Juryleden, de inquisiteurs van de wielersport. Beulsknechten gehuld in een blauwe blazer met het regelementenboek als hakbijl. Berucht om vaak onbegrijpelijke beslissingen. Mannetjes waar het begrip machtswellust nooit ver weg is. Julien Bernard prof bij Lidl-Trek weet daar alles van. Wat voor Julien een levenslange prachtige herinnering ging worden eindigt in een deceptie: met dank aan zo’n blauwe blazer. De zevende etappe van de afgelopen Tour een tijdrit gehouden in Julien’s geboortestreek.
Waar op de enige helling van het parkoers Julien wordt opgewacht door een immense haag uitbundige supporters. Highfive’s uitdelend en zwaaiend naar zijn fans rijdt Julien van links naar rechts. Julien koestert zijn fans. Tussen de supporters ook z’n vrouw Margot én zoontje. Een snelle kus voor beiden en Julien ijlt verder op weg richting finish, waar zijn eindtijd hem niks uit maakt.
Waarom zou hij ook? Z’n grootste beloning zijn herinneringen aan een zegetocht door eigen streek, herinneringen die hij bij zich draagt tot z’n laatste ademstoot. Maar dáár denkt die ene UCI-rakker even iets anders over. Met zijn actie krijgt Julien een geldboete wegens het beschadigen van het imago van de wielersport. Beschadigd? De beelden van Julien en zijn fans – rechtstreeks uitgezonden – is één grote promotie voor de wielersport.
Of tijdens de Tour van 1931 ook dergelijke enge regelementenfreaks actief zijn? Vast wel. Het zijn toch de jaren dertig? De tijd dat in heel Europa fascisten aan het warm lopen zijn op wat komen gaat. Ongetwijfeld ook in die genoemde Tour van ’31. Waar de UCI-farizeeër van dienst even niet oplet. Een moment waar de langs de kant staande Pierre Magne meteen gebruik van maakt. Als het peloton voor bij komt springt Pierre op z’n fiets om vervolgens z’n mee koersende broer Antonin een omhelzing te geven waar alleen ’n liefdevolle broer een patent op heeft. Of het door Pierre’s kus kwam zal nooit meer duidelijk worden. Feit is wél dat Antonin deze Tour de France weet te winnen…
Bron: onder meer Le Miroir des Sprints jaargang 1931.

Hij voelt zich goed. Laat dat even duidelijk zijn. Ontspannen zittend op een stoeltje op het middenterrein van het Amsterdamse Velodrome staat hij de pers te woord. Een cameraman maakt opnames, bedoeld voor een documentaire over zijn komende recordpoging. ‘Stof’ genoeg. Want je kunt alles over hem zeggen, maar niet dan Maas van Beek een dorre grijze muis is. De zes kruisen al gepasseerd leeft hij het leven van een ultieme stripheld. Maas van Beek, hardrijder uit overtuiging. Jager op records. Vijf jaar geleden verpulverde hij het werelduurrecord achter de derny. De onwetenden onder ons moeten maar even de UCI-recordlijsten naslaan. Namen als een C en anderen voormalige champs, ketsen van de lijst.
En nee wij gaan het niet hebben over zijn voor bereidingen. Die speelden zich namelijk af in de twilightzone. Met als detail huiveringwekkende, calvarietochten in het Boliviaanse Andes-gebergte. Godsallemachtig-nog-aan-toe, De Monnik, op meer dan drieduizend meter hoogte, rennend met een rugzak vol met stenen, tegen die steile hellingen. Het filmpje dat daar van gemaakt is behoort sindsdien tot de betere uit het horrorgenre. Enfin, het is nu een paar dagen voor vertrek naar Poetins hoofdstad.
Waarom een mens zich dat allemaal op de hals haalt…? Voor jongens als een Van Beek een rare vraag. Erkenning natuurlijk. Een vermelding in de recordlijsten van de UCI. Meer niet.