Natuurlijk gelul

Zeg Stuyf val je ons nou nog steeds lastig met die horrorverhalen over die doodgevallen stayers? Jazeker! Want er worden regelmatig  van die unieke oeroude foto’s op diverse ansichtkaartenveilingen aangeboden. Zoals bijgaande foto gescoord door deze blog. En geloof het spreekwoord maar niet dat ‘één foto meer zegt dan duizend woorden’, want dat is natuurlijk gelul. Daarom moeten jullie even door bijgaand tekstje heen worstelen.

Goed daar gaan we: foto gemaakt in 1926 vlak na afloop van het Frans kampioenschap en verrassend gewonnen door Gustav Ganay links, die er allesbehalve vrolijk uitziet met zijn titel. Waarschijnlijk voelde de man luisterend  naar de bijnaam de Elektricien van Alcazar de bui al hangen. Want vier weken na zijn gewonnen Franse titel  maakt hij letterlijk een doodsmakkerd wat zijn eigen schuld is.

Tijdens een stayerskoers op het Parc des Princes, geeft Ganay de kreet met ‘een Franse slag’ een extra dimensie door met een voorwiel te starten waarvan de tube niet goed aan de velg is vast gekit. In de veertiende kilometer springt de band van de velg. Ganay stort neer, wordt naar het hospitaal gebracht waar hij dezelfde nacht de geest geeft.  Ganay krijgt een heldenbegrafenis. Aan het graf staat zijn weduwe met twee jonge dochtertjes.

Die andere rakker is George Sères bij wie de verse fluimen snot en zweet nog aan zijn magere lijf zijn geplakt. George is zo’n stayer die het van zijn doorzettingsvermogen moet hebben. De man overleeft de bloedbaden vóór de Eerste Wereldoorlog,  die fijne tijd toen stayers bij bosjes doodvallen. George tilt zijn carrière over De Grote Oorlog heen en wordt zowaar in1920 wereldkampioen.  Een titel waar een behoorlijke lucht aanzit. Althans volgens het wielerblad OrgaanRijwiel-en Motor jaargang 1920, uitgegeven door George Hoogenkamp dé pionier van de wielerjournalistiek.

Tijdens dat genoemde kampioenschap zit Georg Sèrés in de slag met  gedoodverfd titelfavoriet Victor Linart, waarmee hordes gokkers worden misleidt en waargenomen door de ouwe Hoogenkamp, een man met een scherp oog en vileine pen.

Ach ja dat kun je George Sèrés niet eens kwalijk nemen. De man die alle blaam treft  is die Linart die ‘het spel’ beter heeft  moeten spelen en niet theatraal naar zijn rug moeten grijpen tijdens de koers. En wat maakt het allemaal uit, George Sèrés, Gustav Ganay en George Hoogenkamp zijn allang in de krochten van de geschiedenis onder gestoft. Wat overblijft is die ene prachtige foto.

Bron: onder mee Orgaan-Rijwiel-en Motor, jaargang 1920, La Vie au Grand Air jaargang 1909.

Fixing

De hel zal die dag ongetwijfeld vol zijn geweest, want een normaal mens overleefde  zo’n val niet. Georges Sérès wél. Die bewuste dag in de zomer van 1909, was het geluk mét George.  Zo’n dag dat  niets verkeerd kan gaan. Georges Sérès,  beroepsstayer en  gegangmaakt door Werner Kruger een dikke Duitser, achter wiens pronte kont het goed toeven was. En nee, dit is geen homo-erotisch stukje, maar zo’n verrekte column over die malle stayers uit de oudheid van de sport. Die idioten die vrijwel dagelijks aan de pokertafel van het leven, hun lijf en leden inzetten.

Zoals George. Die tijdens die eerder genoemde  stayerskoers op de wielerbaan van het Parijse Parc des Princes, een klapband kreeg. George stuiterend over het beton, mankeerde vrijwel niets. Wel  gebutst en met een knallende koppijn, werd Krugers poulain van de baan geschraapt, en volgens de heersende mores naar het middenterrein gesleurd.

George Sérès een middelmatige Franse stayer, met op z’n erelijst het Europees kampioenschap, een paar nationale titels en die ene wereldtitel behaald in 1920. Een eeuw later hangt over die wereldtitel een raar luchtje. Eerst even vertellen dat George op de Duitse wielerbanen – waar de jongens van de kerels werden gescheiden –  niet zó vaak in actie was. George schraapte z’n geld bij elkaar, op de talrijke Franse wielerpistes.

Sérès een man met  doorzettingsvermogen, tilde zijn stayercarrière over de Eerste Wereldoorlog heen, om op drieëndertig jarige leeftijd in 1920 onverwacht wereldkampioen te worden. En daar zit nou nét de kneep.  Want als je denkt dat George toch wel wat in z’n mars had, is daar het wielerblad OrgaanRijwiel-en Motor jaargang 1920, uitgegeven door George Hoogenkamp.

In deze jaargang, wordt  Sérès ontmaskerd. Tijdens dat genoemde kampioenschap, zat Georgie in de slag t met gedoodverfd titelfavoriet Victor Linart. Sérès had zijn titel gekocht, en daarmee de gokkers massaal misleid. Tenminste, volgens de ouwe Hoogenkamp, een man met een scherp oog en vileine pen. Hoogenkamp’s achterdocht werd gewekt, toen hij Linart tijdens de koers opzichtig en theatraal naar zijn zij zag grijpen, om vervolgens niet meer aan te dringen naar de eerste plek waar Sérès zich had genesteld. Ach, wat maakt het ook uit. En buiten dat, staat er niet in de bijbel geschreven dat ‘de  stayer die zonder zonde zijt, de eerste steen werpt’? Het is maar dat U dát weet…

Bron: onder mee Orgaan-Rijwiel-en Motor, jaargang 1920, La Vie au Grand Air jaargang 1909.