Kachelen

Piet Dickentman, achter Adolf Thormann. Aan het stuur Gerrit de Regt. Foto gemaakt in 1902.

Zo’n onbenullig berichtje. Weggestopt in een stoffig, vergeeld, en inmiddels vergeten sportmagazine, uitgegeven in 1921. Waarin werd stil gestaan dat ene Adolf Thormann, zijn vijfentwintigjarig jubileum vierde als gangmaker.

Thormann, ‘man van Thor, de Germaanse god van de donder’.  Klopt aardig. Thormann, was dan ook zo’n rakker van vele oorlogsfronten, en ‘trok’ Amsterdammer Dickentman, in 1903 naar zijn enige wereldtitel. Als je Thormann aan je zijde had, zat je snor. De man kende weinig scrupules. Zat nergens mee. Dat Thormann de nacht vóór Dickentman’s titelrace, de gangmaakmotor bewaakte met een getrokken Lüger, is ter kennisgeving.

Eerst even wat uitleggen: Dickentman stayerde achter de zogenaamde motortandem, een met twee man amper in bedwang te houden monster. Stayerskoersen, honderd kilometer lang, waar na  vijftig kilometer, – als de benzinepeil angstig laag was, – de tweede motor in de baan kwam. In volle vaart wipte Dickentman over.  Dat van Dickentman’s gangmakers er binnen korte tijd twee dodelijk verongelukte, behoorde tot de mores van het vak. Hoogstwaarschijnlijk schudde Thormann dergelijke drama’s, van zich af als een natte hond. Geld verdrong ratio.

Thormann, man met ‘n kennersoog. Zag meteen wie aanleg als stayer had:  lees, géén angst. In 1908 benaderde hij Fritz Theille, een begenadigd Berlijnse sprinter. Fritz liet zich overhalen, en nam zijn plekje achter de rug van Thormann in. Thormann was een kenner. Fritz ging winnen, en niet zo’n beetje ook. Tot 4 juni 1911! Op de Zehlendorfbaan in Berlijn, verongelukte Fritz voor de ogen van zijn moeder.  

Houdbaarheidsdata van gangmakers tijdens de belle epoque, duurde niet lang. De mannen hadden hun lijf en leden té lief. In de uitslagenlijsten gepubliceerd door Radwelt, kom je ze dan opeens niet meer tegen. Niet Thormann, die kachelde een kwart eeuw lustig voort. Een prestatie op zich.

Bron: Rijwiel- En Motor-Orgaan, jaargang 1921, Album der Radwelt jaargangen 1908 en 1911.

Adolf nam ook zijn pistool mee

demkethormanvliegDe man had lef, zoveel is zeker. Of was anders een tikkeltje knots. Misschien wel beide.  Adolf Thormann, adrenalinejunk vér voor het begrip bekend was, had een merkwaardig  leven. Voor de man was geen dag hetzelfde. Als hij heelhuids de avond haalde moet hem zelf het meest verbaasd hebben. Adolf was namelijk stuurman, op de levensgevaarlijke motortandem. Adolf Thormann, een naam waarbij visioenen van pickelhelmen, en laarzen met spijkers opdoemen,  kon alleen maar sturen. Niet remmen. Dat moest hij over laten aan Ernst Wolf, achter op de motor.
Adolf en Ernst, twee ijzeren Heinen uit Berlijn, de gangmakers van Piet Dickentman. Het kán gewoon niet anders dan dat Adolf, tijdens zo’n race regelmatig kreetjes van pure doodsangst uitstootte. Voor  hem was het altijd maar de vraag of Wolf, met negentig op de teller, wel op tijd remde. Adolf, voorop, zag met griezelige regelmaat links en rechts renners en gangmakers zich de pletter rijden. Adolf nam het leven dan ook maar niet zó nauw: voor de Berlijner smaakte dat naar meer.  Drie jaar nadat de broertjes Wright in Amerika als eerste het luchtruim hadden gekozen, knutselden Thormann met kameraad Bruno Demke hun eigen vliegtuigje, gemaakt van bamboestokken, een motorblok gemonteerd op het onderstel van een kinderwagen. Copy of pietdubbelmooi
Na een vlucht van enkele kilometers stortte het toestel neer. Bruno, tevens topstayer en Adolf overleefde de crash. Tien jaar later, 24 augustus 1916,  moet Bruno, in een split second ongetwijfeld aan zijn makker Adolf gedacht hebben. Bruno Demke, oorlogspiloot bij der Kaiserliche Luftstreitkräfte, gezeten in zijn rode Fokker dubbeldekker, was bezig neer te storten, en nam even later zijn plekje in de Grote Pilotenhemel in. Adolf Thormann had toen al een mooie carrière achter de rug.
Als der Adolf op de man was gevraagd wat zijn mooiste overwinning was, dacht hij ongetwijfeld aan 1903, het wereldkampioenschap gehouden in Kopenhagen waar hij Piet Dickentman naar zijn enige wereldtitel voerde. Adolf had in Denemarken niet alleen zijn Brennabormotor meegenomen maar ook zijn Lügerpistool: altijd handig. Terwijl Taddy Robl, de grote concurrent van Dickentman, de avond voor de race al zijn vrienden op champagne trakteerde voor zijn komende titel, sliep Adolf, met getrokken pistool bij de gangmaakmotor: bang dat de concurrentie die zou saboteren.
Copy of adolfpietDe titelrace behoort inmiddels tot de vaderlandse wielerklassieken. Piet Dickentman reed Robl op negen ronden en nummer drie Alfred Görnemann op vijftien ronden. Net als zoveel van zijn wielerkameraden mocht en moest Adolf Thormann in de Grote Oorlog een uniform aantrekken. Na de oorlog was Thormann nog actief en vierden in 1923 zijn zilveren jubileum als gangmaker om dan langzaam op te lossen in de geschiedenis.

Foto 1: Bruno Demke, rechts en Adolf Thormann, links voor hun zelf gemaakte vliegtuigje. Foto 2: Piet Dickentman achter Wolf en Thormann met links zijn reservemotor bemant met Gerrit de Regt en Josef Schwarzer. Bij koersen over honderd kilometer was halverwege de benzine op. Dan kwamen De Regt en Schwarzer in de baan waarna Dickentman, in volle jacht, even overwipte. Twee jaar na dat de fotograaf afdrukte vielen Schwarzer, 27 jaar, en Wolf 28 jaar, dood. Foto 3: Kopenhagen 1903, Dickentman, zojuist wereldkampioen geworden met naast zich Thormann.

Bron: Revue der Sporten jaargang 1907, Radwelt jaargangen 1903 t/m 1923. Vlaamse SportRevue jaargang 1933, interview met Piet Dickentman.

error: Inhoud is beschermd!