Familiegraf

Joe Nelson met gangmaker Stinson.

Johnny en Joe Nelson, broertjes afkomstig uit de slumps van Chicago. Desperado’s op de stayersfiets. Ere wie ere toekomt, want het was Johnny die als eerste Nelson de wielerbanen aan de Amerikaanse Oostkust onveilig maakte. Niet veel later maakte ook Parijs kennis met de oudste Nelsonbrother. In juni 1901, stond Johnny Nelson op het programma voor een stayerskoers gehouden op de supersnelle baan van het Parc des Princes. Waarbij Johnny zijn achterwiel liet zien aan Amsterdammer Piet Dickentman en Paul Dangla.

Dat was het voorspel voor de avond van vier september 1901, met als locatie het Madison Square Garden in New York. Waar een stayerskoers over vijftien mijl op de rol stond.  Een duel voor twee renners, Johnny Nelson versus Jimmy Michael. De laatste, een drankzuchtige dwerg die ondanks de drank, van die dagen had dat hij vloog. Madison Square Garden, waar Johnny, halverwege de koers, boven het gebrul van de motoren en publiek, dat ene vreemde geluid van een brekende voorvork hoorde. Johnny, gevallen, mankeerde ogenschijnlijk niets, maar maakte die ene kapitale fout. Hij vergat zijn voet terug te trekken. En die laatste verdween  tussen het voorwiel van de aanstormende motor van Michaels.
Johnny drieëntwintig jaar, opgenomen in het Bellevue Hospital  waar zijn onderbeen geamputeerd werd. Twee dagen later stierf hij aan de gevolgen van gangreen. Aan het graf zijn door verdriet bevangen moeder, die troost vond bij haar jongste zoon Joe, het broertje van Johnny.

En bij Joe stapelt het drama zich op. Want ondanks de dodelijke smakkerd van z’n oudere broer Johnny, vond Joe ook z’n bestemming als stayer. Ook Joe was actief op de Europese wielerbanen. En net als z’n oudere broer, kon Joe, ergens in 1904 de verlokking van het de als levensgevaarlijk bekend staande wielerbaan, van het Madison Square Garden niet weerstaan.

In het aangezicht van een paar duizend Newyorkers, en lekker op snelheid, raakte  het voorwiel van Joe héél even de motor van gangmaker Stinson aan. Joe Nelson,  eenentwintig jaar, werd begraven in het graf naast zijn broer Johnny.

Bron: het digitale archief van de New York Times jaargang 1901 en 1904, La Vie au Grand Air jaargangen 1901 en 1904.

Diefstal

‘Walk of Shame’, en terecht. Het mag dan meer dan zeventig jaar geleden zijn, maar in Camden, New Yersey  zijn ze het nog niet vergeten. Hoe een zoon van  hun stad op schandalige wijze was bestolen van de wereldtitel zwaargewicht. Joe Walcott, ook wel Yersey Joe genoemd, mocht op vijf december 1947, na vijfenvijftig gevechten, eindelijk een gooi naar de wereldtitel doen.
Tegenstander, de toenmalige titelverdediger en bokslegende Joe Louis. Plaats van handeling het New Yorkse Madison Square Garden, met meer dan achttienduizend toeschouwers uitverkocht. Het werd een partij die na afloop heel boksminnend Amerika op zijn kop zette. Joe Louis, voor de vierentwintigste keer zijn titel verdedigde, was met 12  tegen 1 dé grote favoriet.
Misschien dáárom was het gevecht bij voorbaat al beslist in zijn voordeel. Het liep anders. Joe Louis, de God van Harlem en zwarte omstreken, werd door Yersey Joe, 33 jaar, twee keer tegen het canvas geslagen. Iedereen in het Madison Square Garden ging er van uit dat Walcott de titel had. Tot grote ontzetting van het publiek verklaarde de ringrechters Louis tot winnaar.
Het Franse sportblad Miroir de Sport,  aanwezig,  opende zijn verslag  met de kop, ‘Arme negers, negers, negers.’ Enfin, het moest nog acht jaar duren eer ene Rosa Parks, een zwarte inwoonster van Montgomery, Alabama, haar plaats in een bus weigerde af te staan aan een blanke. De segregatie gierde volop. De prachtige, paginagrote foto bij het Franse verhaal, maakte het een beetje goed. Niets beklijft zo slecht als het geheugen. Het ‘gevecht van de eeuw’, Walcott versus Louis, inmiddels weg gezakt in de krochten van het collectieve geheugen.
Maar niet in Camden, thuisstad van Yersey Joe. Na zeventig jaar waren ze  die schandelijke diefstal van een wereldtitel, van hun zoon nog láng niet vergeten.  Dat bewuste gevecht was dan ook een ‘bepalend’ moment in de geschiedenis van de stad. Afgelopen september, precies een kwart eeuw na het overlijden van  Walcott, Joe werd tachtig jaar, zijn de plannen rond, voor een levensgroot standbeeld van Walcott.
De gemeenteraad van Camden heeft zijn helden lief, en reserveert voor het bronzen beeld 185.000 dollar.  Dat de toekomstige bronzen Joe op de Walk of Shame komt staan is logisch.
En wat de bokscarrière van Yersey Jou betreft: op 18 juli 1951, inmiddels 37 jaar, werd Joe, in een partij tegen  Ezzard Charles, eindelijk wereldkampioen.

