De sigaret van het tinnen soldaatje

Het IJzeren Kruis Eerste klas! Dát had hij moeten krijgen. Al was het alleen maar omdat hij een jaar eerder – ingezwachteld in verband, resultaat van een doodkukel eerder -, de honderd kilometer in een uur en zes minuten afraasde: een record. Nú won Paul Guignard de zwaarbevochten Grote Prijs van Berlijn, een stayerskoers over honderd kilometer. Maar eerst de prelude daarop.
Want het is zondag 19 augustus 1906, de genoemde Grote Prijs van Berlijn. Uitverkocht huis. Op de stijf afgeladen tribunes ook de Duitse kroonprins Wilhelm: als het ultieme, tinnen soldaatje, compleet met sabeltje. Aan de start Dickentman, Robl, Demke en Paul Guignard. De laatste, een morsig uitziend kereltje, dat met berenlijm aan de motor leek vastgeplakt. Hoe ver gangmaker Franz Hofmann ook de gashendel opendraaide: Guignard volgde.
Paul Guignard dus, Fransman in Berlijn, voor de Mof altijd een beladen onderwerp. Organisator van de koers, Herr Knorr, trok zich daar niets van aan. Knorr, een zakelijke knakenpoetser, contracteerde dat kleine rukkertje. De Franse stayer was nou eenmaal een ‘kassatrekker’ met, in dat seizoen, negen gewonnen, prestigieuze koersen, waaronder het Europees kampioenschap. De ‘kleine morsige’ was zijn startgeld meer dan waard, want gaf altijd spektakel. Ook op de Berlijnse wielerbaan Friedenau. Waarin hij, tijdens een zinderend gevecht Dickentman en Robl patje gaf.
En dán, dan is er geen koffie maar de huldiging. Behalve de geldprijs van vierduizend goudmark, een lullig bosje bloemen, werd Guignard óók voorgesteld aan de kroonprins.
De laatste, grootgebracht volgens de militaire Pruisische mores, had Guignard passend moeten belonen. In een bloedlinke sport als het stayeren tijdens de Belle Epoque, waar de dodenteller inmiddels op twintig stond, een logisch gebaar. Maar Wilhelm deed dat niet. Nee.
In plaats van een IJzeren Kruis, trok hij zijn gouden sigarettenkoker en bood de winnaar een sigaret aan. Wat getuigde van een dampende minachting, tegenover een sportman.

Als die Paul Guignard een kerel was, had deze Wilhelm moeten toebijten dat hij ‘die sigaret in zijn Pruisische reet kon steken. Het liefst brandend’! Terwijl in Rusland de jongens van de revolutie al aan het warmlopen waren, en in Holland Troelstra met een zaag druk bezig was met de stoelpoten van Koningin Wilhelmina, lachte die kleine Franse kruiper onderdanig naar de kroonprins.
Paul Guignard, een van de grootste stayers van zijn tijd. Werd in 1913 wereldkampioen. Won in zijn lange loopbaan honderden koersen.
Maar zijn allergrootste verdienste was, dat hij het Grote Bloedbad, met name op de Duitse wielerbanen overleefd had. Of Paul Guignard, de rest van zijn lange leven aan de sigaret van Wilhelm dacht, is onbekend. Wál dat Paul in 1965 op negenentachtigjarige leeftijd in zijn bed vredig insliep.

Bron: Radwelt jaargang 1906.

error: Inhoud is beschermd!