Arthur zag het allemaal niet meer zo

De man was een fenomeen en in heel Europa bekend. Zijn naam danste meer dan vijftig jaar in de kolommen van de sportpagina’s. En anno nu is hij nu totáál vergeten. Was hij maar in het harnas gestorven. Dan was zijn plekje in de sportgeschiedenis verzekerd: per slot moet je daar wat voor over hebben. Arthur Pasquier deed dat niet. Ging als gangmaker iets te lang door. Zat op het laatst half dementerend op de motor.

Als renner moest je wel  een beetje knetter zijn. Arthur Pasquier, een handige opdonder, construeerde zijn eigen gangmaakmotor. Wat hartstikke link was. Het was altijd maar de vraag of de moeren goed aangedraaid waren. In een sport waarin binnen enkele decennia tientallen beoefenaren de dood vonden, werd er niet zo nauw gekeken. Leon Didier, een aardige stayer, durfde het wel aan.  Achter  Pasquier op diens zelfgeknutselde motor reed Leon in een uur meer dan honderd kilometer. Een werelduurrecord. En dat in 1912. 
Pasquiers naam was gevestigd. De Parijzenaar was zo’n  gangmaker die niet alleen de gashandel bespeelde maar ook de intriges beheerste. Een gouden combinatie in het stayeren. Victor Linart, een talentvolle stayer, zag dat scherp. Linart en Pasquier terroriseerden meer dan dertig jaar de wielerbanen. Pasquier, meer dan duizend koersen gewonnen waaronder vier wereldkampioenschappen, dozijnen nationale kampioenschappen, had een lange gangmakerscarrière. Te lang. De man had eigenlijk op een grootste en meeslepende wijze de sport moeten verlaten. Het liefst zo dramatisch mogelijk. Een dodelijke val in  een bomvol stadion in Frankrijk is namelijk goed voor een heldenverering. Straten, sporthallen en stadions worden naar je vernoemd. Voor de naamsbekendheid, én het nageslacht altijd fijn.
Voor het geld hoefde hij het niet te doen want was  inmiddels binnengelopen. Woonde in een groot landhuis met de naam ‘Bij Arthur’. Maar de Fransman snakte naar aandacht. Was op hoge leeftijd nog actief. Werd als een stramme grijsaard op de motor geholpen. Ouwe kerels horen niet op gangmaakmotoren thuis. Ook niet ’s wereld beste gangmaker. Arthur zag het allemaal niet meer zo nauw en hoorde nog minder. Zijn renner kon ‘ho’ schreeuwen wat hij wilde, Arthur remde niet bij en kachelde gewoon door. Haalde met enige regelmaat zijn eigen renner in.
Voor Arthur Pasquier, decennialang de koning van de Europese wielerbanen kwam het afscheid in 1962. In het Parc des Princes werd hij op bijna tachtigjarige leeftijd voor het laatst op een gangmaakmotor gehesen. Of zijn renner Roger Godeau na afloop bruine strepen in zijn koersbroek had, is niet bekend.

Foto 1: 1912, Op zijn eigen geknutselde motor trok  Pasquier  Didier naar een werelduurrecord.

Foto 2: Victor Linart achter de ‘petroleumtandem’ met gangmaker Pasquier. 

Foto 3: Antwerpen, winter 1934. Stayerskoers in twee manches. Arthur Pasquier met renner George Ronse. In de eerste manche moet er iets vreselijks zijn gebeurd. In Georges ogen staat pure doodsangst. En Pasquier maar kletsen tegen zijn poulain dat het allemaal wel meevalt.

 

error: Inhoud is beschermd!
%d