De warme buurt van Amsterdam. De ‘spannendste vierkante kilometer’ van Nederland. En te midden van kroegen, zeelui, Amerikaanse verlofgangers, hoerenlopers, animeermeiden en ander soort temeiers vond de voorbereiding plaats. Het is voorjaar 1954. In boksschool Groothuis gevestigd in de Warmoesstraat, vlak naast het politiebureau waar Appie Baantjer ‘warm draaide’, maakte halfzwaargewicht Wim Snoek lange dagen. In Groothuis’ boksschool, één groot decor van een zwartwitfilm uit de jaren dertig, werd hard, lang en consciëntieus getraind. Voor Snoek een investering. Want zijn komende gevecht zal zijn carrière gaan bepalen. Aan de horizon gloren roem, erkenning, én daarbij hogere gages. En in het verlengde daarvan, héél misschien een gevecht om de wereldtitel. Maar dan moest Snoek wel eerst die ene grote hobbel nemen: een gevecht om de Europese titel. En dan nog wel in Hamburg! Thuisbasis van Europees kampioen Gerhardt Hecht.
Helemaal alleen stond Snoek er niet voor. Tussen de achtduizend liefhebbers in de Hamburgse Ernst Merck Halle ook honderden Amsterdamse supporters, waaronder Dick Bessems, directeur van het Olympisch Stadion. Die lieten zich niet alleen horen, maar hoopten ook getuigen te zijn van een hopelijk historisch moment.
Snoek begon het gevecht overtuigend. In de vierde ronde lag de titel voor het grijpen. Hecht, zevende op de wereldranglijst, was panklaar voor een knock-out. En Wim Snoek, die onbekende pugilist uit de Jordaan, die Wim Snoek vergat het karwei af te maken. Erger, veranderde van tactiek. Als hij met zijn linkse heel gewoon punten had blijven sprokkelen, was er niks aan het handje geweest. Had hij geschiedenis kunnen schrijven. Snoek verzuimde dat. Begon met zijn rechtse hoek te werken: een voorspel voor zijn nederlaag.
Wim Snoek, 27 jaar, in de kleedkamer, vlak voor het gevecht misselijk van de zenuwen, had van de spanning twee nachten niet geslapen. Snoek begon uitgeput te raken. Zag geen kans op openingen in de verdediging van Hecht. Een buitenkansje dat de Duitser zich niet meer liet ontglippen. Hecht, koelbloedig, als soldaat gehard aan het Oostfront, knokte zich op Pruisische manier terug. Hield het tempo laag. En sloeg in de tiende ronde toe. De tiende ronde dus! Drie lange minuten die de carrière van Wim Snoek zouden bepalen, en waarin ‘sloper’ Hecht op toeren begon te komen. De tiende ronde waarin Amsterdamse ribben werden geranseld. En een Mokumse kin vol werd geraakt.
Voor Snoek was het alle hens aan dek. Voetenwerk werd traag. Benen voelden als rubber. Met zijn rug tegen de touwen hield hij stand. Deed wat hij kon. Ook Hecht had een jas uitgedaan. Kwam weliswaar makkelijker over het voor boksers gevreesde dooie punt heen, maar raakte ook vermoeid. Maar een mof geeft zich pas gewonnen als hij zijn laatste adem uitstoot. De Ernst Merck Halle stond te koken en te kolken nadat Hecht unaniem tot winnaar werd uitgeroepen.
Foto 1: Aanplakbiljet Europees kampioenschap halfzwaargewicht. Foto 2: Wim Snoek. Foto 3: Links Wim Snoek getraind door Dick Groothuis.
Bron: Weekblad Sportief jaargang 1954.