Ouwe frontstrijder

Zijn carrière zit er bijna op. De haak waar de koersfiets definitief aan gehangen wordt lonkt. Met vierentwintig gewonnen koersen kan en mag je gerust met pensioen. Vierentwintig koersen als een mooie taart maar wél één  waar  de kers op ontbreekt. Dat laatste wordt op veertien juli 1949 alsnog geplaatst. 14 Juli  de nationale Franse feestdag  als Emile Idée de dertiende Touretappe wint. Het is zijn enige Tourwinst.

Op zijn Peugeotfietsje, goed geprepareerd, met de oogopslag van een loensende arend, en  in godsgloeiend hete omstandigheden, komt Emile Idée in Nîmes winnend over de streep. Waarmee hij Roger Lambrecht en Marcel Dupont zijn twee medevluchters verslaat.

Een overwinning waar Emile uiteindelijk meer dan zeventig jaar van genoten heeft, daarover straks meer. Eerst even de details vertellen van Idées touravontuur van 1949.  Waar hij als kopman van Île de France, een regionale ploeg van twaalf renners met de oude Louis Caput als bekendste van start gaat. 1949 de tijd dat zijn beste jaren  achter hem ligt.

Emile profrenner geworden in 1940, heeft niet zó’n beste start. Nog maar amper is zijn proflicentie op de deurmat geploft of het Duitse leger rolt in een maand tijd zijn land op. Zijn geliefde La France bezet door die gehate broche.  Dat hij niet naar Duitsland wordt afgevoerd  om te werken in de oorlogsindustrie  heeft hij aan zijn koersfiets te danken. Geef het volk brood en spelen… Wielerkoersen tijdens de oorlog, daar is geen status in te behalen.

Iets dat Emile Idée na de oorlog recht zet met zijn genoemde etappezege. Om een jaar later bijna toe te slaan in Parijs-Roubaix waar hij in de finale  op hol slaat met de sluwe Rik van Steenbergen in z’n wiel. Op de wielerbaan van Roubaix bevestigt Van Steenbergen zijn sluwe klasse door af te rekenen mat Emile.

Van Steenbergen tweevoudig wereldkampioen, wint zo’n beetje alle klassiekers maar ook een veertigtal zesdaagsen. En toch… tóch heeft Emile met zijn bescheiden uitslagenlijst meer en langer genoten van zijn weinige overwinningen. Op oudejaarsdag 2024 blaast de ouwe frontstrijder Emile Idéé zijn laatste adem uit. Emile is 104 jaar geworden…

 
Bron: Miroir Sprint, jaargang 1949 , 1950. Foto’s: Aankomst op de wielerbaan van Roubaix met Emile Idée links en Rik van Steenbergen. Onder: Emile Idee.

Muilpeer

1948, het jaar dat Trees definitief is ‘uitgesnoerd’ met haar Canadees. En dat de voorheen kaal geschoren  moffenmeiden, weer  voorzien zijn van een fijne bos krullen. En dat Jan en Mien, iedere nacht het stoom uit hun matras laten dampen:  resultaat, de geboortegolf.
Dat de wederopbouw in volle gang is weten we onderhand ook wel. Ook dat de  ouwe Drees, het bed van de komende AOW, aan het opschudde is.   
Maar 1948 is ook het jaar dat er een serieuze Ronde van Vlaanderen wordt gehouden. En daar ging het ruig aan toe. Ná de finish dan. Dat kon je wel aan die Maurice Mollin overlaten. Dat de man over een snelle ‘linkse hoek’ beschikt wordt duidelijk. Of die Maurice,  profrenner afkomstig uit Antwerpen,  ook over een snelle sprint beschikt…?
Ieder geval laat Maurice zich tijdens een eindspurt, niet ongestraft flikken. Zéker  niet voor eigen Vlaamse volk. En al helemáál niet door een Fransman.
Stel een  Vlaming de gewetensvraag, waar hij de meeste hekel aan heeft:  de Mof of een Fransoos. Met de taalstrijd in het achterhoofd weet je het antwoord. Ik bedoel maar.  Het  anti-Franse sentiment,  als een niet te blussen veenbrand. Dat tijdens de jaarlijkse IJzerbedevaart tienduizenden vrolijk met de Vlaamse Leeuwenvlag wapperen, is ter kennisgeving.
Kortom fijne ingrediënten aan de finish in het Oost-Vlaamse Wetteren. Waar het volk, ‘volgelopen’ in de Staminees,  met spanning afwacht op de aankomst van hun Ronde. Opgewarmd met de mededeling dat er een kopgroep aan zit te komen. Een kopgroep bevolkt met kasseistoempers als een Impanis, Sterckx, Briek Schotte, De Simpelaere, en de genoemde Mollin. Daar tussen, als paardenbloemen op een bed Vlaamse rozen, de Italiaan Magni én Louis Caput. De  laatste krijgt ongetwijfeld een ‘harde’ bij het horen van de Marseillaise.
En wat er nou tijdens die sprint precies is voorgevallen…? Onbekend! Maar wél dat het héél érg moet zijn geweest. En ook dat Caput daar bij betrokken is. Mollin,  gaat na de koers, tsjokvol adrenaline én méér,  dan ook op een persoonlijke vendetta. Richting Caput. De laatste krijgt van Mollin een heuse muilpeer, met de genoemde supersnelle linkse.
Dat was dus de ronde van Vlaanderen 1948. Die tot overmaat van ramp voor heel Vlaanderen, ook nog eens wordt gewonnen door de Italiaan Magni. Ach die Mollin, heeft over zijn carrière, géén  rede tot klagen. De man, een middelmatige renner, met onder meer overwinningen in kermiskoersen als Hoboken, Wilrijk, Averbode. Maar evengoed is 1948 hem goed gezind, want de Antwerpenaar wint in dat zelfde jaar wél Luik-Bastenaken-Luik.