Dnjepr

Werner Spannagel, na zijn winst op de Argentijn Tvillo, tijdens de Spelen van 1932.

Sportroem, is net zo vluchtig als de geur van goedkope parfum. Gok daarom nóóit, op de gedoodverfde favoriet. Breng dan liever je geld naar de kroeg. Of besteedt het aan een leuke meid. Dan heb je ten miste iéts. De gokkers die hun geld tijdens de Olympische Spelen van 1932, op Werner Spannagel hadden gezet, vloekte de pannen van het dak: daarover straks meer.

Werner Spannagel, een onbekende Duitse bokser. Versloeg een maand vóór de Spelen in Chicago,  de onverslaanbare geachte Johnny Baltser, die een jaar later de prestigieuze Golden Gloves won. De  lokale gokmaffia moet met Werner niet  blij zijn geweest. Werner Spannagel, vlieggewichtkampioen van Duitsland, werd meteen dé favoriet voor het goud van de Spelen, gehouden in Los Angeles. Een scenario dat niet uit kwam.

Het Duitse vlieggewichtje werd in het Olympisch toernooi  tijdens de kwartfinales, verrassend er uit geslagen door de latere bronzenmedaillewinnaar Lou Salica. Dat de laatste in 1940 wereldkampioen werd in het bantamgewicht, is ter kennisgeving.

Werner Spannagel, – waarvan na zijn Olympisch debacle weinig over terug te vinden valt – beantwoordde totaal niet aan hét geschetste beeld van de superieure, boomlange Germaanse strijder, ontsproten uit de rassenwaanzinnige koker, van zijn Führer. Ondanks Spannagels kleine gestalte, werd hij tóch goed genoeg bevonden voor de Wehrmacht.

In het najaar van 1943, tijdens de Slag om de Dnjepr, sneuvelde de voormalige vlieggewicht. Werner Spannagel tweeëndertig jaar, werd begraven in een ‘kameradengraf’. Dan is er ook nog zijn vroegere tegenstander Lou Salica. Die had meer geluk. Lou sloot op negentigjarige leeftijd, definitief zijn ogen.

Bron onder meer: Olympia 1932, uitgegeven door de ‘cigarettenfabrik Reemtsma’ in 1932. Het gemeentearchief van Barmen-Wupperthal, en de Duitse Oorlogsgravenstichting.

En Attilio trok ter Olympus

Terwijl in het  nabijgelegen Hollywood  Laurel en Hardy druk bezig waren met de opname van the Musicbox waar ze niet veel later hun enige Oscar mee wonnen, sexbom Jean Harlow de mannen van zich af moest rammen, op de Hollywoodboulevard,  jonge, mooie vrouwen, in een eindeloze optocht liepen  te paraderen in de hoop door de filmindustrie ontdekt te worden werd er elders in de stad de Olympische Spelen gehouden.
Welkom in het Los Angeles van 1932, midden in de Grote Depressie maar waar van een beurskrach niets te merken viel.  Ging in Nederland  Piet Pelle massaal  op zijn Gazelle naar de koers kijken,  op de zeeboulevard van Castelamare, in de buitenwijken van L.A., deed  de modale Amerikaan dat in zijn T-Fordje.
 Daar stonden ze dan, rijen dik, mannen met strohoeden, vrouwen gekleed  als Greta Garbo, hotdogs en hamburgers onder handbereik, wachtend op de renners. Al dat bekijks liet de Italiaanse renner Attilio Pavesi koud. Attilio kon die dag alles. Beschikte over onvermoeibare krachten had dat superieure gevoel dat iedere renner maar één  keer in zijn leven meemaakte. Voor Pavessi viel dat gelukkig op de dag van de Olympische tijdrit. Die hij op zijn naam schreef. Later die week werd bij Pavessi de tweede gouden medaille om zijn nek gehangen als lid van de Italiaanse ploeg.
 Na zijn gelukkige optreden in Los Angeles keerde Vrouwe Fortuna zich van de Italiaan af. In zijn latere profcarrière bleef de teller op nul gewonnen koersen staan.
Pavessi kon toch een lange neus trekken  naar zijn toenmalige concurrentie. Eén voor één  trokken zijn voormalige strijdmakkers naar een Beter Oord. Pavessi ging gestaag door. Maar ook voor Olympische Kampioenen stopt de klok een keer. In een rusthuis in Buenos Aires stierf, eergisteren de campionissimo op honderdjarige leeftijd. Attilio was de oudste nog levende Olympische kampioen.

Foto 1: Doorkomst van de renners op de zeeboulevard van Castelamare, in de buitenwijken van L.A.

 Bron: Sport in Beeld, jaargang 1932.

error: Inhoud is beschermd!
%d