In 1968 werd hij onverwachts Europees kampioen boksen. Een gouden toekomst werd hem voorspeld. Het liep totaal anders. Na twaalf jaar profboksen stopte hij met zijn sport en verdween geruisloos in de anonimiteit. Wat bleef was die ene vraag: waarom hij als bokser nooit de echte top haalde? Edwin Alberto, oftewel Fighting Mack geeft aan Stuyfssportverhalen uitsluitsel.
Héél Zandvoort kent hem. Want meer dan twintig jaar werkte hij bij de lokale benzinepomp, en voorzag hij mobiel Zandvoort van een volle tank en hield banden op spanning. Dat die pompbediende ooit een voormalig Europees kampioen boksen was, was voor zijn klanten een goed bewaard geheim. Edwin Alberto, bijgenaamd Fighting Mack, heeft zijn illustere sportverleden nooit aan de grote klok gehangen. Alberto, 70 jaar, denkt zelden aan zijn bokscarrière. En als hij dat doet alléén aan de goede momenten. Aan gevechten waar bij twintig van zijn tegenstanders het licht zagen uit gaan. Mack, zoals hij zelf genoemd wil worden, gezegend met een supersnelle en verwoestende linkse, heeft een erelijst die staat: vijfenveertig gevechten, achtentwintig keer gewonnen, waaronder twintig door knock out en twee onbeslist. Zijn onbetwist hoogtepunt vond plaats in augustus 1968. Wat tevens de prelude voor zijn ondergang als bokser in luidde. Mack, een onbekende tweeëntwintig jarige, sloeg in een kolkende Italiaanse sportarena de toen heersende Europees kampioen Carmelo Bossi knock out.
Fighting Mack, jongen afkomstig van Curaçao, de sterkste van Europa. Voor het eerst in dertig jaar kende Nederland een Europese kampioen. Van Mack werd véél verwacht. Iets wat hij niet waar kon maken. Bij de gepensioneerde pompbediende, verschijnt een twinkeling in zijn ogen als hij onthult hoe de titel in zijn handen kwam. Volgens hem was het een luckey punch. Een gelukstreffer die de kaak van Bossi op drie plekken brak.
Mack staat er nu niet meer bij stil. Het is geweest. In zijn kleine appartementje in Zandvoort herinnert niets meer aan een roemrijke boksverleden. De enige stoffelijke herinnering is een actiefoto van hem. Die koestert hij dan ook. Als de foto te voorschijn komt breken ook de herinneringen bij hem door.
Hoe hij door zijn manager Ruhling financieel kort werd gehouden. Ruhling gaf zijn pupil een beetje geld. En soms niks. De manager hield de Antiliaanse vuistvechter zoals hij zelf zegt ‘strak’. De door de wol geverfde Ruhling wist dat Mack, een alleenstaande jongen, ‘vers’ over gekomen uit de West, meteen feest ging vieren.
Zwaarste gevecht ooit
Mack schrikt een beetje van zijn onthullingen, schudt zijn hoofd en zegt zachtjes dat hij nu niet meer negatief over Ruhling moet praten. Hij is immers al lang dood.
‘Als je wint, heb je veel vrienden’, zong Henny Vrienten. Fighting Mack kan dat alleen maar bevestigen. Vrienden en vriendinnen had hij zát. Tenminste, als hij won. Zodra er een paar keer verloren was, lieten deze hem weer net zo hard vallen. Mack staat daar niet meer bij stil. Daar is de man veel te aardig voor. Liever praat hij over zijn bokspartijen. Zoals tegen de Utrechtse weltergewicht, Ben Zwezerijen. Wat zijn zwaarste gevecht ooit werd. Góh, wat kón die man hard slaan, vertelt de champ in prachtig zangerig Antilliaans accent. Zo hard dat hij, Fighting Mack voormalig Europees kampioen, drie minuten voor dood op de vloer van de ring lag.
Fighting Mack die maar vijf maanden de beste van Europa was, hij verloor zijn titel tegen Silvano Bertini, was een ‘ongeslepen diamant’ als bokser. Een edelsteen die volgens kenners en insiders niet te slijpen viel.
Totaal niet happy
Als die zogenaamde kenners ook maar iets van psychologie hadden begrepen wisten die meteen dat het bij Mack niet goed zat tussen zijn oren. Die jongen was doodongelukkig.
Mack door Ruhling, als jochie van negentien alleen naar Nederland gehaald, werd door niemand opgevangen. Had geen begeleiders en voelde zich totaal niet happy.
Iedereen liet die jonge bokser aan zijn lot over. Mack weet dat nu nóg goed. Hoe hij na zijn trainingen eenzaam op zijn kamertje zat. Wat miste hij toen de warme band van zijn familie. De eenzaamheid werd zó erg dat hij in de war raakte, niet meer wist wat te doen. Volgens hem was dat de oorzaak dat hij nooit doorbrak. Anno nu, vindt hij dat hij met zijn negentien jaar véél te vroeg prof was. Hij miste daarvoor nog onvoldoende techniek en conditie voor. Heel jammer, fluistert hij. Volgens hem had het allemaal anders kunnen lopen. Terug kijkend op zijn carrière vond hij zich een heel goede bokser. Eentje die, in de ring, keihard voor zich zelf was.
Nadenken over de dood
Fighting Mack, gezegend met een onverwoestbare vrolijkheid stelt dat het allemaal geweest is. Hij praat liever over zijn mooie partijen. Zoals tegen Daniel Martin gehouden in 1973, in een uitverkocht Carré. Volgens hem meteen zijn beste gevecht ooit. Die partij zou hij dolgraag nog een keer terug willen zien. Wát een conditie had hij toen, verzucht de old champ.
Het geheugen van boksers ‘op leeftijd’ is vaak mistig. Bij Mack niet. Hij weet nog precies hoe dat gevecht ging. Die Martin was zó sterk, dat hij, Mack, kwaad op zich zelf werd, en nóg harder ging slaan. Uiteindelijk ging Martin in de negende ronde definitief neer.
Het is nu moeilijk om Fighting Mack voor te stellen als die genadeloze knock-outspecialist. De man is zeer bescheiden, vriendelijk en heeft een zachtaardige oogopslag.
Klein pensioentje
In 1980 beëindigde Mack zijn carrière. Bewust zocht hij de anonimiteit op. Het boksen was geweest. Door hard te werken, de laatste twintig jaar bij een lokale benzinepomp, had hij daar afstand van kunnen nemen.
Of hij nu gelukkig is? Soms. Maar ook vaak niet. Hij denkt veel na over de dood, hoewel hij nog aan het leven hangt. Hij geeft zich zelf hooguit nog tien jaar. Maar gelooft dat eigenlijk zelf niet. Het leven is eigenlijk niks, verzucht hij even later. Hij leidt een heel rustig en terug getrokken bestaan. Iedere morgen wandelt hij een uurtje over het strand. De rest van de dag kijkt hij televisie en ‘doet’ zijn huishouden. Hij leeft van een klein pensioentje en woont alleen. Heeft geen vrienden en ook geen contact in de bokswereld. Met vrouwen heeft hij nooit geluk gehad, onthult hij aarzelend. Ooit had de vroegere Europees kampioen vrienden zat. Nu niets meer. De eenzaamheid vreet soms aan hem.
oktober 19, 2016 at 3:18 pm
Mack heeft jaren in Dordrecht getraind en gewoond had hier moeten blijfen werd hier van alle kanten geholpen.
oktober 24, 2016 at 9:39 pm
Prachtig verhaal over Fighting Mack,zijn carriére ging niet over rozen daar door stopte Mack voortijdig.
oktober 27, 2016 at 1:32 pm
Leuk verhaal, jammer dat hij zijn tijd nu in eenzaamheid doorbrengt. op vrijdag middag train ik met veel oud boksers op de oude school van Ter meulen, de ABOV in Amsterdam hij is van harte welkom, en wij zien hem net als vroeger graag komen. Yz van der Weerd.
januari 11, 2021 at 8:42 pm
Mooie gevechten van Fighting Mack gezien. Jaren 70 in Ahoy. Geweldige puncher. Heerlijk op de tribunes de Antillianen met briefjes van duizend gulden zwaaien/ wie durft er tegen Mack te wedden voor een rug! Marian Benes gevecht tegen Fighting Mack weergaloos. De Joego’s hadden harde boksers. Rudy Koopmans kwam opzetten. Maar met veel liefde denk ik terug aan FIGHTING MACK. Het gaat U goed Champ!
januari 31, 2023 at 4:46 pm
Wist niet dat een man van antilliaanse afkomst zo’n carierre had. Indrukwekend. Jammer dat hij zijn laatste jaren alleen was.