Als een stradivarius op een vlooienmarkt

jocovuilAan de zaak lag het niet. In tegenstelling tot de concurrentie kende Joco-Sport, racefietsenhandel in de Amsterdamse Marnixstraat, een groot, en uitgebreid assortiment.   Joco, opgericht in 1919,  was het eerste merk dat zijn karretjes in frisse opvallende kleuren spoot. Een provocatie tegen de heersende mores, want doe normaal dan doe je gek genoeg: in het calvinistische Nederland behoorde een racefiets zwart te zijn. Op een koersfiets van Joco hoefde  een renner zich niet te generen. De fiets waarmee in de jaren veertig mee werd geadverteerd met de slogan ‘zo licht als een vlinder’, was op zijn Italiaans, dus heel mooi, afgewerkt.  Met verchroomde lugsen, de verbindingsstukken tussen de buizen, was het merk zijn tijd ver vooruit. Ondanks dát werd  de fiets door de meeste renners vermeden. Alsof de kat op het dak zat, om maar wat bargoens te gebruiken. 
harmsmitsTerwijl bij de concurrent RIH-Sport een paar straten verder, de ene na de andere wereldkampioen werd verwelkomd, werd over Joco negatief gesproken. Waarbij de naam van eigenaar Toon de Jonge als rode draad fungeerde. De rol van De Jonge tijdens de oorlog schijnt niet zó fris geweest te zijn. Amsterdammers hebben wat dat betreft een collectief ijzeren geheugen. De  Jonge, ondanks zijn vermeende oorlogsverleden, was een groot wielerliefhebber. Veel renners lieten zich maar al te graag door de zaak uit de Marnixstraat sponsoren. Geen grotere opportunist dan een wielrenner. 
Joco-Sport, etalages en schappen vol met materiaal en kleding. Moesten de concurrenten ‘nee’ verkopen, dan hadden ze het in de Marnixstraat wel in huis. Evengoed  sloot Joco-Sport veertig jaar geleden voorgoed zijn winkeldeur.  Anno nu is een Jocofiets een zeldzaamheid, een collectorsitem. Voor racefietsenverzamelaars een gewild object. Stuyfssportverhalen kreeg, van een Nederlandse dame, wonende in een  Noord-Franse gehucht,  een uitnodiging om de fiets van haar vader op te halen. Waar in haar schuur  een vuurrode Joco, onder dikke stof stond.  Alsof een violist op een vlooienmarkt een stradivarius had ontdekt, dat gevoel.
fietsschoon 001De  bezitster, dochter van de overleden eerste eigenaar  vond het zonde om de fiets te laten verstoffen. Ze wilde er afstand van doen wat voor haar een emotioneel moment was.  Na een poetsbeurt in Amsterdam van een paar uur kwam een ongeschonden, meer dan vijftig jaar oude fiets te voorschijn. Even voor de kenners:  de fiets heeft een Sylveer Maessstuur, stalen Titan stuur- en zadelpen, Weinmannremmen, een stalen Huret cranckstel met spie, en  Campagnolo-versnellingen. De Joco  en andere historische fietsen in bezit van Stuyfssportverhalen, gaan ooit naar het Amsterdam Museum, want behoren tot het sportieve erfgoed van de stad.

Foto 1: Dik onder het aangekoekte stof. Foto 2: Amsterdamse beroepsrenner Harm Smits gesponsord door Joco. Foto 3: De fiets na een poetsbeurt. 

9 Responses to “Als een stradivarius op een vlooienmarkt”

  1. rob cohen Says:

    en dat na 1 uurtje zeg…..

  2. woutervanw Says:

    wow. ongelofelijk wat een plaatje. kom je niet veel tegen.

    • Willy Leeners. Says:

      Hi Andre,

      Ik breng je deze week de jaargangen , tevens aardig materiaal van Jan Gieseler met persoonlijk geschreven brieven en prive fotos . wat betreft de verkeerde kant van rooie toon , hij was ingeschreven bij de cultuurkamer om zijn bedrijf voort te kunnen zetten , evenals de beroepsrenners Derksen Schulte van Vliet Scherens en nog veel meer die de hele oorlog door konden fietsen , maar het waren
      geen NSB ers
      tot mail ,

      Groet Will.

  3. Jan van der Horst Says:

    Geweldig, André. Zelf had ik ook eens een JOCO baanfiets. Ik ruilde de VEEL te grote baanfiets (was van Jacques van Egmond geweest) in voor die te kleine, JOCO. Ik was blij ervan verlost te zijn, maar nu denk ik wel eens: HAD IK ZE NOG MAAR. Raar toch?


Geef een reactie

error: Inhoud is beschermd!
%d