Verlamd

Als Lord Wanhoop op weg naar het bal masqué. Lijden als levenskunst, waarbij gesnapt door die ene onbekende Franse fotograaf met een fijne neus voor drama.  Albert Ramon,  koersfiets op de schouder, sjokkend tegen de Col d‘Aubisque. Wielrenners, lopend met een kapotte  fiets heeft iets diep triest. De treurigheid hing dan ook om Ramon heen als een cocon.  De  Tour de France 1948, zevende etappe Biaritz-Lourdes over tweehonderd kilometer. Terwijl grimpeurs als een Bartali, Robic en Bobet vér voor Albert uit, tegen de hellingen op dansten, kwam hij ten val. Brute pech, met een  kapot wiel als resultaat. En geen materiaalwagen in de buurt. Ramon, wapperende koersbroek, kon maar één ding doen: lopen. Met die zware fiets op z’n schouder tegen die steile rotberg op. Nagestaard door een ploegje onthutste locals. Ramon, knecht in de Belgische nationale ploeg, voor de eerste én tevens laatste keer aan de start van de Tour.
Albert én de Tour, dat was géén goede chemie. Trouwens, dat hele koersen was voor de man, afkomstig uit Brugge, geen gelukkig huwelijk. Zijn echte kruis moest namelijk nog komen. Maar even terug naar die bewuste etappe, waar Albert, inmiddels gedepanneerd, als 91e, nét binnen de tijd, binnenkwam. Wat uitstel van executie was. Zes etappes later moest de inwoner van Brugge opgeven.
Gezien zijn schamele financiële verdienste in Frankrijk, kon voor  Ramon  die hele Tour de France, z’n rug op. Albert, beroepsrenner, verdiende zijn geld véél gemakkelijker. Als kermiscoureur won hij in zijn eigen land meer dan veertig koersen,  waaronder de Ronde van België én het nationaal kampioenschap. Maar ook voor Albert Ramon was zijn lot bestemd.
Tijdens de kermiskoers van Waarschot, gehouden ergens in september 1951, botste de Bruggeling tegen een auto. Albert, tien jaar prof, was voor de rest van zijn leven verlamd aan beide benen. Albert Ramon stierf in 1993 en werd drieënzeventig jaar.

Bron: Bud Club jaargang 1948.

Kermiskoers

vlaanderen9-0242Op keiharde stoeltjes worden bilspieren gestaald. Overvolle asbakken op kale, geschuurde, houten tafeltjes. De vloer is van hardsteen. Aan de muur een elftalfoto van Club Brugge. Buiten, op het plaatsje, bevindt zich het pissoir waar mannen de ‘aardappels afgieten’. Aan de kolkende, bruisende bierpomp, uitbater George Vandervanet.
Het is duidelijk dat staminee Mexico geen ‘grand-café’-allure heeft. Maar Mexico, een vreemde naam voor een oer-Vlaamse kroeg, heeft dan weer wél twintig biersoorten op de kaart staan…
Hoewel het een woensdagmiddag is puilt Mexico uit. Het is namelijk koersdag! En voor George’s Spartaanse kroeg bevindt zich de finishstreep. In Sint-Kruis, een gehucht ergens in West-Vlaanderen, staat de 35e Grote Prijs Visrokerij Franky Allo op punt van beginnen. Een koers voor amateurs over 120 kilometer met negentien ronden. Aan de start meer dan 240 renners.
Vrijwilligers van het Vlaamse Kruis, een EHBO-organisatie, schikken, verlekkerd op wat misschien komen gaat, verbandjes, pleisters en flesjes jodium. In frietkot ’t Smulmobieltje verdwijnt de patat met ladingen in de hete olie. Op de stoep voor Mexico, waar een pint iets meer dan een euro kost, maakt ene Maurice Dobbelaere zijn achternaam meer dan waar!
sintkruis9Met het uitklappen van een tafeltje en het plaatsen van een schoolbord opent Maurice zijn gokkantoortje. Bij Dobbelaere kan op de koers gewed worden…
Tussen de massaal opgekomen fans ook Eric Deruijck en Antoin Deckere: dikke zeventigers. Eric en Antoin (foto linksboven) zijn liefhebbers van het cyclisme en slaan geen wedstrijd in de streek over. Voor een amateur-koers worden ze niet koud of warm. Nee, dan vroeger… ‘Goedverdoeme, jong’, klapt Deruijck in onverstaanbaar dialect, ‘d’n Briek…’ In hun jeugd zagen Eric en Antoin, met eigen ogen, hoe de legendarische flandriën Briek Schotte over de kasseien knotste en botste.gokbriefjeweb12
En dan klinkt het startschot. De renners zijn vertrokken. Voor het peloton uit rijdt een wagen met knipperlichten, daarachter een motoragent, door Vlamingen ‘Zwaantje’ genoemd: poëtischer kan het bijna niet.
Negentien doorkomsten waarbij Mexico telkens leegstroomt. Met glazen bier in de hand wordt over dranghekken gehangen. Premies zijn er ook te verdienen, klinkt het uit de speakers. Zo schonk Bakkerij Dereeper een ‘prachtig handgemaakt paasei’, gewonnen door renner met rugnummer 137.
De laatste ronde! Meer dan tweehonderd renners sprinten voor de eerste plaats. Het is de Litouwer Vyautas Kaupas die ze er allemaal ‘oplegt’. Een prestatie!
Maar niet de allerbeste van de dag. Want die staat op naam van schrijver dezes… Want om bij gokkantoor Dobbelaere, uit meer dan 240 renners, op de juiste renner te gokken is een waarlijk grootste verrichting.
Ik bedoel maar…

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: