Zalig zijn de sukkels en andere simpelmannen

Copy of lejourluickenHij had geduld. De grote doorbraak kwam er aan. Zoveel was zeker. Vier jaar koerste hij achter zware motoren. Tientallen koersen  werden gewonnen. En niet op die obscure, achterafbaantjes. Veertig keer werd er een ereronde gereden op de prestigieuze pistes van Parijs, Brussel, Antwerpen én  tweeëntwintig  keer op de Duitse wielerbanen. Vier loodzware jaren. Waarvan de geur van bloed, en andere  gruwelheden in zijn neus bleven hangen, en  littekens zijn ballen hadden gegroefd.  Gustaf Lejour uit Antwerpen was geen zondagskind. Daarvoor had d’n Gust te veel meegemaakt. Tijdens lange nachten als de slaap wegbleef kwamen weer die horrorbeelden. Zoals van die ene keer op de Parijse Buffalobaan. Waar Gust aan het trainen was en in razende vaart het contact met de motor verloor. Héél eventjes! Wat zijn nou een paar lullige seconden op de schaal van de eeuwige tijd? Voor Lejour genoeg om een bloedbad aan te richten. Met negentig per uur ramde Gust een tandem bemand met de renners Grapperson en De la Fléche. Die als platgeslagen muggen geplet werden tegen de baanomheining. Copy of gustaflejour
Dat de eveneens trainende Frans Leddy met een slagaderlijke bloeding ook plaats kon nemen in de ambulance was wel zo handig. Zelf kwam Gust met een gebroken sleutelbeen er genadig van af.
Uitstel van executie. Gust mocht  nog een paar seizoenen werken aan zijn carrière. Wat staat voor mooie en goedbetaalde contracten in Duitsland. Zalig zijn de sukkels en andere simpelmannen die geen weet hebben. Ook Gust die alláng genoteerd stond in de agenda van De Dood.  En was dat nou maar een roemrijke hemelvaart…
Gust Lejour arbeiderszoon. Kreeg van zijn ouwe heer een koersfiets voor een geslaagde eindexamen. Gustje, voorbestemd om kermiscoureur te worden. De Vlaamse kermiskoersen, fijne mix van overvolle staminees, schuimende bierpompen, doping, gokken, omkoping en broodjes worst met zuurkool. Jammer voor Gust, maar na de eerste wereldoorlog viel er in Vlaanderen weinig te vieren. Daar hadden Duitse troepen wel voor gezorgd. Infrastructuur en dorpen lagen in puin. Gust Lejour vond zijn bestemming op de wielerbaan. Deed als sprinter nog mee aan de Olympische Spelen en het wereldkampioenschap. Om langzaam, héél langzaam gehoor te geven aan de lokroep van het stayeren. 
Copy of micqlejoursDan is het zes jaar verder. Dinsdag 28 augustus 1928. Gust, een glorieus seizoen met onder meer winst in de Grote Paas Prijs, had zijn trainingskamp opgeslagen in Frankfort. Voor het komende wereldkampioenschap waren er woeste plannen. Iedere dag werd achter gangmaker Bajorath urenlang hard en serieus getraind. Niet alleen op de stayersfiets. En daar zat hem nou net de kneep. Voor de souplesse en om warm te worden reed Gust eerst een uurtje op de gewone baanfiets. Zonder die maffe stayershelm. En Gust viel. Een val van niets. Maar Gust had wél een dubbele schedelbreuk. Extra drama was dat zijn vrouw en kind getuigen waren.
Gust Lejour, 27 jaar, werd begraven in Antwerpen.

Foto 1: Gust Lejour met gangmaker Luickens. Foto 3: Winnaar van de Grote Winterprijs van Brussel 1926.

Bron: Radwelt jaargang 1922 t/m 1928. Geïllustreerde Sportspiegel jaargangen 1926 en 1927. Illustrierter Radrenn-Sport jaargang 1928.

Geef een reactie

error: Inhoud is beschermd!

Ontdek meer van Stuyfssportverhalen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder