Vuurbal

Het is een kras in de boksgeschiedenis, een obscuur feitje maar ook een jubileum waar niemand een seconde van wakker ligt. Enfin het  zijn de randverschijnselen in de sportgeschiedenis die het lekkerst smaken. Daarom even aandacht aan ene George  Costner die op 26 maart 1945, precies tachtig jaar geleden  in het Chicago Stadium een pak voor z’n lazer krijgt waar elfduizend toeschouwers vergenoegd naar kijken.  George een tweeëntwintigjarige middengewicht bokser  afkomstig uit Cincinnati kon dat verwachten want zijn tegenstander is de toen gevreesde Jake LaMotta een sociopaat uit de New Yorkse Bronx, die ook nog eens nauwe banden heeft met de lokale maffia. Terwijl George vóór het gevecht nog alle vertrouwen heeft. Zodra de openingsgong klinkt stormt George namelijk op de twee koppen grotere LaMotta af.  

Even kort houden: na zes slopende rondes gaat de dappere George eindelijk definitief neer. Foto’s van een bewusteloos en bebloede  George doen denken aan een plaats delict genomen in een regenachtig achteraf steegje.  Dat George’s linkerkant van zijn gezicht een maand lang verlamd is, is een detail.

Vier jaar en negenentwintig gevechten later staat George in de Philadelphia Arena tegen de taaie Chico Varona een partij als opmaat voor George’s einde als ringvechter. Het is een gevecht waarbij  George’s zijn latere leven mee op de kop zet. In de zesde ronde- alweer die zesde ronde –  is het net of iemand een vuurbal in zijn gezicht gooit, zo vertelt George later. De klap van Chico scheurde George’s netvlies. Na meerdere complicaties en operaties is George Costner aan beide ogen blind.

En dan begint het ‘verhaal George’ een dramatisch effect te krijgen. Met godszijdank een gelukkig afloop. Zoals zoveel boksers in de fifties is ook George financieel uitgekleed  door zijn manager. Werkloos, blind met af en toe een onbenullig baantje scharrelt hij zich door het leven. Tot dat hij het licht ziet: figuurlijk dan. George Costner vijftig jaar schrijft zich in bij een universiteit en begint een succesvolle studie rechten om na zijn studie zich juridisch verdienstelijk te maken voor de Ohio Civil Rights Commission.

En tot afsluiting: voor degene die denken dat George als bokser fungeerde als opgewarmd lijk in de ring. Op zijn conduitestaat staan 89 gevechten, waarvan hij er 73 wint, 12 verliest en vier keer onbeslist de kleedkamer opzoekt. Het is maar dat U dat even weet…

Met dank aan de merkwaardige databank van John Brouwer de Koning. Bron: Onder meer Boxrec, en Wikipedia. Foto: Het programmaboekje van het gevecht Jake LaMotta versus George Costner die op een sportveiling onlangs meer dan zevenhonderd dollar opbracht.

Maffia

Veertien februari Valentijnsdag, dag  waar de  echte liefhebber van het macabere, begrijpend staan te knikken. Speciaal de maffia uit Chicago. In opdracht van Al Capone werd op Valentijnsdag 1929,  tijdens één actie zeven man tegelijk geliquideerd. Kom daar anno nu eens om. Valentijnsdag, óók de dag dat de goddelijke, kale klimgeit, Marco Pantani aan zijn laatste klim begon: richting hemel. Valentijnsdag, dag vol onheil, ook voor Jake La Motta, die op de dag van de liefde, op het randje van het sterfelijke balanceerde. De scherprechter van dienst? Sugar Ray Robinson!

Veertien februari 1951, het gevecht om de wereldtitel halfzwaargewicht, gehouden in het Chicago Stadium, gevuld met dertienduizend bezoekers. Uitdager Sugar Ray, versus Jake La Motta. De laatste,  vier jaar in bezit van de wereldtitel, en werd twee keer uitgedaagd, door respectievelijk Tiberio Mitri en Laurent Dauthille. Beiden werden met koppijn wakker.

Robinson, die de eerste negen ronden afwachtend bokste, kwam in de tiende op stoom. Jake La Motta, kreeg een lawine aan dodelijke slagen te verwerken. Ieder normaal mens had gaan liggen. Niet La Motta, die bleef overeind. Een bloedbad nam een aanvang. Goddank voor Jake én zijn familie, greep in de dertiende ronde, de scheids in. Een ingreep waarmee hij La Motta’s leven mee redde.

La Motta, een bokser die aan álle vooroordelen, én clichés  voldeed. De man van Italiaanse komaf, kwam niet alleen uit de New Yorkse Bronx, maar had ook connecties met de maffia. Ergens in 1947 was het de onbekende Billy Fox, die La Motta in de vierde ronde neerhaalde. De New Yorkse bokscommissie, ook niet gek, vermoedde fraude en hield niet alleen het prijzengeld van La Motta in, maar schorste hem ook.  Later gaf La Motta toe, dat hij op verzoek van de gokmaffia met opzet had verloren. Ach wat maakt dat ook uit. Met een beetje fantasie behoort dat tot de romantiek van het boksen, waar de dingen nooit zijn, zoals ze zijn.  

Jake La Motta, kerel met een granieten kop en een betonnen gestel, stierf op vijfennegentig jarige leeftijd. En nee, Jake sloot niet zijn ogen op Valentijnsdag. Wat voor dit stukje wel zó jammer is.

Bron: Miroir Sprint jaargang 1951, Boxrec.