Het vergeten graf van een vader en zoon

Vader en zoon. Meer dan tachtig jaar rustend in één graf. Beiden dodelijk verongelukt. Drama in optima forma. Vader ging eerst. Twee jaar later de zoon, nog maar nét eenentwintig jaar.  Een mooi maar betrekkelijk anoniem graf. Een sportmonument eigenlijk. En niemand die dat nog beseft. Totáál vergeten. Het graf symboliseert de betrekkelijkheid. Maar ook de sportwaanzin.
Stan Ceurremans, speelde ver voor de Eerste Wereldoorlog met zijn leven. Begaf zich als gangmaker in  de morbide, fatalistische wereld van het stayeren. Door de massa bewonderd om zijn lef. Stan, geboren en getogen Vlaming, vormde met zijn jeugdkameraad Karel Verbist een duo. Ceurremans op de motor. Karel erachter. Met jeugdige overmoed werden de wielerbanen bestormd. Karel en Stan hadden altijd zin. Gaven waar voor hun dure geld.  Ook in Dresden. Tijdens een woeste koers vloog de Vlaming de baan uit. Een razende vuurspugende motor het middenterrein op. Lichamen vlogen als lappenpoppen rond. Eén kon het niet meer navertellen.  Het jonge duo wél. Tot die ene fatale dag in 1909. Op de wielerbaan van Brussel kreeg Karel een klapband. Nog wel in de laatste ronde. Niet veel later stond Ceurremans aan het graf van zijn vriend.
Stan Ceurremans, was doordrongen van het gevaar. Maar ook van het snelle geld. Verdiende als gangmaker goed. Tot de Eerste Wereldoorlog. Vluchtte met zijn gezin in 1916 naar Nederland. Kreeg, met medewerking van de Nederlandse Wielren Unie, heel snel de Nederlandse nationaliteit. Woonde in Rijswijk, vlak bij de lokale wielerbaan. Stan Ceurremans, professional, scheerde meerdere keren per week, met angstige regelmaat, langs de randen van de dood. Decennialang de dood in de ogen kijken, dat doet iets met de hersenen. Aan Stan zat dan ook een steek los. Vond het goed dat zijn twee zoons in zijn voetsporen traden.
De een werd gangmaker, de jongste stayer. Hoe moeder Ceurremans zich voelde laat zich raden. Dan is het zomer 1931. Tijdens een koers op de wielerbaan Elberfeld zakt voor Ceurremans de laatste korrel door de zandloper. Zijn tijd zit erop. Ceurremans valt. Zwaargewond wordt hij afgevoerd. Twee dagen later is de voormalige Vlaming wijlen. Stan Ceurremans had bij leven en welzijn te kennen gegeven dat hij in Nederland begraven wilde worden. Gebeurde ook.
hoofdceurletDe onfortuinlijke Ceurremans  werd  bijgezet op de Algemene Begraafplaats van Den Haag, en kreeg op zijn graf een monument geschonken door vrienden en fans. Beeldhouwer Tempelman ontwierp belangeloos de bronzen plaquette.
Van het woord ‘leergeld’ hadden de broertjes Ceurremans, lid van de Haagse rennersclub Sparta, nooit gehoord. IJzerenheinig  werd  doorgekoerst. De oudste op de motor. Broertje Frans erachter. Moeder Ceurremans thuis, bijtend in het tapijt van de angst. Terecht. Twee jaar later. Woensdagmorgen drie mei 1933. Frans Ceurremans, op de wielerbaan van Rijswijk, trainend achter zijn broer, krijgt bij negentig ‘ín het uur’ een klapband. Met een zware schouderfractuur en een bloeduitstorting in de hersenen, wordt  Frans het Ziekenhuis Westeinde binnen gebracht. Drie dagen later meldt hij zich bij zijn ouwe heer. Frans Ceurremans werd eenentwintig jaar.

Bron: Het Vaderland, en het Sociaal-Democratisch Dagblad, jaargangen 1931 en 1933. Foto 2: Stan Ceurremans én Karel Verbist.

error: Inhoud is beschermd!