Acht kruisjes jong en nog topfit

Sensatie! Hij klopte de toenmalige wereldkampioen én grote kanshebber voor de nieuwe wereldtitel. Wie dat was, ‘kopte’ de Franse kranten. Nooit had iemand van hem gehoord. Opeens stond hij er. Deze maand is het precies zestig jaar geleden dat Piet van Heusden wereldkampioen achtervolging werd. Stuyfssportverhalen zocht hem op en kwam terecht in een klein museumpje.

Parijs 1952. Wereldkampioenschap achtervolging, amateurs.  Mino de Rossi, titelverdediger,  had in zijn prijzenkast al een plekje voor een verse  regenboogtrui gereserveerd. De Italiaan was dé grote favoriet. Wat hem betrof was de finale een formaliteit. Met een arrogantie waar Italiaanse renners patent op hebben, plaatste hij een dag voor de eindstrijd handtekeningen op promotiefoto’s met de kreet ‘de nieuwe wereldkampioen 1952’. Mino had er wel trek in, barstte van het zelfvertrouwen. Met zijn tegenstander, een brildragend totáál onbekend ventje uit Amsterdam, had hij snode plannen. Een scenario voor een slachtpartij, – met De Rossi als slager, – lag klaar. Het liep anders. Het werd een opmaat voor een Latijns drama.
Niet de Rossi dé huizenhoge favoriet, maar de totaal onbekende Piet van Heusden, met de snelste tijd door de series gefietst,  kreeg het regenboogshirt aangetrokken. De Rossi droop af op het pad der afgang. Wie die Van Heusden  was, kopten de Franse kranten een dag later. Nooit van gehoord. In Amsterdam wel. Van Heusden’s faam als jachtrijder was al een jaar bekend. Uit het totale  niets was de drieëntwintigjarige Amsterdammer opeens opgedoken. Piet, een voormalig korfballer, die wel eens iets individueels wilde doen, zat pas drie jaar op de koersfiets. Het was dat clubgenoot Jan Mehagnoul, een sparringpartner zocht. Anders was Van Heusden nooit achter zijn jachtcapaciteiten gekomen. Jan Mehagnoul, een Mokumse  achtervolger die een reputatie als hardfietser had op te houden, werd, notabene in zijn Olympisch Stadion, ingehaald door Pietje. Een jaar later werd Van Heusden nationaal kampioen en mocht naar het wereldkampioenschap in Parijs.
Hoewel De Telegraaf orakelde dat er een nieuwe Gerrit Schulte was opgestaan, doofde de ster van Piet van Heusden even snel als hij opkwam. Na vier keer op rij de nationale titel ‘opgehaald’ te hebben, borg de  voormalige wereldkampioen in 1958 zijn fiets op en  begon een maatschappelijke carrière bij de Amsterdamse krant  Het Parool waar hij tot zijn pensionering actief was.
Verpatste veel gestopte renners hun materiaal, niet Van Heusden. Al helemáál niet zijn baankarretje. Iets waar zulke prachtige herinneringen aan zit doe je niet weg. Anno nu, is Piet van Heusden, 83, conservator van zijn eigen museum. In een speciale kamer staan de tastbare memorabilia aan een sensationele, maar korte wielerloopbaan. Bekers, oorkondes, bossen met overwinningslinten, ingelijste krantenknipsels, foto’s én  het rugnummer waarmee hij wereldkampioen werd. In een stofvrije doos verpakt in vloeipapier, zitten zijn kampioenstruien waaronder het regenboogshirt. Een ereplaats heeft natuurlijk Dé Fiets.
Niet één seconde had hij erover gedacht die weg te doen. Een relikwie noemt hij dat zelf.  Hij pakt hem op, en je ziet zijn gedachten terugdwalen naar die ene augustusdag zestig jaar geleden. Een lichtblauwe baanfiets met blokketting, die duidelijk door zijn eigenaar gekoesterd wordt. Speciaal voor hem gemaakt en gekregen van de Amsterdamse fietsbouwer Aandewiel, vertelt hij aan Stuyfssportverhalen. Piet van Heusden, scherpe, afgetrainde bruine benen, topfit, mag dan acht kruisjes achter zijn naam hebben, maar blijft een hardrijder. Om de dag maalt hij zijn kilometers weg. Laat Mino de Rossi, en Jan Mehagnoul, ook allebei in de tachtig, en nog steeds op de fiets, maar komen. 

Foto 1: Parijs 1952, Piet van Heusden op jacht naar zijn sensationele wereldtitel.

Foto’s: Van Heusden tussen zijn dierbare sportrelikwieën waaronder zijn fiets, rugnummer waarmee hij wereldkampioen werd én regenboogtrui.

Giromania in het Stadsarchief Amsterdam

Bezweet en verwaaid kwam ze binnen stormen. Haar fiets had ze even daarvoor tegen de gevel van het Stadsarchief gekwakt. Dat ze zojuist over een gedeelte van het tijdritparkoers van de Giro d ‘ Italia had gefietst ontging haar. Ze had haast! Tussen de coalitiebesprekingen deed ze snel, maar wel gepassioneerd, de opening van de foto-expositie ‘Giromania’ welke in teken staat van de geschiedenis van het hoofdstedelijke wielrennen.
Na de ontvangst van een bloemetje stormde  wethouder Carolien Gehrels de trappen van het Stadsarchief af, sprong op haar karretje en raasde terug naar de Stopera.
Theo de Groot, beleidsmedewerker van het stadsarchief, kondigde vervolgens  Stuyfssportverhalen
, gevolgd door Steven Rooks, aan voor een lezing. Het publiek  van onder meer topambtenaren, Giromedewerkers maar ook twee oud-wereldkampioenen, Piet van Heusden en Henk Faanhof, hoorde Stuyfssportverhalen een lans breken, maar ook om erkenning vragen, voor  Amsterdams allereerste wielerheld Piet Dickentman.
De laatste heeft door middel van zijn sport héél véél betekent voor zijn stad.
De liefde bleek niet wederzijds te zijn want Dickentman is in het collectieve stadhuisgeheugen totaal weggezakt… Het  minste wat Amsterdam voor één zijner allergrootste  sportheld kan doen is het benoemen van een straat…
Om het Stadsarchief, een monumentaal gebouw van de voormalige Nederlandse Handel-Maatschappij,   te bezoeken geeft een aparte dimensie, want een architectonische schoonheid.  En in de kluizen van de voormalige bank bevindt zich de kleine maar prachtige foto-expositie over het Mokumse wielrennen.
Aan parafernalia is ook gedacht. In vitrines bevinden zich de regenboogshirts en de kampioenstruien van Piet van Heusden, vijftig jaar geleden wereldkampioen achtervolging. De  weduwe van Gerrie Knetemann had de kledingkast ook opengetrokken. Onder het glas lag het ontroerendste stuk van de expositie, een door haar gebreide onderhemd zonder welke Gerrie niet op de fiets stapte.
De expositie, met onder meer de thema´s ´Amsterdam: de fiets als dagelijks vervoersmiddel´  is gratis te bezoeken en duurt tot  16 mei. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag 10.00-17.00 uur. Zaterdag en zondag van 11.00-17.00 uur. Stadsarchief Amsterdam Vijzelstraat 32 Amsterdam.

Als jullie nog niet op mijn boek “Flirt met de Dood’gestemd hebben…tot 21 april is dat mogelijk! http://nicoscheepmakerbeker.nl/index.php?module=boeken&s=lijst#WIELRENNEN

 

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: