Ode aan Fritz

11 November, Wapenstilstanddag, het einde van de Eerste Wereldoorlog. Via de media groot herdacht waarbij Duitsland per definitie wordt overgeslagen. Enfin, aan die politiek correcte malligheid doet deze blog niet aan mee, daarom een kleine ode aan Fritz Hitzler…

Fritz Hitzler, stayer in de marge. Kwam voornamelijk uit op de kleine, obscure Duitse wielerbanen: het voorgeborchte van het tweede garnituur. Fritz’ collega’s, opportunistische kerels, ‘los in de broek’, met het verstand in de snikkel. Actief in een omgeving waar het niet zó nauw genomen werd met de veiligheid. Waar het credo was Gott mit Uns. Wielerbaantjes waar renners regelmatig, bevend als een verwarde hond, van af werden geschraapt. En waar de amputeerzaag én het lancet onder handbereik van de baanarts lag.
Soms mocht Fritz opdraven bij de grote koersen. Als programmavulling. Hitzler, vanaf 1905 tot 1908 zes gewonnen koersen en harkte daarbij zo’n tienduizend goudmark bij elkaar. Even ter vergelijking: Piet Dickentman verdiende alleen al in het seizoen 1904 meer dan vijfentwintigduizend goudmark.
Fritz, afkomstig uit het Zuidduitse Ulm, een desolate stayer van niks, maar wél een pragmaticus. De man trok zijn conclusie. In 1910 meldde Fritz zich, samen met ene Adolf Meichsner bij de Brennabormotorenfabriek, waar een een gangmaakmotor werd aangeschaft. Zo’n monsterlijke tweezitter. Een rijdend projectiel. Door twee man nauwelijks in bedwang te houden. Adolf Meichsner aan de gashendel. Fritz als stuurman.. En Kurt Riesler als renner.
Een wanhopig trio. Vier koersen werden gewonnen. Wat nog geen achtduizend goudmark opbracht. Dan is het zomer 1914: de eerste Eerste Wereldoorlog gaat los. De jongens van de Keizerlijke Wehrmacht vallen België en Frankrijk binnen.
Fritz Hitzler, (het scheelt maar één letter, maar tóch…) trok ook ter oorlog. Als infanterist bij het 15e Beierse Infanterieregiment vocht Fritzl tussen de Maas en Moezel.

Tijdens Fritz’ stayersjaren moet het tamelijk druk zijn geweest in de hel. De Ulmner beëindigde namelijk ongeschonden zijn carrière. Aan het Westfront had Fritzl minder geluk. Op 27 oktober 1914 voelde Fritz een rare, scherpe pijn in zijn schouder. Een Franse sluipschutter trof raak. Gewond opgenomen in het Feldlazeret stierf Fritz, 34 jaar, twee weken later.

Bron: Radwelt jaargangen 1905 tot en met 1914, Kriegsalbum der Radwelt jaargang 1915.

error: Inhoud is beschermd!
%d