‘Breng mij asjeblieft naar mijn moeder’

Montana 1898, het Wilde Westen. Twee decennia eerder nog het territorium van Cheyennes en Sioux en waar een zinnige blanke zich niet waagde. Vrijplaats voor avonturiers en andere desperate idioten.  Stadjes met houten trottoirs. Met op elke hoek een saloon. Kroegen met klapperende deurtjes,  tingeltangelpiano, pokerende mannen, en hoeren bij de vleet. Waar de  kogels letterlijk om de oren vlogen. Met als extra attractie vuistgevechten. Wie durfde mocht, voor een klein bedrag,  knokken met de prijsvechter van dienst. In dat geval een jongen van zestien jaar. En die nam het op tegen iedere cowboy die het lef had.
The Kid trok van kroeg naar kroeg. Kreeg in één jaar meer dan tweehonderdvijftig tegenstanders tegen over zich: en haalde ze allemaal neer. Stanley Ketchel net zeventien jaar, gehard in de kroegen van Montana, werd beroepsbokser. Vocht in drie jaar tijd veertig officiële gevechten, en verloor slechts twee keer.  Stanley, westernlaarzen, revolver, was Montana ontgroeid, en vertrok in 1907 naar Californië voor een serie gevechten.
Na de eerste drie gewonnen partijen kwam de voormalige kroegvechter uit tegen wereldkampioen Joe Thomas. In een bloedig gevecht over tweeëndertig ronden, ging bij Joe Thomas het licht uit. Na nog een serie partijen onder meer tegen Mike Sullivan, Billy Papke,  Hugo Kelly, en Jack O‘Brian, is het oktober 1909. 
Wereldkampioen Ketchel, met de bijnaam ‘the Michigan Assassin’  gecontracteerd voor een gevecht over twintig ronden met tegenstander Jack Johnson, een Afro-Amerikaan. Het treffen tussen  Johnson versus Ketchel werd een historische en beroemde  gevecht. Het blanke publiek,  als één man achter hun jongen, zag tot grote afgrijzen hoe de kop grotere en zwaardere Johnson in de twaalfde ronde Stanley Ketchel met een vreselijke klap knock-out sloeg. The Champ, minuten lang in een andere wereld, werd wakker met drie tanden minder. De ivoortjes moest Johnson later uit zijn handschoenen pulken.  Ketchel, uit op revanche, trok zich, als voorbereiding op een  revanche terug op een ranch ergens in Missouri. En daar, tussen de paarden en koeien, begon het voorspel voor Stanley Ketchels naderende dood. Na een ruzie met ene Dipley, werd de schrik van de saloons in zijn rug geschoten. 
Met een speciaal gecharterde trein werd the Assassin naar het hospitaal in Springfield afgevoerd. Met Magere Hein naast je sterfbed laten mensen zich van hun kwetsbare kant zien. En valt toch geen status meer op te houden.  Ook Stanley Ketchel. De man met de harde kop,  en koude ogen was weer dat jochie uit Montana.  ‘Ik ben zo moe, ik wil naar huis. Breng mij asjeblieft naar mijn moeder’,  waren zijn laatste woorden. Moeder Ketchel zal haar jongen nooit meer zien. Op vierentwintigjarige leeftijd stierf de Michigan Assassin. Ketchel, één van de beste middengewichten ooit, werd in 1954  bijgezet in de International Boxing Hall of Fame.

 Foto 1: Voor een verbijsterend blank publiek gaat Stanley Kechel in de twaalfde ronde neer. Foto 2: Links Stanley Ketschel mét westernlaarzen en Jack Johnson. Foto 3: Stanley Ketchel

 Bron: the San Francisco Cronicle jaargang 1910, Vie au Grand Air, jaargang 1909, de site Boxing Records.
Filmbeelden van het  gevecht Johnson/Ketchel:  http://www.youtube.com/watch?v=wp20AKdyyXg

error: Inhoud is beschermd!
%d