Sam en Glenn

Boksen in de twilightzone   met een gitzwart horrorscenario waarin  Sam Baroudi de hoofdrol speelt.  Sam Baroudi een middenzwaargewicht uit New York City, maakt in mei 1945 zijn debuut: tegenstander ene Jimmy Picollo die in de eerste ronde knock out gaat.

De jaren veertig  de gouden tijd van het boksen en tevens het decennium waarin  Sam de ranglijsten met jeugdige overmoed bestormt. Een opmars  die op  vrijdagavond  vijftien augustus 1947 een beladen betekenis krijgt…

Sam Baroudi vijfenveertig partijen waarvan eenenveertig  gewonnen,  staat die avond tegenover Glenn Newton Smith. Plaats van handeling het Meadowbrook Arena in North Adams een gehucht ergens in Massachusetts. De Meadowbrook Arena  een functioneel vermaakscentrum dat bestaat uit een balzaal én een boksarena, waar North Adams de omliggende dorpen mee aftroeft kent een regelmatig terugkerend boksprogramma wat een commercieel succes is, met toegangsprijzen van 75 cent tot één dollar.  

Tot die bewuste avond van vijftien augustus 1947 als  Sam Baroudi in de ring stapt opgewacht door Glenn Newton Smith 23 jaar afkomstig uit Philadelphia.

Ongetwijfeld hebben de aanwezige locals en andere boksliefhebbers hun kleinkinderen jarenlang lastig gevallen met het ‘verhaal’ over dat gevecht.  Glenn Newton Smith – God hebben zijn ziel – ziet nooit meer zijn moeder terug. In de negende ronde gaat Glenn knock out neer en sterft  een dag later met zware hersenbeschadiging  in het lokale ziekenhuis.

En mocht de lezer van deze blog denken dat het niet erger kan is dat een misvatting. Een half jaar later in het Chicago Stadium staat dezelfde Sam in de ring voor een partij tegen Ezzard Charles. In de tiende ronde wordt het begrip dejavu werkelijkheid als Sam Baroudi tegen het canvas gaat. Sam  bewusteloos uit de ring gedragen, sterft een dag later eveneens aan zwaar hersenletsel. En wat de Meadowbrook Arena betreft daar wordt na het drama ‘Glenn Newton Smith’  nooit meer een bokspartij gehouden.

Bron: Historic North Adams, Boxrec. Met dank aan de wonderlijke database van John Brouwer de Koning die regelmatig deze blog tipt over bijzondere sportdata. Foto: Sam Baroudi.

Meloen

Willy Stinson flikte het toch maar. In het Boston van 1900 raasde Willy (foto), achter een motortandem,  naar vierenzestig kilometer in het uur. Een wereldrecord.  Wat tevens de aftrap was voor een krankzinnige wedloop om dat aan te vallen. Een ratrace die tot op de dag van vandaag duurt.

Willy Stinson met zijn gangmakers  Stafford en Miles roken geld. Het trio ging hun record verzilveren en waren gecontracteerd voor de L.A.W. RaceMeet, een koers gehouden op de wielerbaan van Walham, Massachusetts. De koers was amper aan de gang toen het  meteen vreselijk mis ging.

Bij het uitkomen van de bocht, raakten drie motoren in een slip. Een catastrofe was een feit. De achteropkomende motortandem van Willy Stinson, klapte er vol bovenop. Stuurman Harry Miles en gangmaker William Stafford werden letterlijk gelanceerd.  

Miles, met zijn hoofd tegen een elektriciteitspaal, werd zwaar gewond naar de rennersboxen gesleept en op een stretcher gelegd. Volgens de streekkrant The North Adams Evening Transcript, was Harry’s schedel gebarsten als een overrijpe meloen, waarbij zijn hersens op de stretcher lagen. Binnen enkele minuten blies Harry, 25 jaar, zijn laatste adem uit.

Met gangmaker Stafford liep het ook niet best af. Door de journalist van dienst in zijn meest gruwelijke details beschreven.  Williams laatste momenten op dit ondermaanse, mochten er namelijk zijn. De man z’n schedel was verbrijzeld, en de neus gebroken. Met als extraatje dat door de val, zijn kunstgebit in zijn keel was geschoten. Dat Stafford, 25 jaar, daaraan overleed was ter kennisgeving.

Het aanwezige publiek had vermoedelijk een levenslange trauma opgelopen. De op hol geslagen motortandem vloog over de balustrade, en kwam middenin tussen de toeschouwers terecht. Waarbij geen doden vielen, maar ‘slechts’ gebroken botten.

Bron onder meer La vie au Grand Air jaargang 1903.