zwaar gewond naar de rennersboxen gesleept en op een stretcher gelegd. Volgens de streekkrant The North Adams Evening Transcript, was Harry’s schedel gebarsten als een overrijpe meloen, waarbij zijn hersens op de stretcher lagen. Binnen enkele minuten blies Harry, 25 jaar, zijn laatste adem uit.
Met gangmaker Stafford liep het ook niet best af. Door de journalist van dienst in zijn meest gruwelijke details beschreven. Williams laatste momenten op dit ondermaanse, mochten er namelijk zijn. De man z’n schedel was verbrijzeld, en de neus gebroken. Met als extraatje dat door de val, zijn kunstgebit in zijn keel was geschoten. Dat Stafford, 25 jaar, daaraan overleed was ter kennisgeving.
Het aanwezige publiek had vermoedelijk een levenslange trauma opgelopen. De op hol geslagen motortandem vloog over de balustrade, en kwam middenin tussen de toeschouwers terecht. Waarbij geen doden vielen, maar ‘slechts’ gebroken botten.
Bron onder meer La vie au Grand Air jaargang 1903.
Willy Stinson flikte het toch maar. Terwijl ze in het Europa van rond 1900 nauwelijks vijftig kilometer in het uur haalde, jakkerde Willy, achter de motortandem, bemand met stuurman Harry Miles en gangmaker William Stafford naar vierenzestig kilometer: tevens een nieuw wereldrecord. Willy’s record, gevestigd in Boston, was hét startsein voor een krankzinnige wedloop om dat aan te vallen. Het werelduurrecord achter de zware motor, krantenpersen werden daarvoor stop gezet, en als renner had je daarmee een ‘binnenkomer’. Een prestigieuze aangelegenheid dus waarvoor renners bereid waren daar héél ver in te gaan. Maar er was wel dat ene vervelende probleem: de Europese motoren waren niet zó snel als de Amerikaanse. Piet Dickentman, handige knutselaar, loste dat uiterst creatief op. De Amsterdammer plaatste de buddyseat van de motor tot boven het achterwiel. Waarmee de renner optimaal in de zuiging van de motor zat. Had wél wat vervelende gevolgen. In volle snelheid begon het voorwiel van de motor te zweven. Blokken lood, aan het stuur gehangen, moest dat voorkomen: het leven van renners, gangmakers én publiek was niet zóveel waard. 
Met gangmaker Stafford liep het ook niet fijn af. De journalist van dienst beschrijft tot in de meest gruwelijke details Williams laatste momenten op dit ondermaanse, want zijn schedel was verbrijzeld, zijn neus gebroken en door de val was zijn kunstgebit in zijn keel geschoten. Dat Stafford, 25 jaar, daaraan overleed was ter kennisgeving.

