Murphy

Charles Pegue

Papa moest geld verdienen. Geld om zijn hoofd en die van z’n dochtertje boven water te houden Charles Peque een weduwnaar uit Parijs, had een jaar eerder zijn jonge vrouw naar het kerkhof gebracht. Charles bleef alleen achter met Marie, een peuter van drie jaar. Voor het kind wachtte het weeshuis. En dat ging Charles nou nét te ver. Charles ging voor zijn kind zorgen. Wat niet gemakkelijk was in 1907.

Peque, geen kantoorpik, noch had hij had een reguliere baan. De man verdiende zijn franken op de wielerbanen als gangmaker. Met redelijk succes. Charles de vaste entraineur van stayer Paul Guignard:  een klein morsig kereltje behorend tot de wereldtop.  Peque en Guignard, niet alleen actief op de Franse banen maar vooral in Duitsland, waar het grote geld te verdienen was. Ook tijdens die ene zondagmiddag 9 juni 1907. Waar het Franse duo was gecontracteerd voor de ‘300 Kronen’,  een stayerskoers over honderd kilometer, gehouden op de Spandauwielerbaan in Düsseldorf, met een goed gevulde prijzenpot van tienduizend goudmark. 

Op de affiches een internationaal stayersveld met de Amerikaan Nat Butler, de Zwitser Fritz Ryser, de Vlaming Thuur Vanderstuyft en thuisrijder Peter Günther.  Een stayerskoers zoals in het Duitsland van vóór de Grote Oorlog er wekelijks tientallen waren. Zo’n koers die anoniem werd bijgezet in de marge van de wielersport. Het scenario verliep anders. In de eenennegentigste kilometer klapt de voorband van Peque’s motor. De Parijse weduwnaar hard tegen het harde beton gesmakt, waarbij  de eveneens gevallen Guignard, door de helse machine vijftien meter werd mee gesleurd.

Murphy’s wet is onverwoestbaar. Want ‘alles wat fout kan gaan, gaat fout’! Peque versuft opgestaan, zag tot z’n afgrijzen, de aanstormende gangmaakmotor van Vanderstuyft op zich afkomen. Met een gebroken kaak én schedel werd Charles afgevoerd naar het lokale krankenlager. Waar hij de volgende dag om drie uur in de middag de naam van zijn dochtertje uitstootte. Om even later de geest te geven. Charles Peque werd bijgezet in het graf bij zijn vrouw. Aan de groeve de kleine Marie.

Bron: La Vie au Grand Air jaargang 1907, Album der Radwelt jaargang 1907.

error: Inhoud is beschermd!