Met de zegen van Sint Réparate

De hel van het Noorden. Kasseien. Een ballenkraker bij uitstek. Slecht voor de eventuele latere kinderbijslag. Maar wél goed voor eeuwige roem. Zeker voor Pierre Molineris, renner ‘om den stokbroden’ en afkomstig uit Nice. Pierre dus, 32 jaar, bij  wie de eeuwige pech aan zijn afgetrainde kont hing. Maar niet tijdens de vierde etappe, Tour 1952,  Rouen-Roubaix, over tweehonderddertig  kilometer.  Pierre, uitkomend voor de Franse zuid-oostploeg. Een regionaal ploegje met obscure renners als Canavese, Vitetta, Bianchi en meer coureurs  met Italiaanse roots, krijgt het in de Hel  op zijn schonkige heupen. Met de zegen van Sint Réparate, schutspatroon van Nice,  lanceert  Pierre zijn ultieme demarrage.  En mocht de,  door Sint Réparate ingestraalde jump geen effect hebben, dan  doet een tabletje  pervitine wél wonderen.  Over dat laatste doen wij niet zó moeilijk. Het is wél 1952 hé…
Terug naar de Hel.  Waar Pierre, met zijn neus tussen de remkabels, open mond, en een horizontale rug waar een fles Pernoud op kan staan, solliciteert naar zijn plekje in de Tourgeschiedenis. Met schuim op de lippen, en twee minuten voorsprong op Jean Dotto,  komt de man uit Nice de wielerbaan van Roubaix opgestoven.  Ongetwijfeld moet hij gedacht hebben aan de ronde van Lombardije 1949. Waar hij diep in de finale, tijdens de klim op de Ghisallo, alleen de almachtige campionissimo Coppi hem kon volgen. God-nog-an-toe, daar breekt Pierre’s wiel. Enfin, voor Pierre wordt het een paar jaar later nog véél erger. Tijdens dezelfde ronde van Lombardije bij het solo oprijden van de Vigorellibaan mét finish in zicht, wordt hij bewust de verkeerde kant op gestuurd. Zijn twee achtervolgers niet. Maar dat waren dan ook  Italianen.
Daar is Pierre Molineris op de wielerbaan van Roubaix nog onwetend van. Waar hij zich even later euforisch laat huldigen voor wat later blijkt zijn enige etappeoverwinning in de ronde van Frankrijk. Pierre Molineris, dertien jaar prof, reed zeven keer de Tour, wat geen slijtage op zijn lijf bracht, want de Zuid-Franse profrenner, vertrok op negenentachtig jarige leeftijd naar een betere wereld.

 

Bron: Le Miroir des Sports jaargang 1952.

 

 

error: Inhoud is beschermd!
%d