Bron: Miroir de Sport jaargang 1947, the Philadelphia Inquirer.

Georgie fungeerde als opgewarmd lijk

sonnywestHij wist dat het link was. Spelen met vuur. Want in een maand tijd ging hij  als bokser twee keer knock-out.  En zoals altijd werd  gezond verstand verdrongen door brandende obsessie.  George Flores, twintig jaar jong, weltergewicht, had die ene gevaarlijke wens: een gevecht in het Madison Square Garden. Boksers kunnen daar hun verdere leven op teren. Garantie voor prachtige en sterke verhalen aan familie, vrienden of in de stamkroeg. Vechten in the Garden,  hét bewijs van erkenning. Daar zorgde het voorcriterium wél voor. Die was zwaar, hard en meedogenloos. Niet iedere zak met botten en spieren kwam daarvoor in aanmerking. 
De deuren van het Madison diende geforceerd te worden in de Saint Nicholas Arena. Een bokstempel gevestigd in de 66e street,  met wekelijkse aanwas van verse vuistvechters.  Aangeleverd door de boksschooltjes in de Bronx, Harlem of andere New Yorkse volksbuurten.sonnyboywest
In de Saint Nicolas, ook wel St. Nicks genoemd was het voor aankomende boksers er op of er ober. Roem of vergetelheid. Dat dacht Al West ook. Nog zo’n  jongen met zulke grote dromen.  Eind december 1950, acht maanden voordat Georgies droom uitkwam stond Al, bijgenaamd Sonny Boy, tegen Percy Basset. Sonny Boy,  eenentwintig jaar. Een lichtgewicht afkomstig uit Baltimore, met bijna vijftig overwinningen. De eenenvijftigste zal nooit meer komen. Tegenstander Percy Basset sloeg in de zevende ronde letterlijk het licht bij Sonny Boy uit. Die een dag later overleed aan een hersenbloeding. Dat Sonny een zwangere vrouw, én een zoontje van nog geen jaar achter liet was ter kennisgeving.
Of Georgie Flores, acht maanden later,  aan Sonny Boys tragische hemelgang dacht? Ongetwijfeld. Zeker na zijn twee knock-outs binnen drie weken. Georges reflexen waren traag geworden. Zijn krachten gesloopt. De twee voorgaande gevechten hadden een wissel getrokken op zijn jonge gespierde lijf. Hij had zijn rust moeten nemen.
George, had niet alleen die rare brandende eerzucht maar ook een vrouw én een drie weken jong dochtertje. Er moest geld verdiend worden. Louche managers roken dat als een haai een bloedspoor. Het aanbod wat zij aan Georgie deden was té verleidelijk. De worst die hem voorgehouden werd was een gevecht in het Madison Square Garden én een aardige gage.
300px-StNicksEindelijk kwam zijn lang gekoesterde droom uit. George, arme jongen, verblind door  eerzucht, had niet door dat hij fungeerde als een ‘opgewarmd lijk’ voor tegenstander  Roger Donoghue. 
Roger, eenentwintig jaar, ook de eerste keer in the Garden, was gretig en uitgerust. Tot de zesenveertigste seconden in de achtste ronde kon Georgie de klappen van Roger weerstaan.  Om op een hoek bewusteloos neer te gaan. George Flores, twintig jaar jong, overleed drie dagen later. Nadat George bewusteloos was weggedragen drong het tot Roger door dat hij iets vreselijks had aan gericht. Uit wroeging schonk Roger later zijn overwinningspremie aan de weduwe Flores. En hing niet veel later zijn bokshandschoenen definitief aan een roestige spijker.

Foto 1: Sonny Boy West, stervend in de ring. Foto 2: Roger Donoghue deelt de beslissende klap uit. Foto 3: Het St. Nicks.

Bron: Sport Club jaargang 1951. Het digitale archief van de New York Times jaargang 1951.

Uit het sinistere dagboek van Charley Miller

madisonDe Zesdaagse van New York 1897. Gehouden in het Madison Square Garden. Zes dagen en nachten stampvolle tribunes. Op de baan de renners. Eén daarvan, Charley Miller, hield tussen de races een dagboek bij. Gebrek aan zelfinzicht kon je Charlie niet betichten. Tijdens zijn horrorrace  noteerde hij ijverig dat  niemand zulke sterke longen had als hij, maar dat was nog niks vergeleken bij zijn maag. Werkelijk alles kon hij eten en verteren, liet hij weten. En daar had de man geen woord van gelogen. Terwijl de concurrentie energie haalde uit de gestampte pot, vrat Charley fruit en haverkoeken bij het leven, die hij wegspoelde met liters paardenmelk. In het dagboek geeft Miller een inkijkje in de lugubere wereld van de prehistorische Zesdaagse, waar gekoerst werd tot de renners letterlijk van hun karretje vielen. Na de eerste vierentwintig uur onafgebroken op de fiets te hebben gezeten, noteerde Charley dat concurrent, ene Waller op kop lag.
Na 52 uur koers met een korte onderbreking van een  half uurtje slaap, vond Miller dat hij wel een stevige massage verdiend had. Verzorger John West nam hem meer dan drie kwartier onder handen waarbij hij zijn renner wakker hield door steeds koud water in zijn gezicht te gooien.waller
Miller had niet alleen een sterke maag, maar moet ook nog eens een kont van gewapend beton hebben gehad. Vergenoegd noteerde hij dat vrijwel alle renners last hadden van een opspelend, pijnlijk scrotum, maar hij niet. Na een aantal vreselijke valpartijen overleefd te hebben, grijpt  Charley op de vierde dag de leiding. Dan is het vrijdag tien december, de vijfde dag van de six, als de twee koplopers, Miller en Waller met elkaar in botsing komen.  Waller die de indruk moet hebben gemaakt alsof hij zojuist uit een gehaktmolen was gestapt werd door de jury gedwongen om twee uur rust te nemen om zijn wonden te laten behandelen. Aangezien sportief en fatsoenlijk gedrag alleen weggelegd is voor padvinders en heilsoldaten, maakte Miller dankbaar gebruik van Wallers afwezigheid door zijn voorsprong flink uit te bouwen naar meer dan zeventig mijl.
MillerVermoedelijk door het fruit én de paardenmelk  had Charley een lekkere stoelgang. Maar  toilet bezoek was nog niet zó eenvoudig. In zijn sinistere dagboek noteert Miller dat zijn voetzolen door al dat gefietst week waren geworden. Door twee man ondersteund werd Charley van de fiets op de pot gehesen. Dan is het zaterdag 11 december, de laatste dag van de Zesdaagse, wat ook Millers trouwdag was.
Voor meer dan tienduizend toeschouwers trad Miller  met zijn verloofde Genevieve Hanson op het middenterrein in het huwelijk. Terwijl de band  the Wedding March speelde, en Waller op de piste redde wat er te redden viel, gaf Miller voor een ambtenaar afkomstig uit Brooklyn, zijn ja-woord aan Genevieve. Na de bruid gekust te  hebben, sprong Charley op zijn fiets, reed nog twee uur, en schreef de Zesdaagse van New York op zijn naam.
Met een prijzengeld van 2500 dollar vertrokken Miller en zijn vrouw spoorslags naar het Waldorf-Astoria hotel waar de huwelijksnacht werd doorgebracht, waarbij die zes eieren heel goed van pas kwamen.

Foto 1: Madison Square Garden rond 1900. Foto 2: Waller. Foto 3: Charley Miller.

Met lichtsignaal naar de volgende ronde

Vandaag begint in het Olympisch Stadion het jaarlijkse gala voor de gehandicaptensport. Heel misschien dat ze ook even stil staan bij Gene Hairston, een pionier in de gehandicaptensport. Als profbokser haalde hij begin jaren vijftig de wereldtop. ‘Silent’ Hairston was doofstom.

Hij was een rare snuiter, waar niemand zich mee bemoeide. De ‘Stille’ werd hij heimelijk genoemd. Dagenlang hing hij als jochie van vijftien jaar, zwijgend rond bij één van de vele boksscholen die het New Yorkse Harlem rijk was. En geen boksschool die hem binnen durfde te halen. Gene Hairston, een lone wolf met een paar jeukende vuisten was namelijk doofstom. In het Harlem van de jaren dertig een héél eng gegeven.
Als kind van twee jaar werd Gene, geboren in 1929, getroffen door kinderverlamming en werd als gevolg doofstom. In een tijd dat de grote depressie door de wereld raasde, moest de zoon van straatarme ouders zelf zijn kostje bij elkaar scharrelen. Zielig maar wél een hardingsproces waar hij in de ring veel profijt van had. Arm, zwart, doofstom, totaal geïsoleerd, mensenschuw én een minderwaardigscomplex werd hij door Mike Steel bokstrainer bij de Tremont Athl
etic Club, van de straat gevist. Steel die potentie in zijn poulain zag leerde Gene niet alleen boksen maar ook het liplezen. 
Van een zielig hoopje mens veranderde Hairston binnen drie jaar in een gevreesde vechtmachine. Als amateur won hij het Golden Glove toernooi en werd Amerikaans amateurkampioen. Silent Hairston die leefde en knokte in een doodstille wereld heeft nóóit de ontploffing van gejuich in het Madison Square Garden gehoord toen hij als eerstejaarsprof de oersterke Paddy Young in de tweede ronde knock out sloeg. Beroemd werd hij in Amerika nadat hij de wereldtopper Lee Sala neer haalde. Gene Hairston die door lichtsignalen op attent gemaakt werd dat  een ronde op zat, bewees met zijn sport dat hij voor valide mensen niet onder deed. De Stille thans eenentachtig jaar, won in zijn carrière vijfenveertig gevechten waaronder vierentwintig door knock out en verloor dertien keer. In 1952 stopte hij al met het boksen.

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: