Van Groen weet wat hij kan

arnoud99Het verschil tussen status als topamateurwielrenner en professional is maar enkele centimeters. Althans voor Amsterdammer Arnoud van Groen. In de klassiekers zat de student bedrijfswiskunde al een paar keer dicht tegen de winst aan.  En  zo’n overwinning kan voor Van Groen  een toekomst als beroepsrenner zijn.

Jaren zit van noeste trainingen door weer en wind, én een Spartaanse leefwijze werden geïnvesteerd om vervolgens te stranden op een aantal centimeters. Om gek van te worden! Centimeters kwam hij te kort om een licentie als beroepsrenner aan te vragen. Was het maar een incident maar het gebeurde Arnoud van Groen, 24 jaar, het afgelopen seizoen al iets te vaak. En dan niet in van die lullige kermiskoersen maar klassiekers zoals de Ster van Zwolle waar Van Groen derde werd, of de Westfriese Dorpenomloop waar een tweede plaats het hoogste voor hem was, of die loodzware internationale koers in Zeeland. De hele dag had Van Groen, over kronkeldijken en smalle strontweggetjes, in de voorste linies zitten te hengsten om vervolgens derde te worden. Om nog maar te zwijgen over die etappe in de ronde van Hongarije, afgelopen augustus, waar Van Groen, samen met een andere renner ontsnapt, op de eindstreep kwam afdaveren. Wie de etappe won? Niet Arnoud van Groen.
Trapte die Van Groen nou maar tegen een balletje aan dan was er niets aan het handje: iedere voetballer die op een handige manier, mét bal, een lantaarnpaal weet te passeren krijgt al een gigantisch contract aangeboden. Maar niet als je een talentvolle wielrenner bent want daar is het aanbod van renners té groot en het aantal ploegen te weinig en dan komt het fenomeen ‘uitslagenlijst’ om de hoek kijken.
En met ereplaatsen, weliswaar op centimeters van de winnaar, kom je er dan niet. ‘Overwinningen’ dát is waar managers van profploegen lekkere gevoelens in de onderbuik van krijgen. Als die zelfde ploegleiders beter uit hun doppen hadden gekeken wisten ze meteen wat ze met Van Groen in huis haalde. Want hoe ging het ook alweer in Veenendaal-Veenendaal, een profkoers over tweehonderd kilometer waar ook een aantal amateurs aan mee mochten doen? Tussen al die geharde én dikbetaalde broodfietsers werd Van Groen toch maar zevende.
,,Ik had kilometers op kop zitten rijden,’’ begint Van Groen zijn verhaal. ,,Ik moest mij er letterlijk tussen vechten, ze gaven mij geen millimeter ruimte. Ik ben maar een amateurtje hè, dat zag je ze duidelijk denken. Ik heb mij er gewoon brutaal tussen geduwd. Ze begonnen meteen te schreeuwen, maar ik maakte mij daar niet druk om, verspilde energie.’’
Hoewel, volgens Van Groen, snoei en snoeihard gekoerst werd wist hij zich toch in de eerste waaier te handhaven. ,,In de eindsprint werd ik zevende en de eerste amateur,’’ vertelt de Amsterdammer nuchter.
Arnoud van Groen, derde jaarstudent bedrijfswiskunde, kan héél hard fietsen, is een heel groot talent, maar is ook niet zeker van zichzelf.. Zo vindt hij zich zelf te bescheiden, niet goed genoeg, en cijfert zich te snel weg voor ploegmaats. Ten onrechte, want met zijn ereplaatsen in zware koersen zit hij toch tegen die ene grote overwinning aan te hikken. En wat hij een eventuele profploeg kan bieden? ,,Ik kan redelijk klimmen, aardig tijdrijden, en op het vlakke kan ik met een hoog tempo het verschil maken.’’
Het is bijna onmogelijk om als ‘rookie’, met een mooie uitslagenlijst, een contract te versieren, want dit land telt vijftig beroepsrenners en maar twee profploegen. En in het knotsgekke fietsland Vlaanderen met zijn vele wielerploegen, is het ‘eigen volk eerst’. ,,Ik ga het toch proberen want ik weet wat ik kan’’, klinkt het strijdlustig. ,,Als ik prof kan worden dan zal ik het niet laten. Ik train nu twintig uur in de week, rij veel koersen waarin ook profs aan de start staan, en mijn basisconditie scheelt niet zo veel met beroepsrenners, met meer training kan ik lichamelijk nog groeien. En als dat allemaal niet lukt, is het niet voor niets geweest’’. Want we moeten dan vooral niet denken dat er dan een gefrustreerde renner rond rijdt.
Van Groen, 1.89 lang en 69 kilo licht, beweert stellig dat hij niets te kort komt en hij zou willen dat zijn hele toekomst er zo uit zal zien als nu. Hij leidt een mooi leven met zijn sport, vertelt hij, en geniet daar niet alleen met volle teugen van, maar beleeft ook nog eens avonturen. Want wie komt er nou in een of ander achter gebleven gebied in China, ja Kuifje, maar die heeft nooit op een racefiets gezeten. Wél Van Groen. ,,Vorig jaar heb ik in China nog een meerdaagse etappekoers gereden. Dat gebeurde in een achterlijk gebied waar ze nooit een blanke gezien hadden. Als wij over straat liepen dan stootten de mensen elkaar aan alsof ze een kermisattractie zagen. ’’
Koersen in de Oriënt schijnt iets anders te zijn dan de Omloop van Denderwindeke of de Grote Prijs Zottegem. Van Groen vertelt met veel gevoel voor details hoe dat daar toe gaat. De slechte hygiënische omstandigheden, en het voedsel, wat al een avontuur op zich is. ‘De ‘schijt’ sloeg, onthult hij met veel gevoel voor details. Terwijl het peloton voort raasde zaten, tussen verbaasde toeschouwers, de renners met afgezakte koersbroeken op hun hurken langs de weg.
Arnoud van Groen mag dan wel beweren dat hij een perfect leven heeft maar hoe houdt hij, met zijn studie, trainingen en koersen, het kacheltje brandend?
,,Ik woon bij mijn vader, naast mijn college’s en trainingen, werk ik op de vrijdag in een fietsenzaak en met mijn prijzengeld kan ik er net van komen.’’

Geplaatst: in maandblad ‘Mug’: september 2007

 

 
 

 

Geef een reactie

error: Inhoud is beschermd!
%d