Zomaar een maandag in Parijs. Waar twee jongens toegangskaartjes hadden gekocht voor de koers te houden op de Buffalowielerbaan. Zoals het jochies betaamt, stonden zij in het overvolle vak van de staantribune vooraan. Voor Albert Vion en Pierre Jacquot, vriendjes hangend over de balustrade van de wielerbaan, kon het spektakel beginnen. Een simpele maandag in Parijs waar het begrip Blue Monday nog ver weg was.
Want voor het stadion werd bij eettentjes geschranst, gedronken, geflirt, in pronte dameskonten geknepen en gegokt op de renners die zich in de boxen zaten de prepareren. Een koersmaandag in Parijs dus waar op het middenterrein mecaniciens de karretjes in orde maakten, stond iets verder Leon Pernette te sleutelen aan zijn motor.
Pernette, motorcoureur zonder angst maar wél voorzien van ‘twee linkerhanden’. Waar het publiek mooi klaar mee was. De man vergat wel eens een cruciaal moertje vast te draaien.
Zomaar een doodgewone maandagmiddag in het Parijs van oktober 1906 waar het op de wielerbanen heel los en ontspannen aan toe ging. Meer van het o, la, la, zeg maar de ‘Franse slag’. Niet dat formele en stijve zoals op de Duitse wielerbanen.
Niet dat het bij de Pruisen minder prettig was. O, nee. Bij de oosterburen kregen de bezoekers ook waar voor hun dure toegangskaartje. Daar zat men ook van waanzinnige opwinding, te schudde in het tuig. Al was het alleen maar dat het publiek regelmatig voor lijf, leden én leven kon rennen als er weer een brandende gangmaakmotor tussen hen in belandde. Om maar te zwijgen over de gesneuvelde stayers, die in kolonnes richting hemel trokken.
Maar op die maandagmiddag in Parijs was het ook fijn toeven. Na de stayerskoersen volgde namelijk het toetje: dan kwam Leon Pernette, die gemankeerde monteur in actie tegen een zekere Contant, zijn makker in het gevaar. Pernette en Contant gingen op de motor een duel aan. Had die Leon zijn motor nou maar goed nagekeken. Dan hadden ieder geval Vion en Jacquot thuis veel te vertellen. Maar dat gebeurde niet.
Na een paar ronden gescheurd te hebben met een snelheid van tegen de zeventig per uur, vloog de aandrijfriem van zijn motor in het achterwiel. Contant, scherp sturend, werd met motor en al gelanceerd. Man en motor scheerden langs de rand van de balustrade en verpletterden daarbij, als zacht gekookte eieren, de hoofden van Vion en Jacquos. Terwijl meerdere zwaargewonden richting Beaujon-hospitaal werden afgevoerd, buiten de paardentrams rinkelend af en aan reden, bloed en botsplinters van de baan werden geschraapt, trad de schemering in, waarmee een fijne maandagse sportdag ten einde kwam.
Foto 1: Leon Pernette. Bron: Nieuws van den Dag jaargang 1906.
Geef een reactie