De Staalmeester is vertrokken

Copy of RIH SPORT 01 (1)Hij noemde zich zelf De Staalmeester. En terecht. Niemand bouwde een racefiets van staal zo perfect als hij. Terwijl iedere wielrenner overstapte op een fiets van kunststof,  bleef hij het staal trouw. Volgens Willem van der Kaaij loopt en rijdt geen racefiets zó goed als een exemplaar gebouwd met stalen Reynoldsbuizen. Om dat fijntjes te illustreren dat Peter Post koersend op een RIH-fiets nog steeds de snelste tijd heeft als winnaar van Parijs-Roubaix. Willem van der Kaaij constructeur van het illustere RIH-Sport wist waar hij het over had. Meer dan vijftig jaar beoefende hij de stiel van framebouwer. Begonnen als leerling van de beroemde Wim Bustraan, om later de zaak over te nemen. Maar ook framebouwers worden oud, hebben niet het eeuwige leven. Na negentig jaar bestaan te hebben sloot Van der Kaaij twee jaar geleden de deur van zijn geliefde RIH-Sport aan de Westerstraat voorgoed. Maar bij de ambachtsman Van der Kaaij bleef het knagen. Thuis zitten was niets voor hem. De komst van Lorenzo Milelli en Diederik Martens was voor hem een geschenk uit de hemel. Copy of CIMG1785
Milleli en Martens, jong ambitieus, namen het merk RIH over en maakte op een industrieterrein in Amsterdam-Noord de doorstart van RIH-Sport. Van der Kaaij, geboren en getogen Jordanees, bleef er bij betrokken, was iedere dag in de werkplaats te vinden en onthulde zijn twee leerlingen de geheimen hoe je een een frame bouwt. Van der Kaaij, 77 jaar, hoopte tot in lengte van dagen actief te zijn bij ‘zijn’ RIH. ‘Als Onze Lieve Heer een framebouwer nodig heeft, dan hoor ik het wel’ vertelde hij twee weken geleden nog.
Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Onze Lieve Heer had zeker een frame nodig. Gisteravond overleed geheel onverwachts Willem van der Kaaij ten gevolge van een hersenbloeding.

 

Foto 1: Links een nog jonge Van der Kaaij met Wim Bustraan.

Foto 2: Willem Van der Kaaij in gesprek met Jan Jonker.

Vrouwen rijden voor lege tribunes

Topsport eist opofferingen maar als je ook nog eens studeert heb je het dubbel zwaar, en dan  niet om gebrek aan tijd maar om gebrek aan financiële ondersteuning. Wielrenster én studente internationale betrekkingen Eva Heijmans weet met bijbaantjes, hulp van ouders én sponsoring van een fietsenzaak de eindjes aan elkaar te knopen.
Op een lullige maandagmorgen in het Velodrome van Amsterdam. Op het middenterrein maakt   gangmaker Jan Jonker (foto: rechts) zijn derny, een lichte motorfiets,  bedrijfsklaar, als een paar meter verder een metamorfose plaatsvindt. Met het opzetten van een fietshelm verandert een lief ogende jonge vrouw in een stoere wielrenster. Achter Jonker’s, inmiddels  knetterende derny,  gaat  Eva Heijmans, 24 jaar, een uur lang, trainen, of zoals zij dat formuleert, ‘lekker gassen’.   Maar eerst onthult Heijmans, een  baanrenster mét aspiraties, haar verhaal, en dat is een story  van een topsportster die tegen de verdrukking zich omhoog werkt want als ‘vrije’ rijdster is ze  niet opgenomen in een selectie of poenige sponsorploeg en  moet ze het allemaal zelf uitzoeken. Dat betekent improviseren, doorzettingsvermogen en laveren tussen studie en dagelijkse trainingen. Opofferingen die niet voor niets waren: vorige maand deed Heijmans mee in het voorprogramma van de Zesdaagse van Amsterdam.
Zak geld
De Zesdaagse, topsport in de ambiance van een bruine kroeg, want bruisende, schuimende bierpompen, de lucht  van  vers gebakken friet, worstebroodjes, massageolie, snoeiharde muziek, en overvolle tribunes.  Hoe een modale baanrenster daarin terechtkwam, vertelt Heijmans.
‘In september werd ik niet alleen tweede op het kampioenschap van Nederland puntenkoers maar ook bij het onderdeel scratch. Tot mijn verrassing kreeg ik een uitnodiging om mee te doen aan de ‘six’ van mijn stad. Ik werd gekoppeld aan een Amerikaanse renster die ik nooit eerder gezien had’.
Tijdens   de Zesdaagse, waar renners in koppels fietsen, valt er  een flinke zak geld  te verdienen. Maar niet voor de vrouwen. ‘Wij reden in het voorprogramma van de mannen,’vertelt Heijmans, ‘We hadden zes avonden lang volle bak gereden en werden uiteindelijk tweede. Wat dat opleverde? Driehonderd euro. Dat bedrag moest ik nog delen met mijn ploeggenoot. Vrouwen verdienen minder dan de mannen.’
Heijmans beklaagd zich niet, als arme studente is voor haar iedere cent er één. En ondanks die fooi heeft ze een geweldige week gehad. ‘Normaal rijden wij onze koersen voor lege tribunes. Bij de Zesdaagse was het iedere avond afgeladen. Een heel bijzondere sfeer, heel gezellig, waarbij de speaker een heel belangrijke rol in vervulde. We vlogen er iedere avond in. Ik ben een temporijdster en moest steeds de gaatjes dicht rijden of de sprint aantrekken voor mijn ploeggenootje. Op de laatste avond wonnen wij de koppelkoers.’
In alle sporten geven vrouwen heel  aantrekkelijke topsport, wat niet altijd beloond wordt met de nodige mediabelangstelling en waardering. Ook niet bij het wielrennen. ‘Het niveau van het damesfietsen is nergens zo hoog als in Nederland’, begint Heijmans, ‘Er zijn hier heel veel koersen waar rensters uit de hele wereld op af komen. In Nederland, maar ook Vlaanderen, staan honderdvijftig rensters aan de start waarvan er honderddertig de koers uitrijden. Dat is nergens anders zo. Maar de mediabelangstelling én de geldelijke beloning  is nihil en dat is behoorlijk frustrerend.’ Als voorbeeld noemt ze de Ronde van Vlaanderen voor dames die vlak voor de herenversie verreden wordt. ‘Ieder jaar een geweldige koers om te zien. Ze kunnen toch het laatste half uur uitzenden? De camera’s zijn er toch,’ roept ze wanhopig.
‘Zuiverend’
Terwijl in de hemel Joke Smit, de voorvechtster van de vrouwenemancipatie, haar hoofd schudt, maakt de studente internationale betrekkingen haar verhaal af. ‘Ik rij ook koersen op de weg. Afgelopen  seizoen had ik nog een koers gewonnen maar mijn voorkeur gaat uit naar de wielerbaan. De hele winter blijf ik door trainen, niet alleen op de baan maar ook buiten. Gisteren had ik nog vier uur op de weg gefietst. Koud? Welnee, ik ben goed gekleed’. Volgens sommigen is pijn fijn, want kastijding schijnt ‘zuiverend’ te werken op ziel en lichaam, maar daar moet wel iets tegenover staan: de hemel of de top in de sport. Heijmans’ progressie is de bondscoach van de nationale selectie niet ontgaan. Deze maand mag ze als stagiaire een week meetrainen op de baan van Apeldoorn. ‘Ik wil een goed winterseizoen rijden. Begin februari is het Nederlands kampioenschap omnium. Dat zijn de gelegenheden waar ik mij in de kijker kan rijden. Ook heb ik een contractje gehad voor de Zesdaagse van Rotterdam, die eind februari gehouden wordt’.
Met een investering van pak beet vijftig euro komt een tafeltennisser al een eind want  een batje en een balletje. Kom daar maar eens aan bij een wielrenner. De sport is een financieel bodemloze put waar je aan materiaal en reiskosten kapitalen kwijt bent. ‘Ik woon bij mijn moeder waar ik niets voor betaal. Samen met een bijbaantje bij Ger Bike, een racefietsenzaak in Betondorp én mijn studiefinanciering red ik het net. Ik ga nooit uit,’zegt de aantrekkelijk en goed verzorgde Heijmans. ‘Dat kan ook niet in mijn sport. Maar nogmaals, ik klaag niet want ik kies hiervoor. Dit is mijn leven waar ik mij gelukkig in voel’.
Eva Heijmans heeft genoeg verteld, klikt haar schoenen in de pedalen en fietst de houten baan op. Geroutineerd brengt ze haar fietsje op snelheid en sprint achter de motor van Jonker aan. Scherend tegen het spatbord van Jonkers  motortje rijdt ze, in een  akelig hoog tempo, de spijkers uit de baan. Eva Heijmans  is dan ook een vrouw met een doel.

Geplaatst: December 2009,  Foto: Hilco Koke

error: Inhoud is beschermd!
%d