Dorpsbraderie

Urenlang dat oubollige langebaanschaatsen op de televisie is folklore in optima forma. Langebaanschaatsen past daarom naadloos in het rijtje ringsteken of koekhappen op de dorpsbraderie. Godzijdank is er een ontsnapping naar  de Vlaamse veldritten waarvoor Eurosport en de BRT niet genoeg geprezen kan worden. De veldrit als onvervalst topsportspektakel  samengevat in een uur.

Koersen  in het land van Pieter Breughel waarbij sommigen van die Vlaamse crossers voor altijd in m’n hart zijn gesloten. Vooral dat kleine kereltje ene Eli Yserbit als de volmaakte Vlaamse kleistoemper. En geen kwaad woord over Eli want dat hij  tijdens de veldrit van Beringen voor het oog van miljoenen kijkers op het wiel van de eveneens gevallen collega crosser Ryan Kamp  staat te stampen, maakt hem alleen maar heroïscher. Eli zit nergens mee, en buiten dat eigen schuld dikke bult voor Kamp, moet die Eli maar niet in de weg fietsen.

En dan is er ook nog de koers voor dames wat staat voor afgetrainde meiden koersend  op het randje van het betamelijke met prachtige finales zoals tijdens de cros gehouden in het Vlaamse Baal. Ooit was dat anders. Stuyfssportverhalen weet nog heel goed hoe het er vijftig jaar geleden aan toe ging.  Dat zijn barre herinneringen aan pronte derrieres op een racezadeltje, die stumperend en stakkerend door de velden ploegen. Tijden die gelukkig achter ons zijn met dank aan Puck Pieterse, Marianne Vos,  Fem van Empel, Lucinda Brands en Ceylin Alvarado om paar een paar namen te noemen.

De veldrit met zijn bizarre kantjes. Zoals Le criterium de cyclo-cross gehouden in de winter van 1931 op het monument De Buzenval ergens in de buurt van Parijs. Het Monument de Buzenval als herinnering aan een bloederige slachtpartij tijdens de Frans-Duitse oorlog. Dat de heuvel ook  een begraafplaats is voor honderden gevallen soldaten maakte de organisatie niets uit. De kreet ‘de dood of de gladiolen’ was ieder geval niet ver weg

Bron onder meer: Le Miroir des Sports jaargang 1931.

Veldrit, mix van cultuur, traditie en topsport, tenminste…in Vlaanderen

In Tabor, Tsjechië wordt dit weekend het wereldkampioenschap veldrijden gehouden. De kans dat een niet-Europeaan met de titel aan de haal gaat, is vrijwel nihil.
Vanaf het eerste wereldkampioenschap, in 1950, met winnaar Jean Robic, was, is en blijft het kampioenschap een onderonsje tussen voornamelijk Belgen, Zwitsers, Duitsers, Fransen wat Tsjechen, Italianen en, vooruit, Nederlanders. Om de sport te mondialiseren mag, in 2013, de Verenigde Staten het kampioenschap organiseren. Je behoeft geen waarzegger te zijn om te voorspellen dat daar geen Vlaamse ‘toestanden’ te verwachten zijn. Bij de zuiderburen is de veldrit vanaf 1910  een mix tussen cultuur, traditie en topsport waar iedere week tienduizenden supporters op af komen. Dat is nu, maar ook vroeger.   Absolute vedetten als  Sven Nijs, Niels Albers, Bart Wellens en Kevin Pauwels worden op straat herkend, zijn bekende Belgen. Tachtig jaar  geleden had Maurits Seynaeve (foto rechts) deze status. In de jaren dertig was de Vlaming vijf keer nationaal kampioen. Op de foto linksboven  het kampioenschap van Brabant, 1934, met de start in de straten van Thienen, met de latere winnaar Seynaeve.

Nederland heeft nooit een traditie van de cyclocross gekend en al helemaal niet voor de oorlog. Verstopt ver weg buiten de bebouwing, zoals bij Kraantje Lek in 1929, (foto links)  werden hier en daar werden wat veldritjes gehouden,  wat niet meer was dan folklore.

Foto’s: Archief Stuyfssportverhalen