Twee pagina’s én een kameradengraf

Een man zonder lef is als een pornoacteur zonder kloten. Wat dat laatste betrof, hoefde niemand zich zorgen te maken. Ed hád ballen. Maar ook suïcidale trekjes. Een spannende maar bloedlinke combinatie. Een opmaat voor een mooie begrafenis. Of om een plekje in de wielergeschiedenis in te nemen. Voor dat laatste trok hij zich zelf aan zijn haren omhoog uit het sompige moeras der kansloze renners. Eddy Wills, baansprinter met de snelheid van een gemankeerde schildpad, werd stayer. Ed, achter de zware motor: man met een missie, besloot maar meteen om het werelduurrecord aan te vallen. Dat laatste stond met vijfennegentig kilometer op naam van Paul Guignard.
Het werelduurrecord, tijdens het belle epoque, werkte als een magneet op allerlei fatalistische, stayerende cowboys. Wat dát betreft stelde Ed niet teleur. De man liet weten dat hij de honderd kilometer binnen een uur af ging razen. Anno 1908 een onmogelijke opgave. Niet voor Eddy Wills, afkomstig uit Kingstone Engeland. Ed, klein van lijf, groot van moed, liet een door hem ontworpen fiets bouwen. ‘Zo kort mogelijk’, riep hij nog tegen de framebouwer, die je wel om een boodschap kon sturen. Ed besefte heel goed dat hij maar één kans had: zo dicht mogelijk achter de motor rijden, want meer zuiging.
De framebouwer, een vakman, knutselde een ultrakort fietsje in elkaar dat de grenzen van de angstige fantasie vér voorbij ging. De stayer uit Kingstone moet volkomen desperaat zijn geweest om dáár op te stappen. Met de knieën vrijwel tegen het stuur, handen geklemd om een plat stuurtje en de pedalen malend vlak langs het voorwieltje. Eén verkeerde stuurbeweging van een millimetertje, of een bobbeltje in de baan…
Wat gangmaker betreft had Wills, 27 jaar, het getroffen. Op de zware motor zat Jean Bertin, die al vier renners naar een werelduurrecord had gevoerd. Jean was ook een soort onbetaalde voerman van De Dood. Twee door Jean getrokken renners haalden nooit de eindstreep. Paul Dangla en Brecy, jongens nog, konden het nooit meer navertellen. Dat Brecy verongelukte tijdens een recordpoging, door een gebroken voorvork van Bertins motor was ter kennisgeving.

Waarschijnlijk drong dat laatste niet eens door bij Ed toen hij op 17 augustus 1908 op de zeshonderdzesenzestig meter lange wielerbaan van München, zijn toeclipriempjes aantrok voor zijn definitieve aanval. Na een krankzinnig uurtje, voor volle tribunes stapte Wills met een paar verkrampte handen van zijn karretje. Met negenennegentig kilometer en 57 meter was het record verbroken. Te weinig voor eeuwige roem. De magische grens van honderd kilometer werd niet veel later verbroken door Guignard.Eddy Wills, hield aan zijn recordrace wat contracten,  én publiciteit over, want een foto over twee pagina’s in een Frans sportblad. In 1908 won hij in Duitsland twee koersjes en wat ereplaatsen om vervolgens te verdwijnen in de geschiedenis.
Jongens als Wills balancerend langs de randjes van het leven blazen nooit de laatste adem uit tussen de witte lakens. Ed, als soldaat dienend  bij het Yorkshire Regiment  sneuvelde op acht maart 1915, in de buurt van Ieper. Eddy Wills werd begraven op het kameradenkerkhof van Zillebeke.

Foto 1 en 2: Eddy Wills. Foto 3: Guignard.
Bron: Radwelt jaargang 1908. La Vie au Grande Air, jaargang 1908. Commonwealth War Graves en de database van John Brouwer de Koning.

error: Inhoud is beschermd!