Halfgare

De zondagen van april, héilige dagen,  in gepaste devotie voor de televisie door gebracht. Een flesje Hertog Jan onder handbereik. De ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix  en méér staat namelijk op de kalender. Dat was vroeger. Voor dat dat  enge virus toesloeg. Geen klassiekers dit voorjaar. Laat staan de Giro d’ Italia, met afstand  de allermooiste koers.  
Nostalgie naar de Ronde van Vlaanderen, zoals die van  1965. Verreden in helse, Bijbelse weersomstandigheden.  Een koers voor onbarmhartige kerels, met als credo ‘pijn is fijn’. Mannen die opleven  bij dat soort wolvenweer, zoals voormalige kasseienstoemper Dirk de Wolf dat zo mooi kon verwoorden.
Kerels als een Jo de Roo en Ward Sels. Vooral de laatste. En nee, er volgt  geen wedstrijdverslag, noch wordt de  doopceel van Sels en De Roo gelicht. Daar is al zoveel over gepubliceerd. Hier gaat het om de foto. Met Sels en De Roo, op stalen koersfietsen, zoals een koersfiets behoort te zijn.  
Sels en De Roo koersend voor lijf en leden, zónder helm, maar wél met een koerspetje, achterstevoren. Stoere kerels met magere koppen, waarvan je haast zeker weet dat ze bij een valpartij de kasseien kusten, om vervolgens hun fiets op te rapen.
Was  het niet diezelfde Sels, die ooit een week voor een ronde van Vlaanderen, grasmaaiend op de boerderij van zijn vader, met een vlijmscherpe zeis in zijn kuit hakte? Om een week later van start te gaan in Vlaanderens mooiste. Ik bedoel maar. Sels en De Roo, om hun pols het klokje, verkregen bij de eerste plechtige communie, of van een liefde. 
Jo de Roo,  inmiddels tweeëntachtig jaar, maakt op z’n stalen koersfiets nog dagelijks zijn rondje.  Zonder valhelm. Wat dat betreft is de man strak in de leer.
Sportschrijver Frank Heinen denkt daar anders over. Volgens hem behoren renners zonder valhelm tot de categorie ‘halfgare’. Heinen had dat onlangs gepubliceerd in HP/De Tijd.  Jo de Roo, man vele veldslagen gehouden op de kasseiwegen van Vlaanderen en Noord-Frankrijk, en ook nog eens winnaar van – inderdaad boven genoemde – ronde van Vlaanderen, maar ook Bordeaux-Parijs én de ronde van Lombardije, heeft daar natuurlijk geen boodschap aan. Helden laten zich namelijk niet de les lezen.

’25 Sterke Wielerverhalen van Ton Vissers’

vissersboekjeTon Vissers, ploegleider van een professioneel wielerteam in de jaren zestig en zeventig: de wilde tijd van het cyclisme, waarin een pilletje of ‘pikuurtje’ meer of minder er niet toe deed. Je zal denken dat zo’n man overloopt van mooie en spannende verhalen. Vergeet dat maar. Spectaculaire onthullingen hoeft de lezer niet te verwachten.
’25 Wielerverhalen’,  een  jaarlijks door Sophie Tacx uitgegeven wielerboekje, staat dit keer in het teken van Vissers, ooit een kleurrijk karakter in het peloton. ’25 Wielerverhalen’, met even veel hoofdstukken van één pagina, is aardig, lief, en een  tikkeltje ondeugend. Maar als wielerboekje is het nét niet. Iedere keer als je denkt dat Vissers een spannende onthulling doet maakt hij een schijnbeweging. De lezer in verwarring achterlatend. Zoals in het hoofdstukje ‘Peter Post is de weg kwijt’. Vissers, ploegleider van Willem II met Peter Post in de gelederen, vertelt over de Trofeo Barrachi 1967, ooit een befaamde koppeltijdrit in Noord-Italië. De ‘Barrachi’,  editie november 1967, waarin Post, warmgedraaid in de Zesdaagse van Frankfurt, gekoppeld was aan Jo de Roo. ‘Een furieus koersende Post denderde naar de plaatselijke piste om die niet rechts maar links op te rijden. Tot grote hilariteit, maar het liep allemaal goed af’. PETER POST.© foto Guus de Jong.
Waarom Post, die tientallen keren een wielerbaan opreed links af sloeg vertelt Vissers niet. Had Post de verkeerde preparatie ingenomen? Van die onzekerheden. Zoals het hoofdstuk ‘De opgebaarde coureur’, met daar in een flauwe anekdote over renner Matje G. met wie het heel slecht had kunnen aflopen.   
Evengoed is het boekje meer dan geslaagd. Al was het alleen maar om het hoofdstuk waarin Jean Nelissen, verslaggever van dagblad De Limburger, ontmaskerd werd als een ordinaire matennaaier.  In een artikel van zijn hand beticht deze zijn vriend Vissers van vals spel. Het begin van een hetze tegen Vissers en zijn ploeg. Waarvan ‘Hilversum’ ook lucht kreeg. Nelissen was bereid zijn bevindingen live  voor de televisie te vertellen. Een uitzending waarvoor Vissers ook uitgenodigd was. De laatste, overtuigd dat Nelissen hem en zijn ploeg kapot wilde maken, wist vlak voor de uitzending via een chantage over het privéleven van  Nelissen dat er niet té diep op de zaak werd in gegaan.  Dat kun je wel aan die Roomse  jongens overlaten. ’25 Wielerverhalen’, ruim zestig pagina’s, mooi grafisch verzorgd en geredigeerd  door Jan Zomer. Voor de liefhebber een collectorsitem.

’25 wielerverhalen’, info: http://www.tacx.com

 

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: