In het water

Het moest een eresaluut worden aan Piet Dickentman: één van de grootste sporthelden van  Amsterdam. Vanaf 1900 was Dickentman actief als stayer achter de zware motor.  Voornamelijk koersend in Duitsland, behoorde de man tot de wereldtop.  De Amsterdammer was wereld- én Europees kampioen, brak diverse snelheidsrecords en won alle grote stayerskoersen. Vaak meerdere keren.

Op zondagmiddag 18 september 1910, kroonde Piet zich tot de allerbeste stayer ooit. Op de Steglitzwielerbaan in Berlijn, werd het Ober-Weltmeisterschaft verreden. Een prestigieuze kampioenschap waar de wereldtop aan de start stond. Voor dertigduizend toeschouwers hield Dickentman huis, en reed de concurrentie overhoop. Dickentman mocht  zich de rest van zijn leven Her Ober-Weltmeister noemen: (zie elders op deze blog). In Amsterdam werden de verrichtingen van Dickentman via de kranten en de sportbladen gevolgd. Bij het volk was ouwe Piet, zoals hij werd genoemd, mateloos populair. Wat tot uiting kwam in 1921.

Het blad Rijwiel- en Motororgaan, uitgegeven, en vol geschreven door George Hogenkamp, stond stil bij het vijfentwintig jarig jubileum van Dickentman als wielrenner. Terecht. De Amsterdams stayer, op dat moment al tweeënveertig jaar, behoorde al  meer dan twee decennia tot de wereldtop, en liet de rol van de gangmaakmotor regelmatig roodgloeiend staan.

Piet, regelmatig koersend op de Duitse wielerbanen, liet zich uitbetalen in luxe goederen zoals juwelen, bontjassen en meer, wat te maken had met de grote geldontwaarding  in het Duitsland vlak na de Eerste Wereldoorlog. Dat Dickentman tientallen keren aan het graf van een verongelukte collega stond, is een lugubere bijkomstigheid. In 1921 kreeg hij zijn verdiende huldiging.  George Hogenkamp, nestor van de vaderlandse wielerjournalistiek, organiseerde  voor de stayerende jubilaris, een speciale avond in het Amsterdamse Stadion. Waarvan de opbrengst ten goede kwam aan Dickentman.

Op het programma, stond natuurlijk een stayerskoers, met als aardigheid dat Dickentman achter de toen al stokoude, en curieuze motortandem ging rijden. Als publiciteit voor deze avond,  stond deze motortandem, – een monster van een machine, bediend door twee man, – twee weken lang in de etalage van de firma Palmer Tyre Co, aan de Stadhouderskade, waar het veel publiek trok.

Pech voor Dickentman. Het feest viel letterlijk in het water. Om half acht begon het te regenen. Wat niet meer ophield. Uiteindelijk werd Piets wedstrijd de zondag daarop gehouden. Uit deze echec haalde tekenaar Jan Lutz zijn inspiratie. De cartoon mét bijschrift werd gepubliceerd in Rijwiel- en Motororgaan. Zo was George Hoogenkamp  ook wel weer.

Bron: Rijwiel- en Motororgaan, jaargang 1921.

error: Inhoud is beschermd!