Alsof de duivel een scheet laat

Copy of groteprijsberlin1905Eind oktober 1906.  Het seizoen was lang, slopend en uitputtend. Lichamelijk, én geestelijk. Vooral de laatste minuten voor een start hakten er genadeloos in. Die gekmakende doodsangst.  Wordt dit mijn laatste koers? Ben ik nu aan de beurt? Binnen twee jaar waren zes collega’s verongelukt. Een veelvoud zwaargewond. Jongens nog, net als hij, barstensvol ambitie en dromen. Er ging heel wat door hem heen als hij met een krans aan het kille graf stond. Alternatief? Terug naar de armoede van de Jordaan, zijn geboorteplek? Nóóit. Geld, letterlijk goud, verdrong angst. Vorstelijke, rijk betaalde  contracten stroomden hem van zelf toe. Iedere Duitse wielerbaan wilde hem, Piet Dickentman, op het programma hebben. 
Ook in Steglitz, waar de Herausforderungsrennen von Steglitz, op punt van beginnen staat. Loeizware motortandems worden aangeduwd. Een gebrul alsof de duivel een scheet laat. Het inferno is niet ver weg.  Het is de laatste koers van het jaar. Uitverkocht stadion. Voelbare,  knetterende spanning op de tribunes. lintpiet
Spanning die ook bij hem, Piet Dickentman, door zijn lijf gieren, maar die verdwijnen als de fotograaf zich meldt met zijn kiekkast. Nog één keer opstellen voor een foto. Bobo’s, strakke boorden, puntsnorren, van alle tijden publiciteitsgeil, verdringen zich achter hem. Ergernis stijgt in zijn lijf. Maar dit is de laatste koers. De winter met zijn rust nadert. Nog één keer ‘vlammen’. Nog één keer waar geven voor het geld.  En ach, wat maakt het ook uit. Want wát een seizoen had hij achter de rug.  Veertien koersen gewonnen, waaronder de grote prijzen van München, Maagdenburg en Steglitz, het Europees kampioenschap en als toetje een wereldrecord over honderd kilometer. Boeren, burgers en buitenlui lagen aan rennersschoenen. Mädels en andere  meiden kregen slappe knieën van erotisch verlangen. Niets prikkelender dan een jongen in duel met de dood.  Doodgaan achter de zware motor. Soms letterlijk. Het grote geld was voor hem. Vijfenveertigduizend harde goudmarken waren dat jaar op zijn bankrekening gestort. De kruimels voor z’n collega’s.
Pietje Dickentman, afkomstig uit de Westerstraat, ijlend achter de zware motor, was geen zweetdief. Iedere wedstrijd vloog hij van kop tot zijn kont erin. Hij, de wereldkampioen van 1903, kwam pas tot leven als de koers over honderd kilometer ging.  Als anderen schreeuwden om hun moeder draaide zijn gangmaker nog even aan de gashendel. Ook op die eenentwintigste oktober op de wielerbaan van Steglitz.
wereldrecord1906Dat Piet Dickentman won, Robl tweede werd en Demke derde,  ach, dat zal wel, aardig voor de statistici.
Dat was dus 1906, zomaar, een jaar uit de dertigjarige carrière van Piet Dickentman.

Foto 1: De Herausforderunsrennen Steglitz,  v.l.n.r. Robl, Huber, Guignard, Demke en Dickentman. Foto 2: Europees kampioen. Foto 3: Dickentman wereldrecordhouder, honderd kilometer. V.l.n.r. Robl, Gunther, Dickentman en Darragon. Zowel Robl (1910), Gunther (1918) als Darragon (1918) verongelukte dodelijk.

Bron: Radwelt jaargang 1906.

Geef een reactie

error: Inhoud is beschermd!
%d