Het knaagt, steekt. Met de jaren beseft hij wat een kans er is gemist. En toch, toch kan hij zich zelf niets verwijten. Aan zijn voorbereiding had het niet gelegen. Alles, maar dan ook alles had hij er voor gedaan. Alle voorgaande internationale toernooien, waaronder het prestigieuze Golden Gloves van Californië, werden gewonnen. Een medaille bij de Olympische Spelen van Los Angeles, 1984, lag al klaar. Het Amerikaanse sportblad Sport Illustrated tipte hem als dé favoriet. Door een boycot van de Olympiade deed nummer één van de wereld, een Cubaan, niet mee. Voor Pedro van Raamsdonk, in 1984 tweede op de wereldranglijsten, kon er niets meer mis gaan. Of toch wel.
De Amsterdammer ging in Californië de top van de Olympus beklimmen, maar bleef halverwege steken. Tijdens het uur U was zijn lichaam gesloopt. Helemaal op. Overtraind. Zelf wijt hij dat aan een gebrek aan medische begeleiding. Pedro van Raamsdonk, middengewicht, schoon aan de haak 78 kilo. Voor zijn gewichtsklasse drie kilo te zwaar.
In het bloedhete Los Angeles moest hij iedere dag die kilo’s aftrainen. Uren touwtje springen in een plastic jas. Dagen zonder water drinken. Met een uitgeput lijf wist Van Raamsdonk de eerste twee partijen nog te winnen. In de derde verging alle hoop. Pedro van Raamsdonk, gedoodverfd medaillewinnaar verloor: van een tegenstander die hij normaal niet ‘zag staan’. Nog één keer werd de accu opgeladen. Een vijfde plaats was het hoogste op de Olympiade van 1984. Geen medaille, maar een diploma. Dat laatste moet ergens in een brandweerkazerne, onder het stof, liggen. Om zich nóg eens vier jaar op te laden, weer alles opzij te zetten, kon hij niet meer opbrengen. Een proflicentie werd aangevraagd.
Pedro van Raamsdonk stond tijdens zijn bokscarrière meer dan driehonderd keer in de ring. Werd Europees kampioen en tien keer kampioen van zijn land. Slechts dertig keer werd verloren. Negenentwintig jaar jong, werden de bokshandschoenen definitief opgeborgen. Werd taxichauffeur. Doodongelukkig zat hij aan het stuur. Een advertentie voor brandwacht in de krant veranderde zijn leven. Inmiddels werkt de voormalige Olympiër als hoofd brandwacht bij de Amsterdamse brandweer. Pedro van Raamsdonk, 51 jaar, maakt ondanks zijn Olympische echec een gelukkige indruk. Bij de brandweer is hij helemaal op zijn plaats. Met een aandoenlijke trots laat hij Stuyfssportverhalen de brandweerkazerne zien: ‘de grootste van Europa’. En boksen? Als trainer, in zijn vrije tijd, geeft hij nog les. Met iedere dag een lange duurloop houdt hij zijn lijf fit. Pedro van Raamsdonk, gewoon een aardige man.
augustus 2, 2012 at 9:59 am
Beste André,
Kijk dit zijn de leuke, herkenbare verhalen!!! Misschien is het leuk om Rik Moorman ook te interviewen?
Die zit in een herstelfase na een operatie aan zijn knie, dus voldoende tijd.
Ciao,
Maurice Willems
augustus 2, 2012 at 10:00 am
Mooi verhaal.
augustus 6, 2012 at 9:54 am
Mooie story Champ. Jammer dat we ‘in die tijd’ sporter waren. Veel te weinig kennis in ‘onze sport’ was er toen. Als je ziet hoe de Olympische sporters nu worden begeleid. Jij had nu absloluut een medaille gehaald.
september 4, 2012 at 2:22 pm
Als ik jouw verhaal zo lees, herleef ik die tijd en word er weer emotioneel van André!!!
Tranen in mijn ogen, niet te geloven.