Begenadigd stylist en een gentleman

Meer dan vijftig jaar stond Theo Baars in de boksring, als speler én als trainer. Als één van de eerste boksers van Surinaamse afkomst werd hij in 1958 nationaal kampioen.

Er werd niet raar opgekeken. In de boksschool van Piet ter Meulen, gevestigd boven een oude zeepfabriek in de Amsterdamse Joden Houttuinen, waren ze wel wat gewend. Ook dat in maart 1950, een zwarte jongen van amper achttien jaar zich aanmeldde. De ranzige, zure geur van zweet, het ritmische voetgetrippel van touwtje springende kerels, het sinistere geluid van harde klappen op lichamen én bokszakken, dat maakte Theo Baars niets uit. Theo, jochie afkomstig uit Suriname, had zijn bestemming gevonden. Trainer Piet ter Meulen, een voormalige koeienslachter in het gemeentelijke abattoir, herkende Baars’ bokstalent. Ter Meulen loodste zijn pupil op een rustige manier het rauwe wereldje van het vuistvechten binnen. Drie jaar later, tijdens een boksgala in het Concertgebouw, maakte de jonge Surinamer zijn profdebuut. Tegenstander Vick van de Berg kon na acht ronde de artiestenuitgang verlaten met een puntennederlaag.

Lasser bij de NDSM
Het profboksen in de jaren vijftig en zestig, dat was sappelen, waarbij de muizen dood in de broodtrommel lagen. Ook voor Baars. Om zijn gezin met vier kinderen te onderhouden  was  Baars, naast het boksen werkzaam als lasser bij de NDSM.  In de avonduren werd getraind. Het zegt alles over zijn kwaliteiten als pugilist. Ondanks een semiprofstatus was  Baars in maart 1958 goed genoeg gevonden voor een gevecht om de nationale titel weltergewicht. In een propvolle Rotterdamse Ahoy-Hal ging bij lokale held, én heersend kampioen, Frits van Kempen in de achtste ronde het licht uit. Baars kreeg zijn goede contracten in het buitenland.
Ook in het Parijs van 1960. Tegenstander Maurice Auzel. Zoals De Telegraaf schreef was het een partij op heel hoog niveau, met twee stylisten die het vak ‘tot in de puntjes verstonden’. In het gevecht over tien ronden van drie minuten verloor Baars nipt op punten.
Over verliezen gesproken. Vier jaar mocht Baars zich kampioen noemen. Om in  1962 zijn kampioenstitel aan clubgenoot Jan de Vos in te leveren. Na afloop van de partij, gehouden in een uitverkocht Krasnapolsky, werd Theo, mét een dicht geslagen oog door zijn vrouw Jo liefdevol en zorgzaam uit de bokshandschoenen geholpen. Theo Baars, bijgenaamd ‘Tommy’, met een conduitestaat van 52 gevechten waarvan er zevenentwintig werden verloren, hing in 1966 zijn bokshandschoenen aan een roestige spijker. De Amsterdammer stelde zijn kennis in dienst als trainer, ondermeer bij de boksschool van ter Meulen, die hij zijn hele carrière trouw was gebleven.

Liefde voor het ‘spelletje’
Hoogstwaarschijnlijk was Theo Baars té aardig voor het ruwe profmetier. Wie je ook spreekt, iedereen vindt hem een heel lieve man. Ook Yz van der Weerd. De laatste, zo’n vijftig jaar geleden de boksschool van Ter Meulen over genomen, heeft alleen maar warme gevoelens over de mens Baars. Wat wil je. Toen Van der Weerd als jongen van vijftien jaar voor het eerst de drempel van de boksschool overschreed, was het de toen gelouterde prof Baars die hem onder zijn hoede nam. Dat Van der Weerd tijdens diens wedstrijdcarrière bokste op de schoenen, overgenomen van zijn leermeester, is logisch.
De voormalige champ van Surinaamse komaf, bracht als trainer zijn kennis én techniek over aan jonge aankomende boksers. Waarbij de liefde voor ‘het spelletje’  hem parten speelde. Op de club wilde hij met iedereen de ring in. Voor een gepensioneerde bokser niet goed. Slecht voor het hoofd.
Volgens Van der Weerd had Theo als bokser maar ook als trainer de nodige klappen genomen. Zelf deed Baars er alles aan om zo’n jongen tijdens sparpartijtjes zelf niet te slaan. Wat met zijn ervaring makkelijk kon. De voormalige kampioen ‘Tommy’ Baars,  als fighter  372  loodzware rondes achter de rug, en decennia  trainer, verzorgde zijn lijf goed. De man was topfit. Ondanks dát  kreeg hij tóch zijn makkes. Hij begon dingen te vergeten. Of dat de tragiek van een bokser op leeftijd is? Feit is wél dat Baars tijdens zijn carrière een paar keer op het canvas wakker werd. Onder meer door een zware knock-out, toegebracht door de Duitser Gerd Mueller. 

Sparren met pa
Zijn zoon Marcel Baars kan naar het antwoord alleen maar gissen. Marcel weet wél andere dingen. Zoals dat zijn vader geen opschepper was. Thuis vertelde hij weinig over zijn carrière.  Voor het gezin Baars, want drie jongens en een meisje, was het boksen normaal.  Het hoorde er bij. Wel vertelde senior dat hij vaak in het buitenland vocht. Daar kon hij goed verdienen. Dat Theo Baars op hoge leeftijd nog in vorm was bevestigd Marcel. Met veel liefde vertelt de laatste over de vele trainingen met zijn vader.
Hoe Marcel  ’s avonds na zijn werk trainde in de gym met mijn toen dik zeventigjarige vader. Partijtjes sparren waarbij pa niet té hard terugsloeg. Dat Theo Baars bij boksend Amsterdam een warme indruk had gemaakt merkt zoon Marcel nog regelmatig. Op de boksschool waar hij een enkele keer komt vraagt iedereen hoe het zijn oude heer gaat. Dan komen ook de verhalen los hoe Theo hen het boksen had geleerd.  
Vijf jaar geleden begon Theo Baars te sukkelen. De kenmerken van Alzheimer werden langzaam zichtbaar. De vroegere boksheld slijt zijn dagen nu in een verzorgingstehuis. Hij  kan niet meer praten, en zit ook nog in een rolstoel. Van zijn ooit sterke lijf zijn alleen nog de gespierde armen én schouders over. Hij herkent zijn kinderen en andere familie nog wel. Die laten hem altijd foto’s zien van zijn vroegere partijen. In zijn geest trekt de mist langzaam weg.  Dan beginnen zijn ogen te glimmen.

Foto 2:  De Vos tegen Baars om het Nederlands kampioenschap. Foto 4: Theo Baars.

Dit door mij geschreven verhaal was zaterdag 4 juni j.l. gepubliceerd in Het Parool.

error: Inhoud is beschermd!