‘Wie redt het blanke ras…’?

Ga er maar aan staan! Heb je als zwarte bokser in het gesegregeerde Amerika alle  vernederingen doorstaan wordt je in het zogenaamde ‘verlichte’ Europa als een soort imbeciele rariteit behandelt. Joe Jeanette en Sam McVea de eerste lichting afro-amerikaanse pugilisten die begin twintigste eeuw de oceaan overstaken, hadden niet alleen eelt op hun knuisten maar ook op de ziel.
Op het oude continent, om precies te zijn in Parijs, viel voor Joe en Sam het grote geld te verdienen. Hun primeur vond plaats in maart 1909. Door discutabele beslissingen van de ringrechter verloor Jeanette zijn eerste Europese gevecht van McVea. Twee maanden later was er de grote revanche. In het Cirque de Paris, waar de partij plaatsvond, was geen plaats voor de ‘gewone’ man. De exorbitante toegangsprijzen konden alleen door de happy few worden opgehoest.
Het publiek, voornamelijk mannen in jacquet en smoking, waaronder baron de Rothschild, maar ook de massaal uitgerukte sportpers, konden de rest van hun leven zeggen dat ze er bij waren geweest. De partij Jeanette versus McVea ging namelijk de geschiedenisboeken in als de langste ooit. Negenenveertig lange en slopende rondes van drie minuten waren  McVea en Jeanette aan elkaar gewaagd. Door opgave van Sam McVea, want uitgeput, werd Jeanette winnaar.
 Joe Jeanette, vuistvechter afkomstig uit Hoboken, New Jersy, zoon van een smid, werd met zijn overwinning mateloos populair in Frankrijk. Een bedenkelijke roem. Dat Joe het startschot mocht geven voor een belangrijke en drukbezochte wielerkoers was fijn voor hem. Minder was dat hij aangekondigd werd met ‘den neger Jeanette’.
Ook de pers liet zich niet onbetuigd. Als het Franse journaille net zo over Jeanette schreef als de Nederlandse sportpers, dan moet het voor Joe een helse tijd zijn geweest. Leo Lauer, namens de Revue der Sporten aanwezig bij het ‘gevecht van de eeuw’, betitelde Mc Vea en Jeanette als ‘die zwartjes’. Voor Leo was het sowieso een schokkende avond. ‘Wij blanken betekenen niets meer. De beste pugilisten zijn negers.’ Tikte hij op zijn schrijfmachine, om zich vervolgens af te vragen: ‘Waar toch die blanke is, om den handschoen op te nemen om de eer van het blanke ras te redden.’
Arme Joe. De Europese pers moest eens weten. Drie jaar voor zijn Europese debuut was de zwaargewicht in het grote geheim getrouwd met zijn grote liefde Adelaide Atzinger: een blanke boerendochter. Nadat het geheim uitkwam, werd de familie Atzinger uit de witte gemeenschap verbannen. Na zijn afscheid van de ring, in 1918, ging Joe in zaken.
In  thuisstad Jersey City  begon de voormalige champ  een sportschool en een autoverhuurbedrijf. Jeanette werd in tegenstelling tot veel van zijn vroegere collega’s een succesvol zakenman. Na een gelukkig huwelijk van meer dan vijftig jaar stierf Joe thuis. Joe Jeanette die binnen én buiten de ring zijn hele leven lang tegen racisme vocht, werd 79 jaar.
En mocht Edgar Davids zich in de pers nog eens beklagen over vermeend racisme, laat hij dan even denken aan jongens zoals Joe Jeanette  en Sam McVea…

Foto 1: Het publiek, voornamelijk mannen in jacquet en smoking
Foto 2: Joe Jeanette, mateloos populair in Frankrijk lost op het Velodrome Buffalo in Parijs het startschot. 
Foto 3: Jeanette neergehaald door McVea in hun eerste gevecht.

Foto 4:’Eén  foto zegt meer dan duizend woorden’, om maar even een lullig gezegde af te stoffen. Voorjaar 1914, de weging voor het  gevecht tussen George Carpentier en Joe Jeanette.   George Carpentier won 109 wedstrijden, was behalve Europees- ook meerdere keren wereldkampioen, en verloor in zijn loopbaan slechts 14 keer. Joe, strak in de lens van de camera kijkend, zie je duidelijk denken ‘over mijn lijk’:   Joe Jeanette gaf  George ‘van Jetje’. 

 Lees ook: http://stuyfssportverhalen.com/2009/11/22/joe-jeannette/ Bron: Revue der Sporten jaargang 1909, en 1914, de site van Sabrine Jeanette, Joe’s achternicht. 

4 Responses to “‘Wie redt het blanke ras…’?”

  1. Jan Says:

    Mooi verhaal Peet, zou verfilmt moeten worden !

  2. eric van oostrom Says:

    Toch even een paar opmerkingen. Jeanette v. McVey/McVea was zeker niet het langste gevecht ooit onder Queensberry rules. Dat had al in 1893 te New Orleans plaatsgevonden. Andy Bowen en Texas Jack Burke kwamen na 110 ronden uit op een onbeslist.
    De opmerking van Leo Lauer over ´t blanke ras moet in een bepaalde context worden gezien. Jack Johnson was tussen 1906 en 1915 de onbetwiste alphamale onder de zwaargewichten. Vooral in de Verenigde staten leidde dit tot grote irritatie onder grote delen van de blanke bevolking. Jack was niet alleen een flamboyante verschijning met controversieel gedrag, hij was ook de eerste zwarte zwaargewichtkampioen. Voordat hij kampioen was had hij al z´n dominantie over de zwarte zwaargewichten getoond, na het winnen van de titel rekende hij ook moeiteloos af met z´n blanke uitdagers. In reactie op Jacks hegemonie kwam er een hijgerige zoektocht naar een blanke bokser, die Johnson wel een lesje zou leren, de zog. White Hope era. Voor zwarte zwaargewichten was er meteen beduidend minder interesse, dus minder te verdienen. Deze periode kende nl. nog drie ander zwarte toppers, het bovengenoemde tweetal en de nog betere Sam Langford. Parijs in deze periode was vergeleken met hun vaderland een paradijselijke bestemming. De bokssport was er de laatste rage, het geld was er in overvloedde en zwarte amerikaanse boksers ervoeren daar niet zozeer racisme als nieuwsgierigheid. Ze waren zelfs salonfahig genoeg om in de hoogste kringen gefeteerd te worden. Niet verwonderlijk dat Johnson zelf , nadat hij uit de VS gepest was later ook in Parijs zou opduiken. Leo Lauer, een gerenomeerd sportjournalist, die harde, kritische uitspraken nooit uit de weg ging, was op de hoogte van dit alles en kende de europese bokscene, die nog in z´n opkomstfase was. Logisch dat hij onder de indruk was van de klasse van beide mannen en dan te bedenken, dat deze twee giganten nog lager in de pikorde stonden dan Langford en bovenal Johnson. Als man van zijn tijd kon hij alleen maar het bovenstaande verzuchten.
    Jeanette´s huwelijk met een blanke vrouw was lang niet zo controversieel als de huwelijken van Johnson met blanke vrouwen. Jeanette was een mulat, een term die men vroeger gebruikte voor iemand van gemengd bloed. Hij had namelijk zelf een blanke moeder, van duitse afkomst.
    George Carpentier werd pas wereldkampioen in het halfzwaargewicht in 1920 en was in 1914 beduidend lichter als Jeanette. Bovendien gaf hij de favoriet meer dan uitstekend partij.Toen scheidsrechter Franz Reichel na 15 ronden de overwinning aan Jeanette gaf, had hij het merendeel van de aanwezige bokspers niet aan zijn kant.

    • stuyfssportverhalen Says:

      Inderdaad: Joe Jeanette en Sam Mc Vea kwamen zo’n beetje gelijk met Sam Langford en Jack Jonhson naar Europa. Dat had ik in mijn archief, want jaargangen van o.a. de Revue der Sporten, ook gevonden. Heb alleen Jeanette/McVea daar uit ‘getild’ door én de mooie foto’s maar ook om het sociale leven van Jeanette. Dat Jeanette een Duitse moeder had betwijfel ik. Dat heb ik nergens kunnen vinden. Hij was wél getrouwd met een vrouw van Duitse afkomst. Mede door zijn gemengde huwelijk onderging Jeanette én zijn vrouw hun leven lang, raciale onrechtvaardigheden. Dat dat voort het gezin ‘Jeanette’ traumatisch was bewees het feit dat zijn twee kinderen, later getrouwd, bewust kinderloos zijn gebleven. Mijn bron over zijn familieleven is o.a. een achterneef van zijn vrouw: Lees http://carriertom.typepad.com/sheep_and_goats/2007/02/to_joe_jennette.html

  3. Eric van Oostrom Says:

    Over zijn Duitse moeder lees het boek van Joe Botti Joe Jeanette: Boxing’s Ironman. Haar naam was Sabina Schultz geboren in 1853 in Beieren.


Laat een reactie achter bij Eric van OostromReactie annuleren

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: