Blok ijzer

De honden roken bloed. Alle hens aan dek. De Europese eer was bezoedeld. Ene Stinson, een Amerikaanse stayer in de marge, verbrak het werelduurrecord en bracht dat tot ruim tweeënzestig kilometer. Wat in 1902 openingsnieuws was op de Europese, maar vooral de Duitse  voorpagina’s.  Of die Stinson  echt zo goed was? Gezien zijn overige uitslagen niet. Maar wat de man atletische te kort kwam, maakte zijn gangmaakmotor goed. Deze laatste was  sneller en had meer vermogen dan de Europese versies.  Met dank aan de constructeurs van de  Indian Motorcycle Compagnie.
De Indian Motorcycle Compagnie,  in 1901 begonnen met de constructie van hun illustere motoren, bouwde een jaar later een motor waar Amerikaanse stayers, maar vooral die Stinson wel raad mee wisten. Nadat Stinson het werelduurrecord achter motoren had verbroken, brak op  de Europese, maar vooral de Duitse wielerbanen de pleuris uit. De eer was gekrenkt.  Duitse stayers hadden het rare idee dat ze, in de hiërarchie, vlak onder hun Keizer,  maar wél boven  god en alleman, stonden. En als je niet de beschikking hebt over een gelijkwaardige motor dan moet  de trukendoos wagenwijd open. Dat laatste kon je wel aan de ‘heren’ gangmakers overlaten.
Die plaatste het zadel van hun gangmaakmotor een stuk naar achteren:  vér  achter het achterwiel. Of dat reglementair verboden was? In die altijd leuke belle epoque, waren reglementen bedoeld om je kont mee af te vegen. Stayers, zaten opeens een stuk meer in de zuiging van motor en gangmaker. Waarmee de helse kermis werd geopend. De snelheden gingen omhoog. Maar ook de valpartijen. Vér achter de motor te zitten heeft wel een nadeeltje.  Bij hoge snelheden kwam het voorwiel los van de baan en begon te zweven. Gangmaker Otto en zijn renner Peter Günther loste dat probleem inventief op. Otto hing onder zijn stuur, ter hoogte van zijn voorwiel een blok ijzer, ter grote van een flinke stoeptegel. Of dat blok ijzer de oorzaak was is niet bekend. Wél dat gangmaker Otto en Günther in 1903 betrokken waren bij een zwaar ongeval op de Keulse wielerbaan. Günther was maanden uitgeschakeld. En gangmaker Otto kreeg opeens zo zijn bedenkingen tegen zijn bloedlinke hobby. Na dat ongeluk kwam Otto niet meer voor in de uitslagenlijsten van de jaargangen Radwelt. En Peter Günther…? Enfin de man kreeg in 1918 op het Südfriedhof in Keulen een mooi praalgraf.

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: