De Treptowwielerbaan. De kleinste wielerpiste van Berlijn. Maar wél de gevaarlijkste. Ter plekke aanwezige schrijvers van horrorverhalen, knikte begrijpend. Munitie voor gruwelverhalen lag voor het oprapen. Eén blik was al genoeg om te huiveren. Want het perfecte decor van verschraalde, afbladderende, reclameborden. Een versleten, betonnen wielerbaan, met een zwart spoor van gemorste olie en resten van afschilferende banden. Desolate tribunes, waar tussen de houten banken vandaan, kale bomen uit groeiden. Neerdwarrelende bladeren op de baan, gaf een onheilspellende meerwaarde. Alsof de stayerskoersen op Treptow al niet gevaarlijk genoeg waren.
De Treptowbaan, dé perfecte plek voor gruwel. Een hangplek van de Dood. Zeven jonge stayers beleefden daar dan ook hun laatste race. Tevens de laatste dag op dit ondermaanse. En niet alleen de wielerbaan deed huiveren.
Op het middenterrein was het ook niet pluis. Tim Johnson, een wielercoach, had zich ongetwijfeld vervloekt dat uitgesproken hij, op deze fatale plek daar, op 24 april 1908, zijn renner stond te coachen. Een van de baan gekomen, op hol geslagen zware gangmaakmotor raasde over het middenterrein. Johnson was de enige die dat niet in de gaten had. Tim werd achtenveertig jaar.
Twee jaar eerder gaf gangmaker Paul Dunkel de aftrap voor de bloedbruiloft op Treptow. Paul, gangmaker van stayer Bruno Demke. Tijdens de Grote Prijs van Berlijn, met nog één ronde te gaan in winnende positie, krijgt zijn motor een klapband. Twee dagen later in het krankenhaus, gaf Paul, 28 jaar, de geest.
Een tikkeltje dramatischer was het definitieve afscheid van stayer Gustav Schadebrodt, op 22 oktober 1908. Gustav, een broodmagere slungel van bijna twee meter, gegangmaakt door z’n broer Otto. Tijdens een stayerskoers op Treptow, komt Gustav ten val. Enkele minuten later meldde lange Gustav zich bij zijn lieber Gott. Gustav werd vijfentwintig jaar.
En dan was er ook nog Max Bauer. Max, gangmaker van zijn zeven jaar jongere broer Fritz. Tijdens de Grote Memento-Prijs, gehouden in augustus 1916, keek Max even achterom of z’n broertje nog goed aan de rol zat. En raakte daarbij de zijkant van de passerende gangmaakmotor van stayer Fritz Stellbrink. Max werd zevenentwintig jaar.
Mooi, mooist, allermooist, was het definitieve afscheid van stayer Erich Baumler. Erich, een jongen, nota bene uit de wijk Trepwtow, had gewaarschuwd moeten zijn. Hij werd evengoed stayer. Zes weken na de hemelgang van Max Bauer maakte hij zijn debuut achter de zware gangmaakmotor. Op de lugubere tribunes, ongetwijfeld zijn complete familie aanwezig. Die waren getuigen dat hun Erich, voluit razend, de zijkant van de Brennabormotor raakte. Erich, gevallen, gebarsten schedel, mocht maar twintig jaar worden.
De Treptowbaan had meer slachtoffers. Als onbekende soldaten op het slagveld ‘Treptow’, sneuvelden ook de stayers Max Hansen, en Willy Hamann, die respectievelijk in 1913 én 1914, op Berlijns eigenste horrorwielerbaan, verongelukte.
De Treptowbaan is er niet meer. Met zijn zeven dodelijke slachtoffers aan gene zijde. Hoewel… Tijdens donkere, stormachtige nachten, dolen hun geesten nog steeds op de plaats delict. Of slaat de verbeelding van deze schrijver nu op hol…?
Bron: Album der Radwelt, jaargangen 1906 tot en met 1917.