Honderden gaatjes zitten erin. Alsof een paar schoten hagel erop afgevuurd zijn. De tekst is vaag geworden. Bijna was het bord bij de vuilnis beland. Maar Stuyfssportverhalen heeft zich er over ontfermd. Het is reclame uit een lang vervlogen tijd met als doelgroep wielrenners. De tekst is gemaakt door een vakman. En die had er duidelijk zin in. Enthousiast werd het blik met superlatieven opengetrokken. De reclameschrijver had de grenzen van de verbeelding opgezocht. Om over zo iets lulligs als fietsschoentjes een tekstje te maken vereist namelijk het onmogelijke.
De eerste regel hakt er direct goed in. ‘Aan de schoen kent men den renner’. Niet zijn fiets, noch de benen, laat staan de kop, maar het schoeisel… Dan gaat hij helemaal los. De slagzin wordt gehanteerd als een slagbijl. ‘De kampioen der kampioenen zijn de Smits Boots’, ranselde hij uit zijn tikmachine. ‘En die zijn licht, elegant en sterk.’ Om eraan toe te voegen dat ze alleen door de beste renners van Nederland worden gedragen. En dat waren Jacques van Egmond, Olympisch kampioen 1932, Jan Pijnenburg en Cor Wals: gereputeerde zesdaagserenners. De wonderschoenen waren alleen te verkrijgen bij de gebroeders Busstraan: constructeurs van de Rih-racefietsen. En daar gaat hij de fout in. De naam Bustraan wordt verkeerd gespeld. Eén ‘s’ te veel.
Het reclamebord, gemaakt midden jaren dertig, had jarenlang in het Olympisch Stadion gehangen. Nadat Cor Wals zich als vrijwilliger bij de Waffen-SS had aangemeld en zijn ‘Smits-Boots’ had omgeruild voor een paar laarzen mét spijkers, werd het weggehaald. Sindsdien, en dat is meer dan zeventig jaar, verbleef het in de spelonken, achter het fietsatelier van Rih-Sport.
Smits Boots is opgeslokt door de geschiedenis. Van Egmond, Pijnenburg en Wals zijn al decennia bij hun schepper. En Rih-Sport houdt eind mei, na meer dan negentig jaar, op te bestaan. En het bord? Het bord, onder het stof en half opgevreten door de houtworm, heeft alles overleefd. Is een klein stukje sporthistorie geworden.
.