
Een adres vastgeklonken in het geheugen van iedereen die ooit een racefiets tussen de benen had. De Westerstraat 150, meer dan tachtig jaar het onderkomen van het roemruchte fietsmerk RIH-Sport. Dat op een RIH-fiets meer dan zeventig keer een renner wereldkampioen werd is ter kennisgeving.
Tien jaar geleden sloot Wim van der Kaaij, de laatste RIH-framebouwer, definitief de deur. Voor stalen fietsen was en is er geen toekomst, weggevaagd als deze zijn door carbon exemplaren. Inmiddels is het merk ‘RIH’, omgeven door een mythische waas met de bijbehorende cultstatus.
De voorzet werd jaren eerder gegeven door de framebouwers Bustraan en Van der Kaaij. Die hun klanten altijd het gevoel gaven dat ze speciaal voor jou, koersende sukkel, toch maar een frame hadden gebouwd. Je wist wat je kocht. Een RIH-koersfiets was een degelijk product. Maar dat waren die andere handgebouwde frames van de toenmalige concurrentie ook.
De retro stalen RIH-koersfietsen, inmiddels zo’n beetje heilig verklaard. Met de bijbehorende anekdotes en verhalen die met het verstrijken van de jaren, steeds mooier worden. Waarbij het begrip ‘relativering’ ver weg is.
Stokoude, beschadigde, en verroeste karretjes, waarop het woord ‘RIH-Sport’, amper te zien is, worden op de sociale media gepresenteerd als archeologische schatten. Dan zijn er ook nog liefhebbers, strak in de leer, bij wie een RIH als kunst aan de muur hangt. Tikkeltje overdreven. Iedere loodgieter, met verstand van legeringen én metallurgie, kon een stalen frame lassen.
Tijden veranderen. Ook in de koers, waar de amfetamines, die ouwerwetse boerenjongensdope is vervangen door enge bloeddoping. En waar een stalenkoersfiets heeft plaats moeten maken voor een hightech, carbonkarretje. Terwijl schrijver dezes dit cynisch stukje tikt kijkt hij met een liefdevolle blik naar links. Want daar staat zijn eerste grote liefde. Een meer dan vijftig jaar oude, prachtig gerestaureerde en zwart gespoten RIH…