Vijftien centimeter korter

Voor gokkers was er niet veel aan. En verrassingen waren er ook niet. De winnaar stond bij voorbaat vast. Dat Reinier Honig met de nationale stayerstitel aan de haal ging was zeker. Zo zeker, dat bij het gangmakergilde, vóór de koers daar over  werd gemord. Met als strekking dat een professional, want Honig, niets te zoeken had bij dit kampioenschap. Honigs concurrentie, waaronder enkele grote aanstormende stayerstalenten, bestaat uit jongens die, óf werken of nog studeren. Maar goed, dat maakte de pret er niet minder om. Bij dit kampioenschap kwamen de stayersadepten aan hun trekken: met de  nodige spanning en sensatie. Ga maar na.  
In de series, op volle snelheid krijgt die Honig een lekke band, een nachtmerrie voor iedere stayer. Honig, reservefiets naast de baan, wisselde razend vlug van fiets en wist de schade te beperken. Maar dat waren de series. Er was ook nog de finale over tweehonderd ronden. Waar de redelijk bevolkte tribune goed voor ging zitten. Het was Luuk Jansen, verrassend goed rijdend, die er meteen vandoor ging. Wat kenners met hun hoofd deden schudden. Een zelfmoordpoging of had die Jansen zulke goede benen? Laten we het maar op het laatste houden.
Jansen door Sam Mooij vakkundig gegangmaakt, hield hét heel lang vol. Maar eerst even vertellen dat Ocko Geserick, op de tweede plaats, gegangmaakt werd door Willem Fack. De laatste een man van tradities. Neem alleen al de helm van Fack. Geërfd van wijlen Martin ‘tuut’ Huizinga, een  gangmaker uit een ver verleden,  die decennialang geleden, zijn plekje in de Grote Stayershemel had ingenomen.
We gaan verder. Geserick op de tweede plek gevolgd door Honig. Wedstrijdverslagen, áltijd oervervelend. Daarom  meteen naar de tachtigste ronden. Voor Honig tijd  om op jacht te gaan naar zijn achtste nationale titel. Honig tweede bij het laatste gehouden Europees kampioenschap, maakte er geen half werk van. Plat op de fiets schokkend met de schouders werd het gat met iedere ronde kleiner. Tot het moment dat Jansen zal worden opgeraapt. En daar ging het bijna mis.
Jansen liet zich niet zomaar afslachten en hield Honig van het lijf. De laatste moest de rol laten gaan. En eerlijk is eerlijk, daar kwamen de stayerskwaliteiten van Honig aan te pas. Die bleef zo’n vier meter achter de motor, in de vuile wind,  vol door gaan. Aardig was de strijd om de tweede plaats. Met nog vijftien ronden te gaan wist Geserick, met opkomende kramp in de benen, nog langs de moe gestreden Jansen te glippen. Wat meteen de einduitslag was.
Dat was het nationale kampioenschap stayeren. Waarvoor, én het Alkmaars Sportpaleis maar ook de nieuwe lichting gangmakers niet genoeg voor geprezen kunnen worden. En als er dan toch iets te zeiken valt: jammer dat de rol achter de motor té ver staat. Volgens Stuyfssportverhalen moet deze minstens vijftien centimeter dichter tegen de motor aan.

Uitslag nationaal kampioenschap stayeren: 1, Reinier Honig, 2, Ocko Geserick, 3, Luuk Jansen. Foto 1: Reinier Honig, Foto 2, Willem Fack met Ocko Geserick.

Het Pak…

Of ik even meekwam want iemand had iets voor mij. En dat ‘iets’ bevond zich in een halfduistere schuur, waar in een hoekje, als een hoopje cokes in elkaar gefrommeld, een zwart lederen, beschimmeld, en uitgeslagen motorpak lag!
Dat het niet de outfit van een gemiddelde motormuis was, was te herkennen aan dat ene woord op het pak: ‘Vredestein’! Een magisch woord in de stayerssport  van weleer, want sponsor van de banden! Een oud leren stayerspak dus, de werkkleding voor een gangmaker.
Raar, maar er doemden direct beelden op van mijn eigen armetierige stayerscarrière (foto: rechts
): fietsen achter zware motoren, dat blijft je levenlang bij. Bij het aanraken van het leer voelde ik weer adrenaline door de aderen kolken, veroorzaakt door  de angst die ik steevast had vlak voor het startschot.  Niet dat ik nou zo’n grote rolrijder was. Welnee, ik was maar programmavulling. Maar evengoed toch drie jaar achter die ijzingwekkende  motor gereden…
En dan de geur die uit dat motorpak opsteeg. Een ‘gewoon’ mens rook een onfrisse, penetrante kelderlucht. Maar dat zijn natuurlijk gewone stervelingen! Want wie ooit gestayerd had, ruikt de aroma van motorolie, verbrand rubber, een vleugje angst, de geur van elkaar ‘flikken’ en de stank van de combine…
En verdomd, hoorde ik in die schuur niet heel zachtjes de sound
van brullende motoren, het gegier van de meedraaiende rol, en de stem van stadionspeaker Wim van  Steenbergen, die zo mooi kon roepen ‘zware motoren in de baan’? Dat was ooit. Want het stayeren leidt nu een marginaal bestaan, kapot gemaakt door de malafide praktijken van de gangmakers….
Het beschimmelde, stinkende motorpak staat dan ook symbool voor de teloorgang van het stayeren…

Foto: Jan Onclin

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: