Een Lamborghini als hét statussymbool voor proleten en andere gladjakkers, om maar even een open deur in te trappen. Is dit een vooroordeel? Natuurlijk niet want ga dan maar eens op een zaterdagmiddag door Amsterdam-Zuid wandelen, het liefst in de buurt van de PC. Hooftstraat, en je begrijpt het. Dat Matthieu van der Poel in een Lamborghini op de koers verschijnt is niet alleen een middelvinger opsteken naar z’n supporters, maar doet ook het image van een leuke onbevangen sportjongen in één klap aan diggelen vallen. Bij een volkssport als wielrennen hoort dat joch gewoon in een Polo of anders in een Golfje te rijden. Enfin heeft zijn vader niet in kunnen grijpen..?
Topsporters en zogenaamde ‘sterren’ in een sportauto, een opmaat voor naderend ellende. Want hoe kwam James Dean ook alweer aan z’n end? Of Hugo Koblet ooit een begenadigd wielrenner? En werd Tiger Woods na een ritje in zijn bolide niet wakker op de intensievecare met een lijf verpakt in gips?
Maar even terug naar de cros’ van Maasmechelen en Hoogerheide van afgelopen weekend, loodzware modderbaden waarin Matje onbevangen en speels door de prut en slijk dartelde. Raar maar op één of andere manier kon ik daar niet meer van genieten want telkens zie ik dat beeld van die patserige sportauto, waarmee ook die ene gewetensvraag opdoemt: blijf ik fan van MvdP of gaan m’n sympathieën voortaan richting Wout van Aert?
Ach gossie Woutje hoe deze na een zware koers of modderige cross zijn zoontje in z’n armen neemt en knuffelt is meer dan aandoenlijk. Van Aert bij wie de pech aan z’n magere rennerskont is geplakt. Je moet als Hollander toch een hart van steen hebben om niet met Woutje mee te lijden na zijn vreselijke valpartijen in Dwars door Vlaanderen en daarna in de ronde van Spanje.
Dan is er volgende week het wereldkampioenschap veldrijden. Tsjesis, een opmaat voor een innerlijke tweestrijd, want waar gaan dan m’n sympathieën aar toe? Mattieu of Woutje? Terzijde in wat voor auto rijdt Woutje eigenlijk..?
