Ideale handlanger van de bourgeoisie

vanstadenpoortOp het ijs het trotse bestuur. Aan de poort hun handlanger, Karel van Staden. Welkom bij de Amsterdamse IJsclub achter het Rijksmuseum. Dat ijspret rangen en standen doet wegvallen, is hoogst twijfelachtig. Zeker niet in het Amsterdam van rond 1900. Want wilde je zwieren en zwaaien op het Museumplein, dan moest eerst de portemonnee getrokken worden. Ruim zeven piek was de jaarcontributie: alleen opgebracht door de welgestelde.  De gemiddelde Amsterdammer, thuis een hok met kinderen, kon dat niet missen en mocht glijden op de grachten en vijvers.
Vorst, ijs en schaatsen. Eeuwenlang de ideale combinatie voor een collectieve vorm van nationale idioterie. Dobberden met een beetje vorst de eenden nog in de grachten, op de baan achter het Rijksmuseum lag er dan een ijsvloer. Voor de elite hét sein om de doorlopers  onder te binden. En wat hadden ze een leut. Vooral in de avond. Bij het ‘feestelijke’ licht van vetpotten, lampions en Bengaals vuur heimelijk de meiden bij hun kont pakken. Onderwijl vermaakt ‘met leuke deunen’ van de  Prinsesse Harmonie onder leiding van dirigent Haut, wat altijd fijn was. Het sportieve proletariaat mocht toekijken. Buiten de hekken wel te verstaan. Verschil moet er zijn. Het bestuur van de ijsclub, mannen met bolhoeden, streeppakken én knettervesten voorzien van gouden horlogeketting, behoefde zich geen zorg te maken om clandestien naar binnen geglipt gepeupel. Daar zorgde Karel van Staden wel voor.vanstaden
Karel, de ideale handlanger van de bourgeoisie, stond namelijk aan de toegangspoort. Van Staden, net zo hardvochtig als het door hem te bewaken ijs, was de schrik van schaatsend en arm Amsterdam. Van Staden, door zijn baasjes benoemd  tot ‘chef der bedienden’ zat daar niet mee. Sterker, de chef was trots op zijn Judasbestaan. ‘Ik heb er al heel wat gesnapt, en uit het gat van de deur geschopt’, vertelt hij glunderend aan Het Nieuws van den Dag. Niet alleen clandestiene schaatsers maakte hij het leven zuur. Ook fotografen. Was er een wedstrijd, zoals het wereldkampioenschap in  1892, en kwam het journaille massaal, dan was het  feldwebel Van Staden die wel even ging uitmaken waar de fotografen mochten staan.  ‘Menig brutale kiek-kast-held had ik tot de orde geroepen’, lult hij in de krant. God weet wat voor schitterende actiefoto’s hij van Jaap Eden, daarmee om zeep had geholpen. Na een winters schrikbewind van vijfentwintig jaar werd de helse poortwachter in 1915, in het clubhuis van de ijsclub verwacht.
vanstadenbestuurKarel werd gehuldigd. Achter de bestuurstafel het voltallige bestuur. Staand,  als een kwispelende kwijlpoedel, de jubilaris. Na een aantal ongetwijfeld niet gemeende woorden kreeg Van Staden een envelopje met inhoud. Wat de Revue der Sporten deed uitroepen dat het ‘Voor den grijzen kerel wel een onvergetelijk moment zal zijn geweest.’ Anders voor menig Amsterdammer wel.

Foto 1: Toegangspoort van de ijsbaan Museumplein. Rechts Van Staden, Foto 2: de ijsbaan op het Museumplein, foto 3: Huldiging van Van Staden.

Bron: Nieuws van den Dag jaargang 1915, Jubileumboek Amsterdamse IJsclub uitgegeven in 1914, Revue der Sporten.

Geef een reactie

error: Inhoud is beschermd!
%d