Een bloempotkapsel, opgewonden en hitsig. Thuis wisten ze dan dat pa weer naar de kapper was geweest. Wilde je als barbier in de jaren twintig van de vorige eeuw meetellen, dan moest je naast een kam, schaar, tondeuse, scheermes én schuim ook over De Lach beschikken. De figaro die dat laatste niet in zijn zaak had, kon de tent wel sluiten. De Lach was Nederlands allereerste pikante tijdschrift met een broeierig soort, stiekeme, erotiek. Een prehistorische Playboy vol foto’s van schaars geklede vrouwen. Zéér gewaagd in de calvinistische twenties. De Lach , door wereldverbeteraars een ‘vies boekie’ genoemd, werd bij voorkeur bij de kapper ‘genuttigd’, dan wist moeder thuis niet wat voor vunzigheid pa allemaal zat te lezen. Niet vreemd dat, vér voor ze naar Europa én Nederland kwam, iedere knuppel ‘in den lande’ al wist wie Josephine Baker was.
Josephine, de Zwarte Venus, afkomstig uit het diepe donkere zuiden van Amerika, was de vlees geworden natte droom van ieder brave huisvader. Als jonge, mooie vrouw was ze op het Newyorkse Broadway dé grote vedette. Al kontschuddend, met opzwepende bewegingen in een niets verhullend bananenrokje, liet ze het puriteinse publiek blozen. Midden jaren twintig kwam Baker, als eerste, in een lange rij van zwarte Amerikaanse artiesten, naar Europa, en is nooit meer weg gegaan. De Folies Bergère in Parijs was maanden lang uitverkocht. Ook Nederland mocht kennismaken met het fenomeen Baker. In augustus 1928 kwam sexy Fien naar Nederland.
Als één van de eerste zwarte vrouwen in Amsterdam, flanerend over het Rembrandtplein, gekleed in een stout jurkje, veroorzaakte Josephine een kleine volksoploop van voornamelijk mannen. Dat was nog even wat anders dan de baaien rok van moeders. Josephine was hot, om maar de juiste term te gebruiken en de directeur van de Rijswijkse wielerbaan, haakte daar op in.
Voor een zak guldens loste Baker het startschot voor de wekelijkse stayerskoers. Om Cor Blekemolen, Bernard Leene en Benoits maar niet al te veel af te leiden, was ze degelijk gekleed. Josephine Baker die de Franse nationaliteit had aangenomen, beschikte niet alleen over een soepel, sexy lijf, maar bleek ook nog over ‘ballen’ te beschikken. Tijdens de Duitse bezetting zat ze in het Franse verzet. Na de oorlog werd ze daarvoor onderscheiden met het Croix de Guerre. In de jaren vijftig adopteerde ze twaalf kinderen, zette zich in voor de rechten van de Afro-Amerikanen en overleed, op negenenzestigjarige leeftijd in 1975. Josephine overleefde de Rijswijkse wielerbaan die de poorten in 1940 definitief sloot.
Bron: Sport in Beeld, jaargang 1928 nummer 38.
februari 13, 2011 at 11:07 am
Mooi verhaal André. Dat over die kapper is grappig en in het centrum van Amsterdam (waar ik 40 jaar werkte) in een steegje nabij de Warme Buurt, had je een kapperszak (met alleen één kapster) en die zaak heette ‘Knippen en Wippen’. Ik heb daar heel wat mensen met een ‘verknipte kop’ bij vandaan zien komen……
maart 3, 2011 at 2:08 pm
Ik had al zo vaak over het bananenrokje van Josephine Baker gehoord dat ik hevig teleurgesteld was toen ze na de oorlog (met mij als kind in de zaal) een lange hooggesloten jurk droeg. Eén kleine opmerking: Bernard Leene heeft nooit gestayerd, dat zal zijn oudere broer Theo zijn geweest. Ga door met die mooie verhalen, André
maart 3, 2011 at 2:48 pm
..klopt! Het was Theo, die vijf jaar later, op de wielerbaan van Groningen, dood viel tijdens een stayerskoers.