Illustere voorvader

Die ene unieke foto. Gemaakt tijdens de Tour van 1910 en geschoten bij de tijdscontrole in L’Epinal waarin Emile Georget nog even een slok wijn neemt. Heerlijke romantische ongedwongen tijd, en voor eeuwig vastgelegd door die ene onbekende fotograaf die daardoor niet genoeg geprezen kan worden. En dan over Emile.

De man is de eerste renner die de col du Galibier bedwingt. De toenmalige Galibier met z’n kiezel- en geitenpaadjes waar de weg eindeloos de hemel in gaat. Even een héél kleine vergelijking. Schrijver dezes – een krabber in de marge van de wielersport – heeft tijdens de Marmotte een zogenaamde cyclosportif enkele malen deze helse nachtmerrieachtige col beklommen, met in tegenstelling tot 1910 over een mooi wegdek.  Evengoed was het een verschrikkelijke belevenis. Vreselijk…

Emile Georget is nog steeds niet vergeten, met dank aan zijn familie.  Georgets nazaten hebben de verschillende fietsen en andere memorabilia van hun illustere voorvader geschonken aan het Auto Moto Vélo Museum in Chatelleraut. Dat in dezelfde stad ook een straat naar Emile Georget is vernoemd is niet meer dan logisch.

Winst touretappe begin van sinistere teloorgang

aziniHet is de genadeloze wet van de natuur. Waarin alleen de sterken overblijven. Voor zwakkeren, en kneuzen, is geen plaats. Die vallen letterlijk af. Tour de France editie 1910.  De laatste etappe. Van de honderdtien renners waren er zeventig uitgevallen. Alleen geharde kerels houden stand. Mannen met eelt op hun kont en een scrotum waar je een spijker op krom slaat. Ernesto Azzini is daar één van. De rondgang door Frankrijk dus. Ontdaan van alle valse romantiek. Hard en meedogenloos. Dat op de rustdag Adolphe Helière in de zee verzoop, paste daar naadloos in. Adolphes hemelgang werd hooguit als kennisgeving aangenomen. De overlevers hadden  na vierenhalfduizend helse kilometers wel iets anders aan het hoofd. Die waren blij dat er nog een spoortje leven in hun scharminkelig lijf zat. Maar goddank  is het de laatste etappe. Caen-Parijs over tweehonderdzestig kilometer. Voor Ernesto Azzini, tot dat moment anonymus, de laatste kans om zonder gezichtsverlies thuis te komen in zijn geliefde Lombardije.
Eer en gezichtsverlies. Voor een Italiaanse renner de allerbeste doping. Ernesto, vijfentwintig jaar, met een overwinning in Milaan-Verona, zat tjokvol met die  rare Latijnse trots. Genoeg om in de etappe naar Parijs geschiedenis te schrijven. Als Emile Paul en Constant Ménager weg springen, sluipt Ernesto mee. azzini3
Met de sluwheid,  ingegeven door dorpspastoors, nonnenschooltjes en andere roomse rakkers, klopt hij op de streep zijn medevluchters.  Ernesto Azzini en wint als eerste Italiaan ooit, een Touretappe. Tevens het begin van zijn sinistere teloorgang.
De opmaat daarvoor begon in 1914. Ernesto Azzini, mocht vier jaar vechten in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. In 1919 stapt hij weer op zijn Legnano koersfiets.  Drie schrale en magere jaren volgen. Jaren waarin Azzini zijn lichaam, al gesloopt in de tochtige, vochtige en onhygiënische loopgraven, langzaam weg teerde. Het begon met een onschuldig kuchje. Niet veel later zat Ernesto als een blaffende zeehond op zijn koersfiets. Azzini, die trotse Lombardijn, held van zijn dorp Rodigo,  overlever  van de loodzware Tour 1910, oorlogsveteraan, sterft uiteindelijk in 1923 aan de gevolgen van tuberculose.
azzinisprintErnesto’s blaffen, hoesten en sproeien hadden hun werk gedaan. Twee jaar na zijn hemelgang wordt bij de familie Azzini aan de deur geklopt. Als er opengedaan wordt staat De Dood wéér op de stoep. Ditmaal voor Guiseppe Azzini,  het jongere broertje van Ernesto.
Guiseppe, 34 jaar, ook profrenner mocht dan  vier etappes gewonnen hebben in de Giro d’Italia en in 1922 nog meegestreden in de zesdaagsen van New York en Chicago, maar werd ook door de Vliegende Tering, lugubere bijnaam voor tbc, ingehaald.

Bron: Vie au Grand Air jaargang 1910, Geillustreerde Sportwereld jaargang 1923.