De geschiedenis van deze gangmaakmotor is bekend. Dat hij in 1928, de ateliers van motorbouwer Meyer in Parijs verliet. Ook dat de ooit illustere Franse gangmaker Arthur Pasquier daar tientallen jaren op gereden had. Na Pasquier gedwongen afscheid van het stayeren, – de man, bijna tachtig jaar, haalde tijdens het wereldkampioenschap gehouden in het Duitsland van 1960, zijn eigen renner in, – kwam de motor, midden jaren 60, in bezit van gangmaker Noppie Koch. De motor symbool van álles, wat het ‘oude’ stayeren zijn charme en romantiek gaf. De geur van combine en bedrog hangt daar nog aan. Een voorhistorisch monster, mét aandrijfriem én zonder uitlaat. Met een geluid alsof de deur van de hel op een kier stond. Een vuurspuwend monster zonder uitlaat. Hoeveel renners had de Meyer niet van de motor ‘afgebrand’?
Toenmalige gangmakers, sluw en meedogenloos, kerels die je nooit een hand kon geven zonder je vingers even na te tellen. Mannen zonder scrupules. Tijdens het passeren van een tegenstanders, hielden ze hun motor, mét hete uitlaatgassen vlak naast de gepasseerde renner. Die laatste had twee opties: doorrijden óf een verbrand been. Als aandenken hadden talloze renners de rest van hun leven de littekens van brandblaren op hun been. Enfin, dat was en is geschiedenis.
Noppie Koch, gesponsord door het schildersbedrijf van Harry Mater, voerde onder meer Piet de Wit en Martin Venix naar de wereldtitel. Na het beëindigen van Koch’s carrière kwam de motor in bezit van Harry Mater: een aimabel mens én gepassioneerd liefhebber en verzamelaar van stayersparafernalia.
Vorig jaar januari 2017 overleed Harry Mater. Zijn weduwe verkocht de motor voor duizend euro aan een zogenaamde liefhebber en verzamelaar. Die zag daar wel een winstobject in.
Enfin, deze week verscheen, op veilingsite Catawiki, de Mayer. Geschatte opbrengst tussen de 20- én vijfentwintig duizend euro: incluis het gangmaakpak én helm van Koch.
Foto: Harry Mater en Henny Marinus bij de genoemde Meyer-gangmaakmotor. In 1964 voerde Noppie Koch, met deze motor, Marinus naar de Nederlandse titel bij de beroepsrenners.